Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[ocr errors][ocr errors]

meen de Meenigte, zulk een tomelooze Vryheit gelaten word, om ongeftraft de goede naam van dien ze hun ftem weigeren te verfcheuren;-indien een Candidaat, in een voorgaande Zitting, of op eene andere wyze, wezentlyk heeft doen zien, dat hem het waare Welzyn van zyn Vaderland niet ter harte gaat; indien hy niet onverzettelyk getraght heeft de hand te bieden, om de Balans van maght tuffchen den Vorft en 't Volk in evenwight te houden; indien hy zich, om eigen voordeel, of ten dienfte van die hem aangaan, heeft laten overhalen, tot dingen die tegens de gemeene zaak aanloopen, dan, ja dan, heeft de geringfte Engelsman die ftemmen magh, een ontwyffelbaar reght, om de beweegoorzaken, waarom hy zyne ftem aan zulk eenen weigerd, te openbaren.

Een Edelman, die een flegte leevenswys heeft, t zy hy een Schrokhart, of een Verkwifter is, kan men met grond en reede dughten, dat zou kunnen afgeleid worden om niet tot het ware nodige te besluiten, 't zy met belofte van zyne inkomften te vermeerderen, of, met toevoer van middelen om zyne dwaasheeden te agtervolgen; en dan, waarlyk, kunnen alle de bewyzen die van zyne flegte huishouding voor handen zyn, hem, als zoo veele beletzelen om verkoren te worden, werden tegengeworpen : maar ik heb nooit kunnen begrypen, hoe het gedragh van de Vrouw, de Moeder, of de Zufters, van zulk een Candidaat, op de zaak van zyne verkiezing, of afkeuring betrekkelyk kunnen gemaakt worden: niettemin worden al de

[ocr errors]
[merged small][ocr errors]

fouten van het geheele geflaght te dier tyd uitgebazuint, even of de arme Keurling te verantwoorden had, voor al de gebreeken van het geheele menfchdom.

HET gebruik by de oude Romeinen, zegt men, wettigt zulken handel; ik wenschte dat wy die beroemde Republicq navolgden, in zaken die vry roemwaardiger zyn: want ten aanzien van dat gezegde, ik heb het altoos aangezien als iets Barbaars, en niet betaamlyk met de Zeeden van een Volk dat den naam van beschaaft wil dragen.

Ik hoop dat men my wel begrypt, wanneer ik Stilzwygenheit ontrent het misgedragh van anderen voor fchryf, en dat dit alleen gefteld word te gaan, over het byzondere van Per foonen tot Perfoonen: om dat als de beleedigingen het algemeen aangaan, men zich daar van zekerlyk magh beklagen, van wat rang de Perfoon die ze doed ook zy, dewyl geen Volk anders op herstelling hopen kan; en te onderneemen om zulk een belediger te beschutten of te befchermen, is een verraat tegens het Volk te plegen, daar geen reede van vergiffenis voor overigh is.

De liefde van ons Vaderland, vereischt onze eerste en hoofdzakelykfte zorge, en wanneer wy de mintte fchets van een toelegh om het zelve te verdrukken komen te ontdekken, al ware het in den boezem van iemant die ons het allerwaardigst was, moet alle eenzydige genegenheit, alle byzondere vrindfchap, en alle voorige verplichtingen achter ftaan, voor 't belang van de algemeene zekerheit; die regel is door de voornaamfte Orateuren en Poëe

[ocr errors]

ten

[ocr errors][merged small]
[ocr errors]

ten in Redenvoeringen en Toneelstukken beweert, en met voorbeelden versterkt. Men hoore Brutus na hy even te vooren tot Befcherming van de Vryheid van Romen in Eedverbondfchap getreden was, en daar op ontdekt hebbende een Zoon van Cæfar te zyn, aan zyne meede verbondenen 'erkennis van geeft, en raad vraagende van Caffius, eindelyk ten Antwoord krygt: (*)

"

Uw Vaderland roept Wraak: die Stem moet gy verbooren:

„Zy is 't die in uw Hart de Stem van 't Bloed moet fmooren.

BRUTUS hierop zich tot de anderen wendende vraagt,

En gymyn Vrienden! fpreekt: waar toe geeft gy uw Stem?

[ocr errors]

Waarop, in naam van allen, door CIMBER geantwoort word.

[ocr errors]

Wy allen, ééns van zin, gedragen ons aan bem Indien wy 't Vaderland niet boven all' beminnen,

Zie ons meineedigh dan ten doel der Wraakgodinnen!

Maar wat beweegbt uw geeft, dat ge U aan ons gedraaght?

Laat Brutus zyn in 't hart door Brutus onder

vraagd.

BRUTUS.

Wel aan 'k ontdek myn Ziel. Wat wenschen kan zy vormen?

Be

[ocr errors]

Zie de Dood van CESAR, van den Heere CHARLES SEBILLE: 3de Bedryf. 2de Toneel.

[ocr errors]

Befchouwt all' de Yslykbeen die baar zoo wreed beftormen.

,, Ik, wanklende in zoo naar, zo fel een' Ziels

[merged small][ocr errors]
[ocr errors]

"

orkaan,

Коп туп
kloekmoedig oog van weenen niet
ont flaan,

Na zoo verwoed een' eed, om 't Vaderland

gezwooren:

Maar tevens in zyn bloed te doem myn Vader. fmooren,

Word myn' Geboorte een Vloek. Ik doem zyn beilloos feit;

,,Ik min zyn beldendeugd, fcbaam my zyn tederbeid.

[ocr errors]

Myn' Vader, myn' Tyran moet ik in bem befchouwen.

» Door Cæfar weggerukt, door Rome weder

"

bouwen.

» Word ik door affcbrik en meêdoogendheid verscheurt;

[ocr errors]

'k Wenfch om den dood, die hem noch beden valt te beurt.

"Ja, daar by 't Vaderland durft zoo veel ramps verwekken,

"Weet die Grootmoedige myn bart tot zich te trekken.

[ocr errors]

Ach! mogt de Vryheid zyn in flaverny ontäard,
Men fchonk bem't boog gebied; by is die Glory
waard.

Docb dit ontroere uw niet : ik voel myn Gram-
Schap branden,

»Op 't bloot herdenken aan vermeetle Dwinge

landen.

"Ik heb den Staat, 'k beb Uw, myn hulp, myn trouw belooft:

En

[ocr errors]

1

[ocr errors]

En 's Werelds heilstand zelfs duld hier geen opperhoofd:

,, Myn Pligt, verfchriklyk, door trouw my voorgeschreeven,

[ocr errors]

Doet my tans fiddren, maar zal Uw voldoe ning geven.

'k Moet Cezar fpreeken.... Goon! vergunt ons, dat die Held,

"Door my bewoogen, werde in Romens gunft ber fteld!

" Myn reede doe,bezield met uwe bemelkrachten, Dien grooten jchuldigen verandren van gedachten!

[ocr errors]
[ocr errors]

"

Zoo die Staatzuchtige dus niet vernederd word Stoot toe ik fuit myn oog,als gy bem neder stort. Geen Vaderlyk belang,doed my myn Land verraden.

Maar 't verhandelen van Nationale Zaken. vreemt zynde aan myn beftek, zal ik 'er hier van afbreeken; En alle Menfchen in de Wereld, voornamelyk van myne Sexe, aan pryzen, dat zy doch traghten goedaardigh en liefdadig te worden in het beoordeelen van 't gedragh hunner evennaaften, als zynde de eenige wegh, om zelve buiten op fpraak te blyven, al was hun gedragh, bui. (ten dat, geheel onfchuldigh.

De Brief geteekent ELISMONDA, als meede de JUFFERLYKE WRAAK, zyn ons ter hand gekomen, waar meede ons een groot vermaak gedaan is, ook belooven wy dezelven in ons naafte Stukje te plaatzen. Einde van bet Dertiende Boek.

« VorigeDoorgaan »