Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

dende aankleeving aan uiterlyke gebruiken, in fommige gevallen, en met zekere geaart heden, niet alleen een meerdere laagheid, en gebrek van oordeel aanduid. maar, dat het ook dienen kan, om veel flechter uitwerkingen te doen voortkomen dan 'er te wagten zyn, indien men 'er van afziet.

WANNEER men, met dat alles, van wederzyden geneigt is, om even zeer zyne verfchillende denkbeelden ftaande te houden, al was het ten koften van al de liefde en tederheid die ieder aan zyn kant met goed regt van den anderen mag verwagten, en dat men, in plaats van eene famenleving te houden overeenkomftig met de verbinte niffen die voor het Altaar zyn aangegaan, elkander behandeld als dit paar, dan zyn wy, allen die ons gezelfchap uitmaken, van gedagten, dat het eene mindere fchending van de geheiligde plegtigheid is, ge heelyk te fcheiden, dan verder te volharden in een ftaat, waarin, perfoonen wederzyds op elkanderen misnoegt, de minste gelégenheid waarneemen, om met nieuwe beledigingen, door woorden en werken, elkan. deren hunne verbitteringen te doen gevoelen.

Niettemin zal een iegelyk moeten toeftaan dat niets droeviger zyn kan als zulk een omftandigheid: Zulk een fcheiding, indien een van beide maar eenige over

blyf

blyfzelen heeft van die genegenheid die haar eerft te famen bragt, moet voor dien, of deeze, daar ze plaats houd, ruim zoo hard vallen, als die, welke door de dood veroorzaakt word; gemerkt de eerste 't gevolg is van eene eigenwillige keuze, en de laatste van eene nootwendigheid waar in de beminde perfoon van niets te befchuldi gen is. Wy moeten allen voor het nootlot buigen, en zy, die met de bereidwilligste onderwerping 'er geduldig onder zyn, toonen de meefte deugd, en fterkte van ziel te bezitten; maar als 'er een eigenwillige fcheiding plaats heeft tuffchen Man en Vrouw, is men aan wederzyden zeer geneigt te denken, dat de andere, het gefchil, en al den twift heeft doen voorkomen, alleen in 't vooruitzigt van een scheiding te doen gebooren worden en ontheft te wezen van een bedgenoot daar men geen behaagen meer in vinden kon.

MAAR hoe zeer de Wereld ook medelydend of geftreng omtrent een toeval van dien aart moge oordeelen, heeft het wel eens de aanleiding van zeer gelukkig her. eenigingen geweest: wy worden dik maals bedroogen door een tegenswoordig overval van driften, die zoo ver gaen dat ze ons geen tyd laten om te onderzoeken wat 'er in ons hart omgaat: - niets in gemeender dan dat wy ons inbeelden te

X 4

haa

haaten die wy op 't allermeeft genegen

zyn.

maar

SERGIUS is een zeer braaf man van zulk eene ongeftadige en gemelyke gefteldheid, dat, alhoewel hy enkel uit liefde met Aranthe, eene beroemde schoo ne, gehuwt was, geene twee maanden verliepen of hy gaf haar reede te denken dat 'er geen ongelukkiger Vrouw op aarde wezen kon; hy, aan zyn kant, was niet minder misnoegt over zyn ftaat, al de liefde die ze lang voor hem gehad had, en die in 't geheel niet minder was als die welke hem had aangeraden om haar te trouwen, was niet genoeg om haar zyne behandelingen te konnen doen verdragen:

zy vergold hem zyne gemelykheid met den intreft; hier kwam by, een nootlottige gelykheid in hunne geaarthe. den, die niet toeliet dat ze een van beide in iets toeftemde 't geen ze zelf niet voor geflagen hadden: beide vonden zy haar vermaak in 't altoosduurend tegenfpreken, beide waren zy 'er even ongeduldig onder, ieder denkende een vollen eisch op de oplettenheid van zyne gade te heb ben, en de onderwerpen in denken en doen aan hem alleen te behooren, wilde geene van beiden toeleggen om te verpligten, of te erkennen verpligt te wezen, of te kunnen worden. Sergius, als man en voogd wilde gehoorzaamt wezen, en Aranthe

[ocr errors]

Aranthe meinde dat zyne opwagtingen voor haar begeeren, even zoo ver moeften gaan als toen hy met zyne vryëry haare genegenheid tragtte te winnen: en dit wederzyds zoo niet betragt wordende, fcheenen alle tedere en genegene behandelingen, daar door, te wederzyden opgefchort, en de liefde geheel uitgedooft te worden. De Wereld die deeze tegenstrydigheeden in hunne denking naging, was 't niet alleen die 'er uit op maakte dat ze elkanderen op ?t bitterfte haatten, maar zy zelven dagten ook zoo, en wenfchten, met niet minder drift, na eene mogelykheid tot het verbreeken der banden daar ze meede vereenigd waren, als zy eertyds gewenfcht hadden om dezelve toe te haalen, en 'er door verbonden te worden,

In 't kort, hunne kregelheeden kwamen eindelyk tot zoo verre, dat 'er verders geene regelen van welvoeglykheid tuffchen hen in agt genoomen wierden; en het kwaad huishouden dat zy te famen hielden wierd zoo algemeen bekend, dat de vrinden van wederzyden het beter dagten dat ze fcheiden, dan voort te gaan, met alle die rondsom haar waren laitig te vallen met geduur zaame klagten.

De zaak wierd van beide zyden aan de andere voorgesteld, enzy beide betuigden er na te verlangen. Sergius ftond toe om X 5

voor

voor Aranthe, die hem niet veel ten huwelyk gebragt had, een jaargeld uit zyn inkomen vaft te zetten, om 'er van te leven;-enzy, van haar kant, verbond zich, om nooit eenige fchulden op zynen naam te maken, of hem op eenige andere wyze laftig te vallen; waar voor een van haar bloedverwanten zich als borge ftelde.

Zoo fcheiden ze tuffchen tafel en bed met al de noodige fchikkingen die konden plaats hebben, dog' niet geregtelyk; geen van beide had daar ooit op aangedrongen.

Zy fcheenen geduurende eenigen tyd wonder wel in hun fchik, en verklaarden in alle Gezelfchappen daar zy kwaamen, dat de dagh van hun fcheiden, hen meer vreugde verfchaft, en veel meer reede tot genoegen gegeven had, als zy ooit ondervonden hadden op hunnen trouwdag.

EN wezentlyk dagten zy ontheft te we zen van dien voorgaanden laßt, en zulks de grootste zegen te zyn die de hemel haar hadde kunnen schenken; maar hoe weinig kenden zy hun zelven, na weinig tyds wierden zy beter onderrigt.

De driftigheid en weerzin, die ze beide dagten met reden tegens elkander opgevat te hebben, uitgewafemt zynde, door een wederzyds fchelden, en klagen, en de twist geen verder voedzel vindende om 't ongenoegen gaande te houden, vervielen de hevige denkbeelden meer en meer, en

« VorigeDoorgaan »