Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

IK WIL wel bekennen dat 'er iets zeer teders en teffens heldhaftigs is in het geval dat de Heer R. S. ons meededeeld: de imborst van den boerfchen onbeleezen William is edel en grootmoedig, en 't zou eene groote onbillykheid wezen zulks niet te erkennen. Wat my aangaat, zoo ik zyn Kaptein was, zou 't myn toeleg wezen, om zoo braven knaap zyn fortuin te maaken: maar zoo groot is de vooringenoomenheid van de Wereld, dat de deugd zelf geen deugd fchynt, indien ze niet boven op 't rad van de Fortuin gezeten is.

Ik twyffel niet of veele fraaije feiten zyn verrigt door Perfoonen van laagen staat; welken, of in 't duiftere verborgen zyn, of, waar van den verdienden roen aan anderen is toegekend.

Ik wil zelf zoo ver gaan, van het als myn gevoelen op te geven, dat in de Opvoeding van een jong Perfoon, indien 'er geen groote voorzorg gebruikt word, om dezelve eene hoogagting, en ware liefde voor de deugd in te boezemen, volgens de ftrikte regelen van eer en billykheid, de deugd gevaar loopt, om door valfche denkbeelden, wegens eer en voeglykheid, bedurven te wor den; - en ik zou my eerder durven verlaten op de eerlykheid en edelmoedigheid van een man, die niet meer kundigheid bezat als door de natuur ons is medegedeeld, dan op eenen, die in alle andere dingen kundig ware, maar die, ongelukkig, de gevoelens en

denk

denkbeelden die de Hemel in alle Zielen heeft ingefchapen, en die, maar al te veel door booze hertstogten, en flegte voorbeelden verdorven worden, niet bezat.

Dus zal die arme Huisman die geene kwaade voorbeelden gezien heeft, enkelyk te werk gaan volgens de beginzels welken hem natuurlyk ingefchapen zyn, en die zekerlyk met regt en reede over een komen zullen.

HET IS, helaas! de overmagt van 't voorbeeld, en van voorbeelden welkers navolging wy denken ons ten eere te ftrekken, die ons op den dwaalweg brengen; waar uit wy genoegzaam kunnen afleiden, dat zy, die 't verfte afzyn van hen die zulke voorbeelden geven, de meefte hebbelykheid bezitten, om regt in handel en wan. del te wezen.

[ocr errors]

De Heer Charles Sedley zegt, cn 't is, 't geen de daaglykfche ondervinding ons als volkomen waarheid opgeeft, dat

Elk volgd het Voorbeeld, als een Wet die overheert,

Daar de beschreeve Wet, alleen door dwang

regeert.

MENSCHEN die eene bel rompe opvoeding gehad hebben, denken niet beter te kunnen doen, als zoo wel zy kunnen, de ma. nieren van de zulken die een ruimer Opvoe ding

voeding gehad Hebben, ha te volgen: en in zoo verre hebben zy gelyk, maar dan wenfehten ik wel, dat ze teffens gebruik maakte van dat verstand daar ieder burner fatuurlyk meede begaaft is, en dat ze onderzoek deeden na de daaden van die gee nen welken zy hen ten voorbeeld kiezen; op dat ze dezelven, alleen mogten navolgen in zulke dingen als pryswaardig zyn, en vermyden 't geen niet redelyk is.

Het ftaat my voor in een onzer voorige Vertoogen getragt te hebben om aan to toonen, dat niet uit de natuur, maar uit het bederven van onze natuur, al onze feilen en misdryven voortkomen.

•HET edelmoedig gedrag van den boetschen ongeleerden Willem toont watt den menfch uit zich zelven toe bekwaam is; al die ooit hooren zullen wat hy deed, zullen toeftemmen dat het eene wezentlyke grootmoedige daad was; et indich, wy in 't vervolg, na hy zoo wel de edelheid van zyne ziel getoont had, berigt wierden, dat hy zelfzugtig, bedrieglyk, of, in 't kort, op een andere wyze van een laag gedrag was geworden, dunkt my, dat men zou mogen denken, hem door flegte voorbeelden 'er toe gebragt te wezen.

MAAR men heeft Menfchen die eene ongelukkige getempertheid in hunnen aart heb.

4

hebben, en van welken men bekennen moct, dat ze de natuur eigen is, en in ver. fcheide gevallen eene deugd zoude zyn, dog welke zoo als ik ze aanftonds zal voorftellen, hooglyk te veroordeelen is.

't Geen ik meen, is die buiterspoorige fchaamte, door welke men vreeft ten spot te worden van de geenen daar wy meede omgaan, fchoon wy niets anders voornéemens zyn te doen, als 't geene door die zelf voor goed en regt zou erkend worden; - de zulken, om dat ze vreezer te zullen uitgelachen worden, wanneer ze niet doen 't geen zy anderen zien doen, oellenen daar. om eene blinde toegeeflykheid in alles wat hen voorgeflagen word.

Ik kan hier niet voorby om echige regelen te plaatzen uit het Lichtfluk daar Bu menes reets gebruik van heeft gemaakt, en genaamt is Proeve van Hekeldigt. Na daar in de kragt van 't Voorbeeld is voorge, fteld, gaat het verder, tu zegt (van verre nagevolgt

Het kwaadft van allen, en 't geen nimmet kan betamen,

Ís, om een goede daad, zyn's ondanks, zich

te schamen.

i

Die Averegtfche schaamt', kruipt 't meeft in by de jeugd, En ondermynd, helaas! hoe langs hoe meer, de deugd.

Hoe veelen kwamen niet tot ongebondenheden

Alleen om dat ze niet te rugge durfden treden,

tredens

Uit vreeze van, daar door, het doel van ieders spot

Te worden, en befaamt te zyn,

en zot.

als dom

Zoo ging men na 't Bordeel, met waggelende fchreeden,

En gaf allengs den schop aan het vermaan der Reeden.

[ocr errors]

Tot men niets meer ontzag, Waardin en Hoeren floeg,

Het al inftukken ftampte, en elk ten huis uitjoeg.

En zulk een Held, als hy, die ieder kan doen

f

vreezen,

Moet immers ruim zoo wys, als ftout en moedig wezen:

En al wat zedekunde, of Godsdienst ons ooit leerd',

En hem tans tegen is, is, daarom, heel verkeert.

Vooral daar Vrygeeft, en meer andere zulke Heeren

Op Ziel en Zaligheid het goed staan, en be

weeren.

Dus, fchoon 't gemoed hem pynt, om niet te zyn befpot,

Word hy, laf voor den menfch,vermetel tegens Godt.

Men zou veel meer ontrent dat onderwerp bybrengen knnnen, maar wy moeten denken om den Brief van Amunia, welke wy in ons laatste Stukje toegezegt hebben in dit te zullen plaatzen.

Als

« VorigeDoorgaan »