Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

dewelke dien Vorft, gevankelyk wegvoerde en hem in een gruwelyken Kerker opfloot daar hy zyn fchuld beleidende en God om vergevinge meekende, op den Troon van Juda herstelt wierd, om tot een voorbeeld aan andere Koningen te dienen, op dat ze God zouden vreezen, die verhogen en vernederen kan: Ook liet hy een Godvruchtige Zoon Jcfias na; dog na de dood van Jofias Ao. 606. nam de jongste zyner Zoonen, Joachas of Sellum genaamt den Troon in, die hy nog tans geen drie maanden kon bewaren; want Nec hao de Koning van Egypten joeg hem daar van af ftellende Joachim in zyn plaats; die door Nebucadnezar binnen Jerufalem belegert wierd, om dat hy een verbond met den Koning van Egipten gemaakt had : En den uitflag van deze belegering was, dat de ftad wierd ingenomen, den 1empel berooft en Joachim met een deel der Inwoonders Babel gevankelyk wierden weggevoert, waar onder Daniel en zyne Metgezellen waren, Joachim eenigen tyd tot Babel doorgebragt hebbende, wierd naa Jerufalem te rug gezonden, mits een zeekere fchatting betaalende ; dog zo dra hy wederom hersteld was, zogt hy de bescherming van den Koning van E. gypten, en vertrou vende op de by ftand dien hy hem belooft had, tond hy tegens Nebucadnezar op; en dewyl Jeremias hem dit zogt teontraden, lier hy hem in de gevankeniffe werpen: Dog dit koiten dien Koning het leven; want de Koning van Babel deze oproerigheid vernemende, liet Joachim dooden en

[ocr errors]

naa

ftel

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

ftelden deszelfs Zoon Jeconias in de plaats die maar drie Maanden op den Troon zat wanneer Nebucadnezar hem met zyne Vrouwe en Kinderen, als mede de Grooten des Ryks, naa Babel liet voeren waar onder Ezechiel en Mordechai waren, ftellende Sedekias de Oom van Jeconias in zyn plaats tot Koning van juda; dog die niet wyzer als zyne voorzaten zynde, wierd de oogen uitge ftoken en hy naa babel met een grooten buit weggevoert, de Tempel verbrant en de Stad verwoeft: Dog Jeremias kreeg vryheid om met eenige aldaar te bly ven. fchryvende aldaar zyne Klaagliederen. Aldus heeft het Koningryk van juda 507 jaaren, onder 22 Koningen geftaan. Romulus overwinnaar zyner Nabuuren gebleven zynde ftelde een form van Regeering op, wanneer hy in de moeraffen van Caprea fneuvelden; dog het volk, gelovende dat hy ten Hemel gevaren was aanbad hem, fchoon den Raad hem vermoord had. Ao. 512. Volgde Numa Pompilius als tweede Koning van Romen dic verfcheide wetten omtrent de Godsdienst maak-. ten, voegende twee maanden by het jaar,dat te vooren maar tien maanden had ; ook liet hy de Tempel van Janus bouwen, Ao. 669. Wierd Tullius Hoftilius, de derde Koning van Rome, lerende aan de Romeinen, de manier om ten ftryde te trekken, behalende groote voordeelen op zyne Nabuuren; onder het gebied van deezen Vorft viel de beruchten fryd voor, tuffchen de drie Ho racen en Curafen. Ao. 638. Wierd Ancus Mar

I 4

[ocr errors]

en

Martius, vierde Koning van Romen, verflaande de Latynen en valfchen; vergrootende Romen, deelt hy een Brug over den Tyber bouwen, om de twee deelen van de Stad aan een te hegten- Ao. 613. Wierd Tarquinius. de Oude, vyfde Koning der Romeinen. Deze Vorft, vergroote het getal der Raadsheeren. Hy overwon de volken van Toscanen, nemende hunne Koninglyke tekenen aan. Ao. 575. Wierd Servius, Tullius, zesde Koning van Rome; makende verfcheide goede Wetten, tot dat hy door zyn fchoonzoon Tarquinius vermoort wierd, van wien wy in het volgende Tydbeftek zullen fpreeken.

Z. Is'er niet meer aanmerkelyks in dit Tydbeftek voorgevallen ?

V. Ik zal het maar kortelyk aanhalen. Verfcheide fteden wierden door de Grieken gefticht. De LacedemonifcheOorlogen begonden. De Hoogmoed van Nebucadnezar wierd geftraft, na dat Daniel hem zyne dromen had uitgelegd. Balthazar, na dat hy zyn dood vonnis tegens de wand had zien fchryven, wierd gedood, door zes van de voornaamfte Perzianen, die opgeftemt hadden,dat hy wienspaard het eerfte in den morgenftond zoude brieffche Koning zou zyn; een van deze zes was Darius, die dit geluk, door het beleid van zyn Stalmeefter verkreeg, eindigende Ao. 532. het Koning ryk der Meden onder Cyaxares de 2. Cyrus tot zyn opvolger had, hebbende het voorige Ryk 211 jaaren, en zommigen zeggen negen Koningen. Cyrus maakte zig aanftonds meefter van Lydie, nemende Cre

zes,

fus

en

fus de Koning van het land, gevangen, hebbende zyne Overwinningen in Azie vervolgt, zo belegerden hy de Stad Babel, dien hy innam, alwaar Darius heerfchten, die hy In gevankelyk naa Caramanie liet voeren. dit tydbeftek, leefden de Griekfe wyzen, en den beroemden Efopus.

VYFDE ONDERDEEL.

Van de herstelling der Foden uit de Babeloni Sche gevangenfchap onder Cyrus, tot de o verwinning van Carthago.

Z, Hoe lang heeft de gevangenschap der Jooden in Babel geduurt.

V. 70. Jaaren gelyk den profeet Jefaia voor. zegt had, dat ze daar na in vryheid zouden hersteld worden, gelyk ook onder het geleide van Zorobabel gefchieden, zynde van het bloed der Koningen van Juda; en Jofua de Zoon van Josedek, bediende het ampt van Hogenpriester; doende cyrus aan de Jolen; de va ten tot den H. Dienft behorende wedergeeven. Zorobabel, vond nogtans veel tegenstreving in het herbouwen van Jerufalem en den Tempel, dewyl de Samaritanen het zelve zogte te verhinderen:, Cyrus zeven Jaren als opper-1 Heer van het Ooften geregeerd hebbende, stierf Ao. 526 In den oorlog tegens de Maffageten, wanneer hy in een tweede Veldflag door de Koninginne Tomiris wierd overwonnen, die hem het hoofd liet afflaan, dompelende het

[ocr errors]

zel

zelve in een vat met bloed; en Cambiles, volgden zyn Vader op den Troon Ao. 529. Regeerde de laatite Koning van Romen Tarquinus, die zyn Schoon Vader vermoort hebben de, het lighaam op de ftraat liet werpen, rydende zyn Wyf Tullia, over het lighaam van haar Vader: Dog ten laatften wierd Tarquin uit Romen gejaagd, met geheel zyn geflacht, terwyl by Ardea belegerde: Van dien tyd af wierd de Koninglyke Regeering in Komen vernietigt, en Burgermeefteren in de plaats verkoo ren, welk ampt aan Brutus en Collatinus ge geeven wierd. Tarquinus, bygenaamt de hovaardige, nam zyn toevlucht tot Porfenna, Koning van Clufium, tegenwoordig Chiufi in To canen, zoekende door zyn middel op den Troon hersteld te worden, dat hem miflukten, tot dat hy eindelyk te Cumes overleed; dog terwyl Porfenna en Tarquinus Romen belegerden, wierd Mutius Scevolo, die de Koning meenende te dooden, en zyn fchatmeefter trof, gevangen genomen, ftekende zyn land manmoedig in de vlam, dewyl dezelve gemist had. Clelia, vluchte uit het Leger in Romen en Brutus deed twee van zyne Zoonen sterven, die de Tarquinen hadden zoeken te herstellen: Ook behield Horatius Cocles de Stad, wederhoudende de Troupen van Porfenna op den Tyber brug, tot dat men die achter hem afbrak, wanneer hy in de Rivier fprong, en het gevaar ontzwom: Na de Koningen had Romen eerft een Ariftocratifche en doen een Ariftodemocratische regeering, tot op de burge Jyken Oorlog tufichen Cæfar en Pompeius,"

Waar

« VorigeDoorgaan »