Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

te doen en te zeggen; 't zy zoo. Maar dan moeten we onze hedendaagfche liefhebbers van lachen erinneren, dat het verftandige Zotten waren, mannen van een fchrander bordeel, en kundig in alle zaaken, die van zulk een Privilegie geen ander gebruik maak ten als om te vermaaken en teffens te verbe teren: een zaak daar de tegenswoordige plompe zotten geen denkbeeld van hebben,t vat geeft by hen uit wat het in heeft, en 't beeftagtige moet veeltyds de plaats van 't vernuftige bekleeden.

DE Hiftorien geven ons veele aanmerke lyke berispingen op van die geleerde Zotten, welken al dikmaals meer uitwerking hadden op de geenen die 'er door moeften verbeterd worden, als de allerernftigfte waarfchou, wingen van anderen kunnen hebben. - Onze onnavolglyken Schakespaer, die zeer ervaren was in de maak van zyn' tyd, en meede in die van veele voor dien tyd, heeft in de meesten van zyne Stukken, een Potzemaker, of Spaak ingevoerd, die onder zyne onverfchillige eenvoudigheid de verftandigfte en welgedagtfte dingen van allen zegt,

MAAR of dit de beweegreden is, welke fommige van onze zoogenaamde liefhebbers van een goede fmaak aanzet, in de keus van hunne (a) Tys Tafelbeuzems, laat ik aan de geene die 'er over kunnen oordeelen.

HET en is juift niet altoos in groote Zaaken

(a) Tys Tafelbeuzem, een bekend Karacter in 't Hollands Blyfpel, de GELYKE TWEELINGEN.

4

ken dat de goede fmaak uitblinkt; - de minfte van al de daaden van liefdadigheid, die wy doen, zyn 'er bewyzen van. Iemant kan vrygevend wezen, zelf tot overdadigheid, maar zoo hy zyne goedheid niet met onderfcheiding oeffend, kan men niet zeggen, dat hy 'er van bestierd word: reeden en oordeel, mosten het medelyden regelen, niet alleen in te zien aan wien men het bewyft, maar, in het te doen, zoo als het nodig is om van wezentlyken dienst te zyn aan den benoodigden. Verlaaten Kinderen, onmagtige Ouderen, Kranken Gevangenen, hebben allen een ontwyffelbaar regt op hulp en medelyden.

Dit zal de eerfte zorg zyn van iemant van wezentlyke goede Smaak, en zulk cen, van wat rang hy ook zy, zal 't niet te veel zyn, de elendens van den verzoekenden ongelukkigen te onderzoeken, en te tragten om zynen bystand in overeenkomft van de be noodigdheid te fchikken. - - Geld onder een gemeenen hoop te ftrooiën, zonder te zien wie het opraapt, is, na myn gevoelen, vry wat Pharizeeuws; en of fchoon mag gezegt worden dat de hemelfche Zonnefchyn en de verfriffchende Dauw voor allen zonder onderfcheid is, echter, dewyl de goederen die onze benodigdheeden vervullen niet zoo algemeen door de Beftierder van 't geheel al zyn meedegedeeld, zoo verpligt ons het behoorlyke medelyden, en de goede Smaak ook tot eene byzondere op

let

lettenheid, in de uitdeeling van onze liefdadigheid.

ne,,

DE MANIER in welke wy onze gunften, van wat foort die ook zyn, groote of kleiuitdeelen, is een klaar bewys of van onze Goede, of van onze Kwaade Smaak; en dit mag ik zeggen, is een van de voornaamfte toetsen, ten minsten, ten minften, indien wy een goeden aart en een goede opvoeding, begrypen als vereischtens, behoorende tot de goede Smaak, gelyk ze wezentlyk zyn. Temant kan een wezentlyke Dienst aan een vrind doen, dog in een manier, dat ze de geene dien ze gefchiet, op 't fmertelykst zyne benoodigdheid doed gevoelen, enkel door de weerzin, daar de dienst meê gedaan word: by anderen, in tegendeel, kan het minste gunftbewys, met de blyken van zulk een goede wil verzeld gaan, dat de Verzoekers 'er op 't allerhoogst door verpligt worden.nov

Daar is een zekere Zagtheit, eigen aan de Goelle Smaak, welke, fchoon ze ons niets van onze waardigheid doed verliezen, egter, al wat wy doen een zekere meerderheid byzet,ide prys van ieder gunftbewys verdubbeld, en zelf onze weigeringen aangenaam maakt...

Ik ben by my zelf verzekert, dat dit by veele myner lezeren zal opgenoomen wor den als te ver gaande, en dat, overeenkomftig met myne omfchryving van de Goede Smaak, men het zedelyk onmoogelyk zal agten,odat iemant ze bezitten kan. - Maar

dat

[ocr errors]

dat is een redenering welke, het DER DE voorstel dat ik gegeven heb, aanftonds wederlegd; want het kan gemakkelyk betoogd worden, dat de keus onzer bezighe den, uitfpanningen, en beroepen, niet alleen een bewys is van onze goede maak, maar dat die ons zelf in ftaat kan ftellen om ze te verkrygen, indien wy 'er van de na tuur niet meede bedeeld zyn.

WANNEER Wy een Perfoon zyn tyd met niettigheeden zien verfpillén, en dat by alleen zulke uitspanningen verkieft, die niets wezentlyks van 't verftand benodigd zyn; kunnen wy zekerlyk ftellen, dat zulk een' geen fmaak heeft voor uitnemender zaaken, en, dat hy ze er nooit voor hebben zal; en ver der, dat het denkend Vermoogén door de aanwenning en het toegeven van die laage en groove denkbeelden, buiten ftaat gefteld word om zich te oeffenen, en de Reede trapsgewyze haare natuurlyke kragt verlieft: Ziel én Lichaam worden beide zwak, week, en traag, zonder oeffening, en verftrekken eindelyk het graf hunner eigene bekwaamheeden. 1699 mob vW 1

MAAR Zoo groot een Vyandin als wezenlooze loombeid, voor onze geeftelyke vermoo ook wezen moge, is de driftige: Werkzaam beid, in Onbetamelykheeden het nog meerder koppig en oploopende te zyn als ons iets tegen is, 't zy van de Kindsheid af aangewend', of in meerderen ouderdom aangenoomen, diend tot niets aan de andere zyde geen vafte denkbeelden voor ons

zel

zelven te hebben, maar ftoets vlottende te zyn, en ons aan alle voorwendzels vantane deren te gedraagen; geduurig door allenieuwe herzenschimmen vervoert te worden, en ogenblikkelyk van de eene Zotheid tot de andere over te gaan, doed wel haaft het befterverstand verwarren, en maakt'er een foort van Chaos vanari

MAAR zy die eens kunnen befluiten com zich te gedraagen zoo als paffelyk is aan een Perfoon van goede fmaak, hoe zeer 't hen ook in den beginne mag tegenftaan, zullen trapsgewyze tot het bezit er van ge raaken. co

HET is een groote ftap tot het bekoomen van een goede maak, in ons zelven te gevoelen dat wy ons daarontrent mistrouwen: dit zal ons ten minsten voorzichtig doen zyn, om niets te begaan, 't geen als een waar kente ken van een kwaadefmaak bekent isc Het is derhalven een ieders zaak, zyn ei gen hart daaromtrent te onderzoeken. + Op die wyze kunnen wy weten hoedte verbergen, zoo niet te verbeteren, die hoedanig heeden, daar de reede niet meede overeenstemt. Maar ik herhaal het nogmaals als myn vaft gevoelen, dat iemant die kragt genoeg heeft om voor te komen dat hy ee ne kwaade neiging niet werkelykin dadelyk bedryf brenge, eindelyk in ftaat zal worden om die neiging te overwinnen, en deugd zaam te worden uit keuze, zoo wel als uit het grondbeginzel zyner ziele?

MAAR gelyk Kwaade gewoontens zoo

« VorigeDoorgaan »