Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[ocr errors]

heerd leggen, onder geweld en bygeloof daar de wil van den Vorft de eenige wet van het Volk is, en den fchyn van Godsdienft over de waare triumfeert; daar alle schriften en gesprekken over ftaatszaken, en het gebruik van de Bybel, onder bedryging van de zwaarfte ftraffen, verbooden is; - maar de reede waarom het Volk daar zoo zeer blind gehouden word, is voor ons klaar, een weinig onderzoek van zaken, zou daar dra ontdekken, wat misdryven het minifterschap in den Staat, en welke verheertheeden de Priesters in de Kerk begaan: maar in een Rege. rings wyze, als de onze is, kunnen zulke verbiedingen geen plaats hebben: - ieder onzer, die toebrenght tot het ondersteunen van de Regeering alhier, heeft een reght, on door de Regering zelve, beschermt te worden, in alle betaamelyke onderzoek, dat by komt te doen, tot ontdekking van ondeugende verrigtingen, zoo van die welke in de boogfte Staaten des levens geplaats zyn, als van die zich in de laag fte bevinden.

Toen Richard de I. gebynaamt Leeuwsbart (a), door zynen yver voor het Christendom, en volgens het voorbeeld van verfcheide Koningen en Princen van dien tyd, beflooten had, na Jerufalem te gaan, om de ongeloovigen te beoorlogen, waren veele van zyne onderzaten grootelyks misnoegt,

ten

(a) De XXIV. Koning van Engeland van AO, 1189. $ot 1.99.

[ocr errors]

ten aanzien van de onkoften, welken uit zulken onderneming voortkomen moeften, en die zy zeer wel te gemoet zagen, dat uit hunne beursfen zouden moeten gelight worden. Deeze goede Koning beright zynde van hunne klaghten, en zeer bedught zynde, van het gevaar, dat hy liep, om een algemeen misnoegen van de Natie op zich te halen, bedagt een middel, om zyn oogmerk te kunnen vervorderen, zonder zyn volk te bezwaren; hy verpandde de Stad Londen, aan de Ridders van Maltba, voor een groote zomme Gelds, welke Obligatie betaald moeft worden, by vastgestelde jaarlykfche betalingen, uit zyne eigene inkomften: nooit wierd 'er ten aanzien van deezen Oorlogh eenigen impost uitgedaght, of eenige belafting over het Volk gebraght, om die onkoften te vinden; dit deed eenen Feofry Rudal een van onze Poeeten, en die de Koning op den overtogt verzelde, dit veersje maaken.

De Engelfche Koningen moeten rekenschap geven

Aan alle ware Landsluiden, boe of zy leven,

Of zy zullen ze niet beschutten tegens gevaar

Noch tot onderftand iets leenen voor

waar.

Het zou dan hart zyn, indien zy, die ver

ge.

[ocr errors]

genoegd de koften dragen, van Legers en Vlooten, van Onderftandgelden, Onderhandelingen, Congreffen, en Ambaffades, de Vryheit niet hebben zouden, om te mogen vragen, hoe, en tot wat dienften hunne gelden gebruikt zyn. Het Volk van Engeland is altoos bekent geweeft, van zeer vafthoudende te wezen, omtrent hunne Vryheit ten deezen opzichten, en Godt behoede het, dat ooit dien roemrugten geeft van nayver welke in zoo veele gevallen, het invoeren van de willekeurige magt belet heeft, zoude verlooren worden, en niet altoos zoude werkzaam blyven, tegens allen toelegh, onder wat gedaante, naam of fchyn, die ook voorkome, om de vryheit van dit Volk te onderdrukken.

De maght om Vreede of Oorlogh te ma ken, is zekerlyk in handen gefteld, van hem dien op den Throon gezeten is; het is 't ontwyffelbaar voorreght van de Kroon; en droevig zou den dagh zyn, op welken een van de twee andere Staten van het Koningryk onderneemen zouden, 'er de hand aan te flaan. Nootlottige uitkomsten zyn deswegens bekent, en wel zulken, dat ik hoop, ze zullen in alle volgende tyden, tot bakens en voorbeelden ftrekken; maar hoe groot en uitgeftrekt die magt ook zy, dezelve beneemt geen eenen Eugelsman het reght, om te onderzoeken, door zynen reprefentant, als Lid in 't Parlement gezeten, wat beweegredenen den Souverein hebben

magh,

magh, om een Oorlogh te verklaren, of eene Vreede te fluiten.

Het is een erkende ftelregel, dat de Koning zelve geen kwaad doen kan: welke misflagen 'er ook in 't ftuk van Regeeren voorvallen, zyn geheiligde perfoon is altoos buiten betrekking; maar ik weet niet dat 'er een wet is, en ken 'er geen reede voor, welke ons beletten zoude, om het gedragh van zyne Staatslieden, Admiralen, en Generaalen, niet te onderzoeken, wanneer ze verdagt worden, nadeelige maatregelen genoo⚫ men te hebben, tegens de eer en de belan gen van het Koningryk.

De laagfte perfoon heeft al zoo grooten reght, als de hoogft vermoogendite, om een voldoenend verflagh te verwaghten, in allen zaken, die het gemeenebeft aangaan.

Hy heeft 'er zyn Al, even zoo wel in als de allerrykste, en 't is in het zelve geval, en gevaar, als het hunne; en in geval 'er Moffelary of valfche fpeelders streeken plaats hebben, by hen die de Bank houden, en de kaart keeren, moet hy het zyne, even als de anderen het haare verliezen.

Dit is zoo regtmatig, zoo natuurlyk, en zoo overeenkomftig met die vrydom, waar op onze Regering is gegrond, voor ons, en onze nakomelingen, dat de geenen welke ondernoomen hebben, 'er iets tegens aan te vangen, zoo verkeerdelyk gedaan en gezeght hebben, dat 'er klaarlyk uit bleek, hoe ze zich de zaak zelve schaamden, fchoon,

ze

[ocr errors]

ze zich hadden laten overhalen, om 'er voor op te komen.

Maar, of deeze nieuwsgierigheit niet alleen verfchoonelyk, maar pryzslyk is, zoo kunnen 'er echter wel redenen zyn, die het onpaffelyk maken, gelyk ik voorens gezeght heb, voor iemant die op zich zou willen neemen om 't gemeen daar in te voldoen, of fchoon hy de befte bewysmiddelen, en grootste bekwaamheden, 'er toe in hadde.

Deeze onderdeeling kan nogh dienen om Mr. Politicq te overtuigen, dat de Spectatri ce niet zoo volflagen onverfchillig, en ongevoelig is, omtrent de gemeene Zaak, als hy zich heeft ingebeeld; en zoo hy erkent, ['t geen hy niet ontkennen kan,] dat de deugd het heerlykfte befchutzel voor, de Vrybeit is, zoo moet hy te zelver tyd erkennen, dat eene poging, om de Zeeden: van ieder in 't byzonder te verbeteren, de eerfte ftap is, welke gedaan kan worden, om eenen algemeenen Tver te ontvonken, tot handhaving, en vaftzetting van die voorreghten welke onze voorvaderen, ons met hun bloed gekogt hebben; en van welke wy de verbintenisfen weder vernieuwt hebben, ten kosten van onze bezittingen.

Op deeze voet, heb ik deeze Befchouwingen derhalven van den aanvang af, geschikt, en zal 'er niet van afgaan, zoo lang ze vervolgen zullen: - maar dit verzeker ik myne Leezers, en Mr. Politieg in 't byzonder, dat, wanneer iets nieuws, dat nergens

« VorigeDoorgaan »