Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

geworden is, dat alle perfoonen van eenige opvoeding het verftaan, echter, men niet denken moet, dat ze in dezelve zuiverheid zyn als de oorspronkelyke; maar die tegenwerping heeft geen kragt, ter zaake, dat zelf in de flegtfte vertalingen de gevallen gevonden worden, zoo als ze gebeurt zyn, en 't is de kennis van die gevallen, en niet de welfprekende Taalkunde van den Vertaalder, daar 't my voor myne Sexe om te doen is. VERONDERSTELD wy vinden de welfprekenheid van Cicero niet in zyne Brieven aan Atticus, zoo kunnen, niettemin, uit die Brieven, de geheime oorzaaken van de wonderbaare gebeurteniffen diens tyds, begreepen worden.

VELLEJUS Paterculus, geeft ons een foort van verkorte Algemeene Hiftorie, van het begin der Waereld tot op het zeventiende jaar van Tiberius, en den minften lof die aan dit Werkje kan gegeven worden, is, dat het ons zeer bekwamelyk opleid om andere Schryvers te leezen.

DE famenzweering van Catilina, en de geheele aanleg en behandeling van die duistere en geheime zaak, is op de meesterlykfte wyze opengelegd door SALUSTUS; en hoewel zyn werk voor niet meer kan gehouden worden, als voor een verzameling van verfcheide ftukken en gevallen in de Algemeene Gefchiedenis, zoo zyn dezelve echter zeer leerzaam, en verfchaffen ons een zeer vermakelyke bezigheid.

HERODOTUS, Thucidides, Dion, en Xenophon, vertegenswoordigden ons zulke won derbaare voorvallen, dat ze een gezag, zoo groot als die ze byzetten kunnen, benoodigd is, om in latere en meer vervallene eeuwen voor geloofwaardig gehouden te worden.

IN Herodianus vind men, het vervolg van die Historie welke Dion vervolgd had iets meer als tweehonderd jaaren, met een verhaal van verfcheide zaaken door dien Schryver overgeslaagen.

SUETONIUS geeft ons de Levensbefchryvingen van de twaalf eerfte Keizeren, en Plutarchus van de meefte beroemde man. nen, onder de Grieken en Romeinen.

JOZEPHUS, mengt in zyne Foodsche Oudbeeden, en in de Joodfche Oorlogen met Vefpafianus, veele fraaije en vermaakelyke gevallen, die andere Volkeren aangaan.

TITUS Livius, Juftinianus, Lucius Florus, en Tacitus hebben allen een gelyk regt op onze oplettenheid;-maar ik wil niet, gelyk fommige Medicynmeefters, myne Patienten overlaaden met te veel hulpmiddelen; ik denk het ook niet noodig, dat de Jufferen alte veel tyd zouden te koft leggen aan 't leezen van de lange verhaalen, die fommige Schryvers geven van Veldslagen, en Belegeringen: de Oorlog is geheel buiten ons Boekje; en 't is ons genoeg te weeten, dat 'er zulke zaaken zyn, en wie het zyn die overwonnen hebben, zonder dat

we

we behoeven in te dringen, in geheimen en konftgreepen, van cen konft daar wy nooit toe zullen toegeroepen worden om ze te oeffenen.

HET is gemakkelyk te zien, dat myn toeleg niet is om myne Sexe hoog-geleerd, gelyk men 't noemt, te maaken. Ik wil alleen dat zy een algemeene kundigheid hebben zullen van de wereldfche zaaken ZOO als die te zamen hangen van 't begin des Werelds tot op deezen tyd; ten einde zy bekwaam mogen wezen, om in de gefprekken te weten wat 'er verhandeld word, en 'er by gelegenheid haare gedagten meede in te kunnen uiten, en voor haar zelven, ontdaan van alle eenzydigheid en vooroordeel, zoo wel van haar eigen gedrag als van dat van anderen te kunnen oordeelen.

DEWYL het, derhalven, alleen tot berigting is dat ik haar de hiftorie wil doen leezen, zoo moeten ze een boek, of het fchoon in geen al te zwierigen ftyl geschreeven ware, daarom niet agter de hand leggen, zoo anders, de gevallen die 'er in verhandeld worden, opmerking vereischen.

Wy zouden immers niet misnoegd zyn op een knegt, die ons het nieuws kwam brengen van een onverwagte groote erfenis, of fchoon zyn berigt niet in de volftrekfte regelen van de taalkunde gefchiedde: zóó moeten ook, die onderrigtingen welke ons verftand kunnen doen toeneemen, meede wel ontfangen worden, in welke spreekwyzen ze ook uitgebragt zyn.

[ocr errors]

OMTRENT dichtflukken is de zaak wezentlyk van een andere gedaante; want die Konft alleenlyk ten doelwit hebbende de ziel te vleien, en tot het verheevene in de denkbeelden op te leiden, word het geheele eindoogmerk verlooren, zoo dra de zaak zelve, of de uitdrukking 'er niet aan voldoen kunnen. Laage, of niet welluidende vaarzen,zyn, na myn gedagten, de flegtste boeken, om den tyd meede te fpillen.

Onze keus moet derhalven, zoo wel in die Werken van onzen tyd, als in de vertalingen van de Ouden, zeer kies zyn. - Veel goed papier is verbrod met afgemeeten lettergreepen, op den Tytel vereert met den naam van Veerzen; en overvloedig veel Ry mers overstromen dagelyks de Pers, maar een waar Poëet is een foort van wonder in deeze eeuw, en zeldzaain is het er een te vinden, die aan de befchryving die Dryden van Perfeus geeft, beantwoorden, kan.

1

Ontzatblyk, dog niet trots in zyn doorwrogte fchriften; Vrymoedig in zyn kragt, maar spaarzaam in zyn driften.

HET is zekerlyk zeer ongelukkig, zoo voor zich zelve, als voor de wereld, wanneer men zyn eigene bekwaamheid miskennende, geduurzaam Vaarzen lymen wil, zonder eenige manier of geeft 'er toe te bezitten; dog is 't dezulken beter te goede te houden, als het te dulden is in anderen die

hup

hunne eigene broddelaryen voor de waare geeftigheden van de Schryvers der oudheid willen doen doorgaan.

HET is niet genoeg dat iemand het Grieks verftaat, om Hefiodus te kunnen regt doen; ook is wel ervaaren te zyn in het Latyn, niet genoeg om iemant in ftaat te ftellen tot het overbrengen van Horatius of Virgilius, zoo als die in hunne oorfpronkelyke zyn.

Het is wat anders de woorden van een schryver te verftaan, en wat anders in zynen geeft in te gaan:hy, en geen anderen die fchryven kan als Horatius, is bekwaam om Horatius te vertalen.

[ocr errors]

Ik vrees dat de Poëeten 't my niet vergeven zullen dat ik myne gedagten met zoo veel vryheid gezegt heb; maar de waarheid 'er van is zoo bekend aan allen, buiten hen zelven, dat het my dunkt beft te zyn, op dat onderwerp niets te zeggen.

Ik heb met hen in allen gevallen afgedaan; maar dewyl we op het onderwerp van de goede en kwaade maak waren, kon ik niet voorby een zoo noodige waarschuwing te geven, om de eene aan te moedigen, en de voortgang van de andere te ftuiten.

NAA de HISTORIEN Zou ik de rang ge ven aan die verhaalen daar men staat op maaken kan, van Zee en Landreizen;

de wonderen welke Zy ondervinden die de Wateren beploegen, en haar brood vinden met over de Golven heen te dryven, zyn niet alleen ongemeen vermakelyk maar doen

[ocr errors]
« VorigeDoorgaan »