Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

't

delen, voor af ons vertrouwen hebben, geen ze dan, maar al te veel, door haaren eenvoudigen ftyl, en een fchyn van waaren famenhang van zaaken, komen te misleiden.

In zaken van 't Geloof, behoort men niet misleid te worden, en daar na meede niet in de gevallen die de Hiftorien verhaalen; — de Vindingen hebben gemeenlyk een veel vrolyker kleeding als de Waarbeid,zy zyn ook doorgaans opgepronkt met Sieraden die de andere veragt, waar door ze te bekwamer is om diepe indrukken te maaken; of, om eigentlyker te fpreeken, die vindingen, dus opgepronkt, verwekken vooroordeelen in ons, die fomtyds ons de oogen doen fluiten tegens de overreding, en wy willen niet overtuigd weezen, om dat wy geen belang ftellen in overtuigd te zyn.

Voor fommige lieden, in zeekere omftandigheden, kunnen de Hiftorien byzonderlyk van zeer veel nuttigheid wezen; maar de jufferfchap, die de geleegenheid niet heeft om haar werk te maaken van deeze of geene Weetenfchap op zich zelven, en alleen kan toeleggen om van alles eenige kundigheid te hebben, die durf ik raaden, te rug te zien, en met de Schepping te beginnen; - zy zullen een oneindig vermaak vinden, als ze de Zeeden nagaan van die tyden welke met regt de goude eeuw genaamt worden toen, Cover ruim vyfduizend jaaren (*) ) de menfchen in eene volkomen

vry

(*) In 't Engelfch word gezegt agttien honderd jaaren, 't geen zekerlyk als een drukfout moet aans gemerkt, en verandert worden.

[ocr errors]

vryheid leefden; - toen ieder geflaght op zich zelven, een ftaat, of famenleeving uitmaakte, van welke de vader, het eenige hoofd was, en geene anderen Mogende bo. ven zich kende. Verders,kunnen van deeze tyden van Vreede en Overvloed onze gedag ten overgaan tot de verandering, welke korts daar aan na de Zundvloed in de wereld is voorgevallen: - Nog naauwlyks was ze weder bevolkt, en begon dezelve gedaante te bekomen die ze voor den vreeslyken vloed gehad hadde, of Gierigheid, en Staatzugt, ondeugden tot daar toe onbekendt, bekroopen de harten van dit nieuw geflagte; en alle trouwe, alle eenigheid, alle broederlyke liefde hielden op, de luft tot heerfchen overheerfte alles; die vond wel haaft dat de Wapenen uitgevonden om zich tegens de magtige Dieren te befchermen, ook dienen konden om 'er de Heerszugt meede ftaande te houden, en zyne meedeschepzelen, tot Slaverny te brengen.

[ocr errors]

NIMROD, de dwingeland daar Philo Nature van gefprooken heeft, was de eerfte die, zich fterker vindende als zyne Nabuuren, op derzelver gronden viel, en zich tot een Monarch opwierp: zyn voorbeeld moedigde anderen, om eeven zoo te doen, en ten koften van de openbaare vryheid, over weerelouze Koningen te worden; - want, hoe mooy het ook fommige Schryvers moogen voordoen, het is nooit uit keuze

ges

geweeft, dat de volkeren zich aan het juk der dienstbaarheid onderworpen hebben, 't Geweld, en de overmoogende Dwingelandy van de Veroveraars heeft het hen opgelegt.

Zoo begon het Affyrifche Ryk, 't geen dertien eeuwen duurde en viel eindelyk om de loome Bedryfloosheid, en den dartelen Overdaad, door den welluftigen Sardanapulus ingevoerd; Drie magtige Monarchien reezen uit de affche van deezen vernielden ftaat: en die wierden weder verwoeft, en uitgeplunderd door de Fooden, door Alexander den Grooten, en door de Romeinen:

de laatste maakten alles tot hunnen buit, en zy waaren Willekeurige Opperheeren van eene overwonne Wereld, tot dat ze in dezelve ondeugden en verwyfheden vervie len, als de geenen welke door hen te onder gebragt waaren; en zoo door den last van hunne eigene overwinningen te gronde gingen.

DIE Overoude Eeuwen zyn egter de onderwerpen niet daar ik myne Sexe raaden zoude zich langen tyd meede op te houden: dezelven eens door te loopen kan ons genoeg in staat stellen om 'er vergelyking van te maaken, en ons verstand bezigheid te ge

ven.

HOE meer wy afdaalen, en tot onzen leef. tyd komen, hoe meer de zaaken ons beginnen aan te gaan, van de tydkring die ik gemeld heb, tot op die van deezen tyd, zullen we naauwlyks iets anders vinden als

verbazende omkeeringen. Zekerlyk kan 'er, geen vermakelyker onderwerp voor onze befchouwing wezen, als het opkomen, vallen, en weder ondergaan van Mogentheeden; de geeft word zeer ingenoomen als men ziet door welke geringe toevallen zy tot het hoogste vermoogen van de menfchelykheid gereezen zyn, en hoe ze, door anderen fchier niet gelooflyke kleinigheeden, zyn gezonken, en Provintien van anderen wierden, die, op hunne beurt, Overmogenden geworden zyn.

Zoo is het altoos geweeft, zedert de ftaatzugt in de grooten aangemerkt is onder het getal van de grootmoedige hoedanigheeden, en men de deugd begreepen heeft te bestaan in 't maaken van nieuwe veroveringen, want gelyk de Heer Otway te regt aanmerkt.

De Staatzugt, nooit voldaan, groeit zelf door bet genot.

Hoe flegt een figuur zou een Man in de wereld maaken, die geheellyk onkundig in de Hiftorien was! Hy zou, waarlyk, ongeregtigd wezen tot een poft van eenig belang, en nog alzoo weinig zou hy getrok ken wezen in eene verftandige verkering met menfchen die ervaren zyn; maar, of fchoon de gewoonte, en de te weinige oplettenheid die men voor onze opvoeding heeft, zulks voor onze Sexe minder nadeelig gemaakt hebben, echrer, dewyl wy eene reΟ delyke

delyke ziel hebben, zoo wel als de mannen, zou het, dunkt my, een loflyke hovaardy in ons wezen, ons zelven 'er in te oeffenen en toe te leggen, om op allerlei wyze te verkrygen, 't geen ons des te meer in aanmerking kan doen komen, zelf om dat het te minder van ons verwagt word.

EEN INNERLYK genoegen, verdienden lof, en ongemaakte deugd, zyn de waare belooningen van onze aangewende vlyt in zulke onderzoeken geduurende dit leven; en niets kan zekerder zyn, als, dat, tot hoe hooger trap van volmaaktheid wy hier geraaken, hoe meer wy zullen in ftaat gefteld worden tot het fmaaken van die onbegrypelyke voorwerpen van vreugde, die wy in een ander leven genieten kunnen.

Ik heb eens een Heer, zeer berugt over zyne kwinkslagen, en geeftige foort van vergelykingen, hooren zeggen. Dat, indien men een dommen plompert ten Hemel invoerde met alle zyne onvolmaaktheeden, by 'er te werk zou gaan als een Koe in de Opera, en weder na beneeden zou moeten, om op de Toneelen daar zyn natuur toe geschikt was te verfchynen.

[ocr errors]

Ik vertrouw in 't zekere, dat de onkunde van doode taalen, by 't meerdergedeelte van de Sexe, aangemerkt word als een beletzel om de Hiftorien kundig te worden, want, dat, offchoon de meeste Griekfche en Latynfche Schryvers tans vertaald zyn in 't Engels, of Frans, 't geen zoo algemeen

ge

« VorigeDoorgaan »