Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

verwyten; ook moet de Vrouw zwygen we. gens 't gedrag van haar' Man, zy zyn beide fchuldig in den zelven graad.

De befchryving van het Averegts Eiland heeft iets in, dat zoo aangenaam is, dat wy wel gewenft hadden 'er wat meer van te vinden in dien van Eumenus: de Regering, de Burgerlyke Regten, de betragting van de Wetten, de buitenlandfche Handelingen, de Tractaten, en 't gedrag van dat Volk in Vreede en Oorlog, moeten zekerlyk een zweem hebben van 't geen ons wegens de byzondere levenswys, keus en maak 'er van, is opgegeven: dus zou het onze Leezers tot een zeer aangenaame uitspannig hebben kunnen ftrekken.

Indien hy de vryheid in 't uitlaten van eenige regelen uit den zynen, niet al te euvel opgenoome hebbe, en wel geliefd aan te merken zulks alleen gefchied te zyn, om dat wy vreezen, dat 'er van mogt gedagt worden, als van eene aanftotelyke Perfoonlykheid die wy alzins zorgvuldig tragten te vermyden, zoo is het verzoek van ons allen, dat wy by gelegenheid nader mogen begunftigd worden met een verder verhaal van dat zonderlinge Land en Volk.

WAT de Gemaaktheid, over 't geheel ge. noomen, aangaat, wy zullen in 't vervolg gelegenheid hebben om aan te toonen, dat jeder tak 'er van, onaangezien welke, de geenen die 'er aan fchuldig zyn, op 't zeerft min

S 5

[ocr errors]

minagtbaar maakt, het onderwerp is we zentlyk zeer uitgebreid, en de zotheid te ver ingeworteld, by luiden van alle foort en rang, dat de Spectatrice ze niet zou opgemerkt hebben: -maar wy zyn genootzaakt dat nuttig werk tegenwoordig uit de ftellen, en hier plaats te geven aan den derden Brief in ons Pakket, zynde van den volgenden inhoud.

[ocr errors]

"

[ocr errors]

AAN DE SPECTATRICE,

MEVROUW,

"Wy zyn gewoon te denken, even of de uitmuntende deugden, alleen by Perfoonen van hoogen afkomft te vinden waren, dewyl wy ons ligtelyk verbeelden, dat de opvoeding die ze ontfangen, en de door. lugte voorbeelden hunner Voorouderen, geene andere denkbeelden in hunne zię len kunnen voortbrengen, als grootmoedige, edelaardige, weldoende, en allen anderen, die den geene die ze betragten boven het gemeen verheffen; als wy Perfoonen van lager geboorte, en eene on. derwerpelyke opvoeding, met eene alge meene zedigheid zien te werk gaan, en n zich zien hoeden tegens fchreeuwende "misdryven, en ze al het betamelyk zien in agt neemen, zeggen wy, dat het vry wel is, en, dat het ook al is daar zy bekwaam " toe zyn, en wy verwagten 'er zelf niets meer van: Word 'er jets ongemeens

[ocr errors]

-

"

"

, verrigt door imant uit deeze laagfte Clasfe, zyn wy billyk genoeg om het aante. merken, als eene enkele toevallige zaak, zonder eenig foort van verdiensten toe te fchryven aan, of eenige meerdere oplettenheid te hebben voor de Perfoon die het verrigt heeft, als wy 'er te vooren voor hadden; en wy worden bezwaarlyk gebragt om te gelooven, dat 'er eenige "wezentlyke waarde zyn kan in een Ju weel dat ongefleepen, en maar in Loot ge » zet is.

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

20

[ocr errors]
[ocr errors]

Maar dat 'er kenbaare bedryven van uitmunde deugden geweeft zyn, lang voor men de menfchen met tytelen en fchelluidende Namen onderfcheidde, is te bewyzen uit die tytelen zelve, die, in hun eerfte gebruik, alleen gediend hebben, als eene aantooning en vergelding van voorbeeldelyke uitmuntenheeden. Van de Erffelyke zullen wy niet fpreeken, en 't zal genoeg zyn, 'er van aantemerken, dat zoo de erkentenis zoo ver gegaan is, van de verdiende Eer der Ouderen op de Kinderen te laten overgaan, daar meede niet allen eere aan dezelven, als enkef aan hen behoorende, is toegekend.

Want indien Zoonen afweeken van haar " Vaders deugden, en de afkomelingen van die, nog van hen ontaarden, (gelyk telgen van een boom, die, hoe verder van de ftam hoe ze weeker zyn), zouden wy vergeefs hoopen om ook eenige van die ongemeene voordeelen van hen te zullen

[ocr errors]

n ge.

[ocr errors][ocr errors]

39

genieten, voor welken hunne Voorouderen met tytels en waardigheeden verëert

waren.

[ocr errors]

Uit dit alles moet men niet denken myn » toeleg te zyn het Edel Bloed te doen misag ,,ten, de Vrugten zitten meeft aan 't jonge hout, 't geen uit den Stam gevoed word: al wat ik wel wenfte, is, dat men niet van gedagte ware, dat de deugd alleen " aan de hooge geboorte gehegt is; ook

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors][ocr errors][ocr errors]

2

,,

[ocr errors]
[ocr errors]

zou ik de Wereld wel willen overreeden dat de deugd en braafneid, waar ze ook gevonden mogte worden, zelf in den laagften rang onder het gemeen, altoos agr baar en pryswaardig zyn.

[ocr errors]

Ik ben tot deeze aanmerkingen geko men, door ooggetuige te wezen van een geval, van 't welke ik denke 't verhaal voor ท uwe Leezers zoo aangenaam te zullen wezen, als voor my geweeft is het by te woonen: dit is de reede dat ik het Uw toezende met verzoek dat het in uw » werkje mag geplaaft worden.

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

»gen,

[merged small][ocr errors]

Vooraf, Mevrouw, dien ik uw te zegdat ik een Man ben die de vreede bemind; en dat ik ver ben van my te ver" maken met de verhaalen, waare of ver

[ocr errors]

digtte, van Veldflaagen, Schermutzelin"gen, of Belegeringen, daar onze Nieuwspapieren meede opgevuld worden; ech"ter, of ik fchoon weinig op heb met de bedryven van den Oorlog te onderzoeກ ken, had ik onlangs nieuwsgierigheid ge-. noeg, toen 'er een uitfchot van onze Sol

[ocr errors][merged small][merged small][merged small]

daten zou gemaakt geworden, tot aanvul ling van de Compagnien die 't meeft te": Fontenay geleeden hadden, om te willen » zien, hoe dezulken, dien het te buurt zou vallen, het zouden aanneemen.

"

Ik ging dan op den geftelden dag, ontrent ten vyf uuren 's morgens na het Park van St. James, alwaar ik verfcheide Compagnien vond die derwaarts aan getrokken " waren, verzeld van duizenden van aan» fchouwers; fommigen in 't zelve oogmerk als ik, en anderen om 't belang dat zy ftel"den in deezen of geenen van de Manfchap » dien het te buurt kon vallen verzonden te » worden.

ONDER de laatste Clasfe van nieuwsgie rigen, was eene jonge Deerne, na uiterlyk aanzien van zeftien jaaren, en zoo uitnemend bevallig, dat indien haar Boerinne Kleeding in eene veel rykere verwiffeld "ware, zulks al de aanwezende oogen niet meer op haar zou hebben kunnen trekken.

[ocr errors]

"

[ocr errors]

"

De eenvoudigheid van hare houding, niettemin, en de verlegenheid die uitblonk in haar doen en manieren, terwyl zy met twee of drie Mannen fprak, die by haar ftonden, en meede Boerevolk fchee» nen, maakte my begeerig, om te weten, of het was om een Broeder, of om een Minnaar, dat zy zoo zeer verleegen » fcheen.

[ocr errors]

"

[ocr errors]

Ik maakte my daarop wat ruimte, door de menigte die tuffchen ons was, en drong zoo ver door dat ik genoegzaam hooren

kon

« VorigeDoorgaan »