vliegd, van de peftilentie die in donkerheid wandelt, nog van bet verderf dat ор den middag verwoest, daar zyn 'er duizend aan onze zyde gevallen, en tien duizend aan onze rechterhand, maar het verderf is tot ons niet genaakt; daarom moeten onze gebeden gepaard met dankzeggingen ten Hemel opklimmen en onze klaagstemmen met gejuich gemengt zyn: weenende over onze zonden die den toorn des Almachtigen over ons heeft doen ontbranden, moet men Gods langkmoedigheid pryzen, die ons tot nog toe voor een gewif fen ondergang bewaart heeft ; want het Zyn de goedertierendheden des Heeren, dat wy niet vernielt en zyn, dat zyne barmhertigheden geen einde en hebben, zy zyn alle morgen nieuwe, God heeft ons byzondere blyken daar van gegeeven, met nog 't voorledene jaar tot onze dagen toe te doen; indien gy dan weigerig zyt om u daar door te laaten trekken, of door zyne tucht onderwezen te worden zo zult gy het volle gewigt van Gods donder vloeken, moeten draagen, dien Hy over de wederspannigen gezegt heeft te zullen uitstor. ten: De Heere zal u de Peft doen aankleven op dat hy u verdoe van het land; uwen Hemel die boven uwe Hoofden is zal koper zyn, en de Aarde die onder u is zalyzer zyn. De Heere zal uflagen geeven voor 't aangezichte uwer Vyanden, om dat gy den Heere uwen God niet gedient zult hebben, met vrolykheidt en goedtbeidt des herten; zo zult gy uwe Vyanden dienen in honger en dorst, in naaktbeidt, in gebrek van alles, en by zal een yfe.

ren

ren jok op uwen balze leggen, tot dat by u verdelge, Gy zult eten de vrugt uwes buyks het vleefch uwer Zoonen en uwer Dogteren die u de Heere uwe God zal gegeeven hebben. Willen wy nu deeze bedreygingen van onze hoofden afwenden, zo volgt het geen die zelve woorden ons leeren, dienende God met vrolykheidt en goedheid des herten: met vrolykheid, om dat hy is de God onzes Heils die alleen waardig is bemind en gedient te worden; en met goedheid onzen evennaasten in liefde behandelende, medelyden toonende o. ver derzelver rampen', zo dat de liefde in alalle onze daaden doorftraalt. Eindelyk, die handelt als een verftandige die de Oogmerken Gods in zyne kaftydingen nagaat, en de wysheid booven het Goud en Zilver waardeert flaat den weg in om de zwarte onweersbuyen die boven ons hooft zweeven, te doen verdwynen; dan zal men ondervinden gelyk God door den mond van Jeremia heeft gefproken: In een ogenblik zal ik spreeken over een Volk, dat ik heel zal uitrukken en verdoen: maar indien dit zelve Volk zig van zyne bvosbeid bekeert zo zal ik berouw hebben van 't quaade dat ik 't zelve dagte te doen. Bedenkt dit aandagtig, waarde Leezers, en tracht met my verstand, wysheid en deugd te ver krygen, dan zal God ons als in de dagen van ouds, met zegeningen overftorten; en als wy zynen raad op Aarde hebben uitgedient, zal hy ons uit vrymachtige Genaade, booven alle loeyende onweders, bulderende ftormbuyen, en aardsche rampen, verheffen, ons voe

rende

rende in die zalige woonplaatze, alwaar rouw nog gekryt,nog arbeid zyn zal, en alwaar al❤ le onze traanen van onze vogen zullen afge droogt worden.

TWEEDE VERTOOG.

SCHOOLE

der

WETENSCHAPPEN

XII. Z A MENSPRAAK

Tufcben een Vader en Zoon

Żynde een vervolg van het Derde Deel pag 639.

Nu

Van de Chronologia..

Vader

u moeten wy zo kort doenlyk is de Chro nologia verhandelen.

Zoon. Wat verftaat gy daar door?

V. Het is de kennifle van de tydrekening, zo noodzakelyk tot het verftaan van de Hifto rien, om ieder zaak daar door onder het jaargetal te plaatzen, waar in die voorgevallen is. Z. Zyn 'er ook eenige benamingen, die dee ze wetenschap in 't byzonder eigen zyn?

V. Ja, als daar is een Feuw; een Luftrum zynde een Poetische tydkring van vyf jaaren; een Olympiade, of den tyd van vier volle jaaren die de Grieken van het vieren tuffchen de Olympische speelen telden; een Tydbeftek waar in veele zaaken voorgevallen zyn, niet zo zeer van een byzonder als wel van de Hiftorie in 't algemeen, dat tot alle volkeren toepaffelyk is; de Era of een vast punt destyds waar van men de jaaren reekent ; de Egira of vlucht van Mahomet, dat de tydrekening der Turken is; Cyclus Solis of Zonne cirkel, zynde een omwenteling van 28 jaaren, waar na de Zondagsletteren in de Almanacken geftelt worden, wanneer die wederom in dezelve order komen als te vooren; de Cyclus me tonis, zynde een beftek van 19 jaaren waar na het Maan en Zonnejaar, weder beide op een zelve dag begint; een Indictio, zynde een tydkring van 15 jaaren by de Romeinen gebruikelyk, gelyk men hedendaags aan het Pauffelyke Hof, omtrent de Bullen doet; Anacronismus, zynde de feylen in de Tydrekening begaan; en de Juliaanfche Periode zynde een tydkring van 7980 jaaren uitgevon den van Scaliger, zamengefteld uit de Cyclas Solis van 28 jaaren, de Cyclus metonis van 19 jaaren en van de Indictio van 15 jaaren, maakende te zaamen door een gemultipliceert 7980 jaaren uit.

Z. Wat zyn de voornaamste tydrekenin⚫

gen?

V. 1. de Olympiade gelyk wy zeide bevatten. de een tuffchen tyd van vier verloopen Jaa

ren.

Z. Wat waren dit voorspelen?

V. Deze waren ingeftelt ter eere van Her cules en geviert door het loopen om prys in de loopbaan, en naderhand door worstelaars. 2. De Tydrekening van Nabonaffar Koning van Babylon, die Ao. 3257 en 747 Jaaren voor de gemeene Jaarreekening begon te regeeren. 3. De Tydrekening der Seleuciden, die de inwoonders van Macedonien gebruikten, beginnende met de regeering van Selenous Nicator Ao. 3692, en 312. Jaaren voor de gemeene Tydreekening. 4. Het Juliaansche Jaar beginnende met de hervorming van de Roomfche Almanack door Julius Cæfar, die het gemeene Jaar van 395 dagen ftelden; en dezelve hervorming gefchiede Ao. 3958 en 46Jaaren voor de gemeene Tydrekening. 5. De Spaanfche Tydrekening, beginnende Ao 3966 en 38 Jaaren voor de gemeene Tydrekening, wanneer Spanjen, door de Proconful Domitius Calvinus onder de macht van Cæfas Octavianus gebragt was.6.De waare Christelyke Tydreekening, beginnende van het ware Jaar van Chriftus geboorte, nu 1745 gelegen, en dus vier Jaaren voor de gemeene Tydrekening. 7. De gemeene Tydreekening, die in de zesde eeuw begonnen is, wanneer de Christenen na de geboorte van onzen Zaligmaker de jaaren begonden te tellen, die wy fchoon men vier jaaren misreekent, in 't gemeen om 't gemak

met

!