Van het vierde Deel der Secretary van Apollo en Minerva.
A Anmerkingen over de groote kunft,om door eerlyke en geoorloofde middelen, in deeze Waereld ryk te worden. 167 en 291. over de Borstlap des Gerichts van den Hogenpriester Aaron, met alles wat daar toe behoorde 311 en 478. over de voorledene Winter, volgens de voorzeggingen in 't derde Deel van Pag. 724 gedaan.
377. over het Weder en Wind, zo als het in 't Voorjaar zou zyn. Andwoord van Letitia aan Emilia over de dood
over een aanmerkelyke droom. 447.
BRief aan den Informator, behelzende de
klachte van een Heer, die Broeder in 't Horendragers Gilde was geworden met het Andwoord.
72, 73. van B. M. raadplegende over het I verbreken van een Huwelyks-contract. 176. van Jean Sucree, die zig aanbied de menfchen in een nootzakelyke kunft te on. derwyzen.
van een arme jonge Dogter, die
een groot Huwelyk gedaan heeft. 236. van T. Koopman, met het Edic
van den Koning der beide Sicilien, ten voor- deele der Jooden.
Brief van den Informator, behelzende klachte over de flordigheid en morzigheid der Vrou
behelzende klachte over het on. betamentlyk Tabak rooken der Mannen. 744. van Aristus aan zyn Vriend Valerius, hem zyn nooit meer gehoorde ontmoetingen op zyn reis na de Middelandse Zee bekend .makende. (eerfte) van Polidoor aan zyn Zufter Emilia, haar bekend makende dat hy op een vreemde fchoonheid verlieft was geworden. 235.
(tweede) van Polidoor aan zyn Zufter Emilia, haar de dood van zyne Meestreffe bekend makende..
239 (eerfte) van Lizander aan Licius, met een verhaal van de treurige dood van zyn Kamerdienaar, en een aanmerkelyke Brief over de toeftand van de Hel aan hem geschres
(tweede) van Lizander aan Licius, hem bekend makende wat uitwerking de rampza- lige dood van zyn Kamerdienaar en die brief op zyn gemoed gehad heeft. 288. -van Emilia aan Leritia, om haar de dood
van Amanda bekend te maken.
- van Emilia aan Letitia, wegens een aan, merkelyken droom.
442. van Alcander een beroemd Engels Ge neraal aan zyn Vriend Junius, over de wroe. gingen van zyn geweten.
van Narciffus aan zyn Moeder Maria, wegens haar droefheid over zyn dood, en zyn ftaat van gelukzaligheid.
Brief van Amintor aan zyn Vrouw Levinia, om haar te vertrooften in de slavernye. 507. aan den Informator van Lucia, behelzen- de klachte over een Zotskap, die aloos in het gezelfchap pocht over de Minnebrieven die hy aan de Juffers fchryft, met het Antw. 621,622.
Goedaardigheid (de) word veeltyds zeer ver-
keert aan de menfchen toegepast. 604. Godslastering, verhandeling daar over.
Hiftorie van de Schepping tot de Zondvloed.
- van de Zondvloed tot de Roepinge van
: Abraham. - van de roepinge van Abraham tot aan de Zondvloed van Ogyges.
van de Zondvloed van Ogyges tot aan de Wetgeving. -van de Wetgeving tot de Koningen der Joden.
van de Koningen tot de Scheuring. 49. van de Scheuring tot de bouwing van Romen:
van de bouwing van Rome tot de herftel- ling der Joden uit de Babelfe gevangenschap.
van de herstelling uit Babel tot de over-
winning van Carthago.
van de verovering van Carthago tot de geboorte van Jefus Chriftus.
van de geboorte van Jefus Chriftus tot
Hiftorie van Conftantyn de Groote tot de op rechting der nieuwe Monarchyen. 163.
-van de opregting der nieuwe Monarchy- en, tot het nieuwe Keizerryk onder Charle magne, 260. van Charlemagne tot de eerfte Croisade onder Godefroi de Bouillon.
270. van Godefroi de Bouillon tot de oprech- ting van het Keizerryk der Turken.
274. van de oprechting van het Turkfe Kei-
zerryk tot op de Reformatie.
278. van de Reformatie tot de Revolutie van Spanje onder Philippus de Vyfde.. 279.
van de Revolutie in Spanje tot de Refo- lutie in Engeland onder George de Eerste. 282, van George de Eerfte tot de dood van
Keizer Karel de VI. 284. Hollander (de Verftandige) zynde een Verhaal van zeer veele merkwaardige Voorvallen; met leerzame Aanmerkingen doormengt. 120, 182, 343, 449, 555 en 657.
Nleiding van het Nieuwe Jaar.
LE Gran (Den Heer) Leeraar der Hervorm- de Kerke te Rochelle, zyn Zamenspraak met een Pater Jefuit gehouden. 688. Leugen (De) een Verhandeling daar over. 727. Lot (Het zamenfpraak daar over tuffchen Poi- mænius en Eufebius.
Pvoeding, de hedendaagsche is zeer bederf- felyk voor de jeugd.
Overstromingen van ons Vaderland, en hoe wy ons mer lydzaamheid onder de tuchtende hand Gods moeten gedragen. 633. Overwegingen, om het Vrouwelyk geflacht zo nuttig voor de zamenleving te maken, als het Mannelyke is.
Perfoneele ftaatkunde, zynde een verdediging van de cer der Kooplieden tegen den Adel, 89. R.
Rofalinde, brieven aan Sophia, waarom zy
haar Vaders huis verlaaten heeft. 203, 300,
STantvaftigheid in de Liefde, in een uitmun. tend en merkwaardig voorbeeld aangetoont. 623.en 722.
Erhandeling van de oorfprong der vrye Metzelaren in Engeland, met Authentike ftukken bewezen.
Wetenschappen, (Schoole daar van) 16, 131,
259,387, 5.15. en 643. Wysheid en deugd, in dezelve moet men gedu- rige voortgangen maken, dienende dit Ver- toog tot befluit van dit Werkje.
ZWeeren (lichtvaardig) verhandeling daar
« VorigeDoorgaan » |