De levens-beschryvingen der Nederlandsche konst-schilders en konst-schilderessen, met een uytbreyding over de schilder-konst der ouden: Verrykt met konsterseytsels der voornaamste konst-schilders en konst-schilderessen, Volume 3E. Boucquet, H. Scheurleer, F. Boucquet en J. de Jongh, 1729 |
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
aldaar alommers altoos Amfterdam Antwerpen Antwerpfche Apelles begaf bekent benevens beruchten beyde bloemen Bloemfchilder braaf braave Breda broeder buyten Delf DERDE DEEL dert dewelke hy dewijl hy dewyl dien dikmaals Douven dronken duyzent feshondert duyzent zevenhondert eenige eerfte eygen fchilderde hy fchoone fereelen foort Franfche ftaan ftont ftukken gefchildert gelyk genaamt Gerard Hoet geweeft goed groote Hartog Heer heerlyk hunne huys inzonderheyt Jakob Juffer Keffel kleyn Kneller konft Konftbeminnaars Konftenaar konftftukken konftiglijk Konftkenners konftpenceelen konftrijke konftryken Konftſchilder konfttafereelen Koning konnen konſt konterfijten konterfijtfel konterfyten kruyden kwam laatften laatſte lacghen Leezer liet Londen luft maaken Meefter Milord moeft naderhant onderfcheyde onze penceel perfoon Pieter Schilder ſchilderde ſchilderen Schilderkonft ſchoone Sinjoor Spaanfche tegens têkenen tuffchen vader verbeeldende verfcheyde verzogt Vorft waarheyt want hy weerelt wiens wierden wiert wift wort zelve zien zijnde zitten zullen wy zynde