Over den aard en oorsprong der cyclopie

aangezigt beenderen beenftuk beftaan beide beſtaan bevindt bindvlies boven bovenfte bovenkaak bovenkaakbeenderen brug van VAROLIUS corpora Cyclopen Cyclopie derhalve derzelver deszelfs dezelve zit dubbeld dwarfe eenige eerſte elkander gefcheiden enkelvoudige gezigtszenuw enkelvoudige oog enkelvoudigen oogbol fchedel fleuf fnuit foetus fpieren fterk gebrek gedaante gedeelte geflacht gefloten geheel gemis gevormd gezigtsbeddingen gezigtszenuw-gat grondvlakte groote herfenen GURLT halfronden der groote halvemaanswijze harde herfenvlies hazenlip herfenen en ruggemerg herfenfchenkels herfenzenuwen hetwelk hetzelve holte Hoofdvorm hoornvlies inééngefmolten inwendig kleine herfenen kraakbeenige maken masfa MECKEL menfchelijke vrucht midden misvorming mondholte Mufaeum navelbreuk nervus nervus abducens nervus opticus netvlies neusbeenderen neusholte onderfte onderkaak onderſte ontſtaan oogfpieren oogholte oogkas oogleden oogzenuw ooren regt reuk ruggemerg ſchijnt SEILER TIEDEMANN toeftand traanbeenderen traanklier tusfchen tweeen uitsteekfels uitwendig enkelvoudig uitwendigen neus verdubbeling verhemelte verlengde merg verlengfel vierdubbelde ligchamen vijfde vlies voorfte voorhoofdsbeen voorhoofdsbeenderen vormen VROLIK vrouwelijk wiggebeen zamen zamengefmolten zeef zeefplaat zenuwen zenuwpaar zigtbaar zwaardswijze uitſteekſels zwijn