Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

niet verwagten, dat ze eensklaps vallen en buiten gebruik zal geraken; maar zy, die'er, door komen te lyden, kunnen volgens myne Befchouwende Waarneemingen, zich reets verzekert houden, dat ze zeer in verval is gekomen: wy openbaren dit tot hunne vertroofting, en tot bevordering van zoo nuttigen hervorming.

Ik kan van dit onderwerp nogh zoo niet afscheiden, daar my te binnen komt, 't geen zekere Dame van myne kemis my gezeght heeft. Zy was eene van de eerfte voorftandsters van de Theetafel die ik ooit gezien heb. - Theeboey, en brood, en boter, was haar eenig voedzel, en het gezelfchap van de zulken, die even zoo groote liefhebsters waren als zy, haar eenige vermaak. Een toeval, dat niet behoeft opgegeven te worden, fcheide ons van elkanderen, geduurende eenen langen tyd, maar by het eerfte bezoek 't geen ik vervolgens tot harent afleide, was ik zeer verwondert, te vinden, dat ze geen Theeboey gebruikte, maar wel Groene-Thee, welke my dagt veel nadeliger voor haare gezontheit te wezen als de andere, dewyl ze van eene tengere en fchraale complexie was, zeer geschikt om te eeniger tyd tot de teering over te flaan.

Myne verwondering en gedagten aan haar gezeght hebbende, gafze my ten antwoord, Ik weet het datze niet goed voor my is; ik heb geduurig pyn in de maagb gebad, zedert dat ik ze gedronken beb; ik kan geen uur, op een gebeele nagbt, geruft door slapen;

-maar

[ocr errors]

maar, wat zal ik doen?

[ocr errors]

ik wil

nogb liever dat alles doorstaan, als myn verftand te verliezen: en ik verzeker u, dat indien ik my aan de Theeboey nogb langer gebouden bad, dat ik gek zou geworden zyn.

Die woorden, op't verzekerendít, en ernftigts gefprooken, deeden my toen niet alleen, maar nogh telkens, zoo dikmaals ze my in geheugen komen, lachen, over de verzotneit, om het Theedrinken, van de eene of de andere foort, als een zaak van zulken gewight te ftellen, dat 'er geen ander middel was, om 'er de kwade gevolgen van te ontgaan, als met de eene foort voor de andere te gebruiken, alleen om dat die het minfte kwaad deed.

Of nu deeze maandelykfche proeven uitgegeven worden, tot opbouw van de zeeden, en niet om de zwakheden van myne Sexe te vleien, zullen echter dezulken onder dezelven, die wel begrypen, dat al te veel, in alle zaken kwaad is, my echter niet befchuldigen kunnen, dat ik in dit geval, al te geftreng gehandeld heb.

Tot flot, niets behoort ingewillight te worden, tot het zoo ver in gebruik geraake, dat wy 'er niet van af kunnen zien, zonder moeiten, zoo dra wy vinden, dat het ons nadelig, of niet wel voegende is.

De Snuyfdoos en het ruikflesje, zyn geen onaardige meubeltjes onder de medevaart van een Juffer, en komen dikmaals: te pas, om een tuffenpoos in het gefprek aan te vullen, of in anderen gelegentheden;

maar

maar van wat goede diensten ze ook zyn mogen, zy verliezen haare waarde, door een al te menigvuldig gebruik, en niets is nadeliger voor de herfenen, of maakt iemant belachlyker in den ommegang, als geftadig de Doos of het Ruikflesje in de hand te hebben.

Ik ken eene dame die nooit aan tafel gaat zitten om te eeten, of zy heeft haar Snuifdoos naaft haar Tafelbord; en eene andere, die niet flapen kan, zonder haar reukflesje, met vlugh zout, onder haar hoofdkuffen;

dog ik zal het voorstellen van de gekheit deezer gemaaktheit, bewaaren tot een andere gelegenheit: -- Om de fchoone fchryffter van den volgende Brief niet te doen denken, dat haaren volgenden vergeten word.

[ocr errors]

Aan de SPECTATRICE.

Waarde, wyze Vrouwe,

de

Ik heb een vaft vertrouwen in uwe ken,,nis; en gy kunt 'er van verzekert zyn, wyle ik uwe raad vrage; een Compliment verzeker ik u, dat ik nooit myn ,,eige moeder gemaakt heb, nogh aan eenig ander menfch buiten u. Gy moet we

އ

ten, dat onder ruim een half hondert opwagters, die ik heb, 'er drie zyn, welke

zich vleien met de hoop van te zullen fla»gen; waarlyk niet geheel zonder reede, want zy hebben 'er alle drie, van myn kant, alle aanmoediging toe, die een eer baare juffer, op befcheiden wyze, geven

[ocr errors]
[ocr errors]

kan

دو

دو

,, kan en magh. Dogh ik zal u hunne Karakters opgeven, en de onderfcheide denkbeelden die zy in my verwekt hebben, op dat gy te beter in ftaat moogt zyn, te oor,, deelen, welken uit hen, ik dien te kiezen, »om 'er de medegenoot van myn leven van ,, te maken.

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

"

"

[ocr errors]

den:

De eerfte is een ryzigh aangenaam man, ,, van een deftige famille, heeft veel vaste ,, goederen; hy bied my een weduwe goed ,, aan, boven 't geen met myne goederen, fchoon die aanzienlyk mogen genoemt worden, overeenkomend kan gezegt wordaar en boven, is hy niet fchuldig aan deeze of geene ondeugd, en heeft ,, den roem van buiten gemeen verstandig te » zyn. noghtans, met dat alles, is 'er iets ,, in zyn Perfoon, dat my mishaagt. Hy ,,moeft, dunkt my, als wy alleen waren, ,, my van niets anders fpreeken, als van zy,, ne hartstoght; maar in plaats van dat, ,,fpreekt hy my van dingen, die hy dikmaals wel begrypen moet, dat met myn humeur niet overeenkomen; en, die ook wezentlyk veel te ernftig zyn, voor luiden van onze ,, jaaren; hy is drie-en-twintig, en ik maar zeventien. Wy waaren over een week ,, by een van myne Nighten, welkers huis ,, een uitzight heeft op volle Zee, nu geviel ,, het, dat wy uit een van de Venfters za,,gen, terwyl we wagten, dat myne Night beneden kwame, maar hoe denkt gy dat ,,hy my de tyd deed flyten? •'t was ,,met eenige droevige aanmerkingen te ma

[ocr errors]

دو

[ocr errors]
[ocr errors]

"

G

[ocr errors]

,ken,

"

[ocr errors]

ken, over de ongeftadigheit van dat loffe Element, over het ongelukkig lot van den braaven Admiraal Balchen, en 't verlies dat de Zeemaght en de Natie in hem » geleden had; even of ik wat te schaffen had, met dien Admiraal, de Zeemagt, of de Natie. Zou het hem niet beter gepaft hebben, dewyl hy dogh van de Zee fpreeken wilde, dat hy my vergeleeken had, "by Venus, toenze uit de Zee opkwam, of, by de bekoorlyke Hero, om welke Leander de Hellefpont wilde overzwemmen.

"

"

"

[ocr errors]

"

[ocr errors]

Duizend zulke, malle ogenblikken, zoude ik u kunnen opgeven; en schoon ik wel verzekert ben, dat hy me bemindt, dewyl hy verfcheide voorflagen van voordeliger "huwelyken heeft van de hand gewezen, in de hachlyke hoop, van my te zullen verkrygen, is hy echter zulken vreemden fchepzel, dat hy me nogh nooit gezegt heeft, zonder my niet te zullen kunnen leven, of "gezworen, dat zoo hy my niet krygen kan, dat hy dan niemant hebben zal;-maar ge noeg van deezen. Zie hier hoe de tweede is. ,,Hy is wezentlyk 't geen men een Minnaar noemt, hy volgt my waar ik ook "gaa. De fchaduwe van de Zonnewyzer is niet volftandiger rondom de fpil, als hy rondsom my zweeft; 't is zeker dat hy alles wat ik doe, of zegh, goed keurt, dikmaals doe, en zegh ik, 't geen ik zeer wel weet, dat ongerymt is, enkelyk, om eens te zien hoe hy 't opneemen zal: maar de arme bloed fchynt

"

[ocr errors]

"

[ocr errors]
[ocr errors]

II Deel II. Stukje.

I

geen

i

« VorigeDoorgaan »