my te vleien, dat iets, voortkomende van een Vrouwelyke Zedemeefter, van zoo veel gewigt zou wezen, om by mannen, wanneer ze verandering in hun gedrag en huis. houding te maaken hebben, gelyk veelen hunner ongetwyffeld maar al te veel benoonigd zyn, zou aangenoomen worden.

Wat de beledigingen daar zy overklaagt aangaan, men heeft altoos waargenomen, dat in oorlogstyden, zelf de kleine jongens op ftraat gaarne een Granadiersmuts op 't hoofd, en een houte deegen op zyde hebben, en zoo Compagniesgewys optrekken:

Wie verwonderd zich dan, als hy ziet, dat knaapen wat ouder in jaaren, maar nog eyen jong in verftand, zich toetakelen als of ze onder de bendens van de Koningin van Hongaryen ingeschreven waren, en, zoo veel ze kunnen naäpen van dezulken die voor de berugte Duitfche Heldin te veld komen.

Veele hebben reets een veldtogt ten ha ren dienste gedaan, en anderen hebben mo gelyk de eerzugt om ze te willen doen indien den oorlog blyft duuren, gelyk by denkelyk doen zal, dus willen ze vooraf de eerfte leffen van de fierheid leeren, even gelyk men het Compliment leert voor den Dans.

Een van de onderfcheidende kentekenen van eene kwaade fmaak in beide de Sexen, is de gemaaktheid van iets, zonder het vermoo gen van het uittevoeren; want zy toont, dat wy alleen oplettend zyn omtrent waar voer wy ons inbeelden gebouden te zullen worden, en

P 4

nict

niet met het geen wy wezentlyk zyn: - een ruuwe harde manier is in een man geen grooter bewys van moed, als een neergeflagen oog, en te faamgetrokke mond, de wezentlyke zedigheid uitmaakt by een Vrouw.

DIE lange deegens, daar Leucothea zoo door geergerd is, kunnen, misschien, van grooten dienst geweeft zyn te Fontenooy om dat ze, by gelegenheid, hunne meefters nog tot een kruk konden ftrekken, maar hier te Londen zynze, na myn gevoelen, en in overkomft met myne lyft van kleeding, niet alleen laftig voor anderen, maar geheel onpaflyk, om dat ze van geen gebruik zyn voor die ze dragen...

AAN de andere zyde ben ik meede van gevoelen dat, indien de Dames haare hoepelrokken een el of drie geliefde in te korten, zy minder gevaar zouden loopen, niet alleen voor gevallen als juffer Loucothea van meld, maar ook voor veele andere belemmeringe die men 'er dikmaals langs de straat uit ziet voorkomen.

Hoe menigmaal vatten de hoeken van die overgroote Werktuigen, fchoon ze tans meeft onder den arm gedragen worden, niet om de stylen van de kleine ftallen, die in menigte door deeze Volkryke Stad uitgezet werden, met gevaar van ze om ver te haalen, ten minsten om de geheele Fabrick te befchadigen, tot groot nadeel van de fruitverkoopfter, Viswyven, Kamme- en Brille-Kramers, en andere van die kleine uit

venters,

VEELE zulke ongelukken zyn 'er fins cenigen tyd gebeurt, maar ik ben ooggetuigen uit myn Venster geweeft van een geval, dat myne Sexe tot een waarfchuwing kan ftrekken, om 's Maandags en Vrydags voormiddags niet als in een Koets of Draagstoel uit te gaan, of haar groote Paniéës te huis te laten.

Op een van die onluksdagen kwam een Jonge Dern, die zekerlyk haar eige Kamenier moeft wezen, met gepaste treedjes, trip, trip, trap, een van die befchadigende Machines voortstuwen; teffens kwam 'er een kudde Schaapen, die zoo afgepast niet voortgingen, dit noodzaakte het Meisje om op myn ftoep te stappen, en gaf my gelegenheid om de halve Diameter van haar Hoe. pel waarteneemen, en die ftrekte zich van daar uit, tot aan de afpaaling van 't gangpad; de Schaapen wierden voorgegaan door een ouden Ram, die, ik weet niet by wat toeval, zylings uit fprong op 't voetpad, en met zyn hoornen aanftonds gevat raakte in de Hoepel van dat Juffertje, zy had ze tans opgenoomen, volgens 't goed gebruik, en 't geen het maakzel 'er van vereischten; in de eerfte Verbazing liet ze die vallen 't geen de Ram nog meer belemmering aanbragt, om dat hy 'er toen met den geheelen hals onder geraakte; Zy wilde wech loopen, en hy tragtte om van die hoepel los te komen, 't welk geen van beiden kunnende gefchieden, zoo fchreeuwde zy, en hy blaêrde, de overige Schaapen beant

PS

woor

woorden den Voorganger, dit maakte de hond aan den gang, die blafte meede op zyn beft, terwyl een menigte omftanders lachten of gilden, 't geen te famen een groote verwarring van geluidden uitmaakte: De Juffer, niet bekwaam om tegens den Ram te trekken, geraakte in 't Voedpad, en had het daar niet wel, tot dat eindelyk de dryver van de Schapen doordrong, om zyn Ram te ontwarren; die teffens de Juf. fer ophielp: hoe 'er die uitzag, zal ik niet geheel befchryven. - De aanhoudende Regens hadden de ftraaten niet fchoon gemaakt, zoo dat haar Japon en Bovenrok eerft van het geëerde Hanoversche Geel tans zoo fterk in gebruik in een zeer modderig bruin herverwt waren, haar hoofd hulzel was meer als half af, haar haair los, en haar munneke kap en mantel hingen heel op zy, Het ruuw gemeen, in plaats van medelyden 'er meede te hebben, vermeerde haar ongelukken, en vervolgdeze met nafchreeuwen en tieren, tot ze een draagftoel_kreeg, en wech gevoert wierd.

و

ZULKE Fortuintjes, zyn waarlyk, ik beken het gaarne, geen eigentlyke onderwer pen, daar de Spectatrice zich meede heeft op te houden; maar de klagten van Leucothea dieze ernftig verzoekt plaats te geven, hebben dit zoo doen bybrengen.

HET is egter niet zoo geheel oneigen aan te toonen, hoe zelf in zulke eigendunkelyke zaaken, als zich zoo of anders te kleeden, de Goede of kwaade Smaak kan

on

onderkend worden; en in welke zonderlinge Gevallen men door de laatfte kan geraaken. Hier uit kan men zeker zyn, dat waar eenige oneigenlykheid plaats heeft, zeker. lyk een klaarblykelyk gebrek van goede maak plaats moet hebben Als wy de Werken van den Goddelyken Oorfprong, van al het uitmuntende nagaan, zullen wy dezelven in de befte order, en te famenftemming vin. den; alle dingen boven, beneeden, en rondom ons, worden ftaande gehouden door eene volflagene regelmatigheid: trag ten wy dan om de fchikking in de Natuur zoo naa te volgen als ons mogelyk zal wezen, zelf in zaaken die ons toefchynen onverfchillig te zyn, en ik ben wel verzekerd, wy zullen geen gevaar loopen, van de befchimping der menfchen te ondergaan, als menfchen van eene kwaade fmaak.

Een GROOT Pak met Brieven is zoo even by onzen Boekverkooper gebragt, van welken wy 'er nog maar drie hebben kunnen leezen. Die van Eumenes komt in eenige aanmerking, en indien wy, de zaak ryper overwogen zynde, bevinden, dat hy geen beleediging zou geven, zullen wy dien in onze naafte befchouwing plaatzen, met eenige aanmerkingen over de ftof van den inhoud.. DOG wat de Scheldingen van Pinftrata (zy neemen ons de uitdrukking niet kwalyk) aangaat, dewyl wy tot een vafte regel vooraf gefteld hebben, nooit byzondere fchandvlekkeryen te plaatzen, zyn we verwonderd dat ze heeft kunnen denken, door de

Specta