"

"

"

eerfte ftellingen, en wederleggingen van de Dames zelf, niemant nogh in gedag ten zynde, dat het een volflage twiftgefprek worden zoude, 'er te min oplettenheit by my, even als by anderen, geweeft is; en dus kan ik, inet die genoeg fame naauwkeurigheit, dat begin niet „ven, gelyk ik hoop dat tans gefchiet ,, wegens 't geen verder te dier gelegenheit gezeght is geworden!

"

SAMENSPRAAK

TUSSCHEN

opge

Eene ENGELSCHE en eene HANOVERSCHE DAME

Waar in de oorzaken verklaart worden, van de ongelukkige omftandigbeit, tuffcben gemelde Natiën, in elkanderen geene waare agting, nogh opregbte toegenegenbeit toe te dragen, noch te betoonen.

DE HANOVERSCHE DAME.

't Geen gy gelieft tegens ons by te brengen, ter zaake van onze Verbeelding, zegt niets: in tegendeel hebben wy reede, en onwederfprekelyke bewyzen, om ons deswegens te mogen beklagen: - Hebt gy ons niet berooft van de tegenswoordigheit van onzen dierbaren Keurvorft, en van die van zyne geheele beminnelyke Familie?

L 3

- Zyt

Zyt gy tans niet in 't bezit van al de Zegeningen, uit zyne aanwezentheit voort komende, welken ons natuurlyk toebehoo ren, en daar we, na uwe Verbeelding, geen deel altoos meer aan hebben moeften.

Van waar anders de bitterheden, de mur mureeringen die 'er ontstaan, zoo dra 'er maar gerept word, dat zyne Majefteit ee nen overtoght, na deszelfs Duitfche Staten ftaat te doen: zelf dan, wanneer uwe eis gene Belangen, zyn aanwezen op het vafte land vereischen? Is het verder niet klaar, dat, wie onzer ook oplettenheit voor zynen en uwen Vorft betoont by uw aangezien word, als een' die zich zoekt in te dringen? Worden zyne geboorne Dienaren niet van hem geweerd, door een Volk dat al de voordeelen van zyne Regering alleen gehiet? en, niettemin, de allerminste gunftbewyzen misgunt, aan de zulken, die met den Vorft, in eene zelve lught gebooren, en, veele van dezelven, het geluk gehad hebben, van hunne kindsheit af, met, en benevens zyne Majefteit opgevoed te worden. Kan 'er iets onrechtvaardiger, iets wreeder tegen ons, en iets verontwaardigender tegen den Vorft uitgedaght worden, dan hem het reght te willen ontneemen, van zyne eigene Dienaars uit te kiezen?

ENGELSCHE DAME. Ik geloof Mevrouw, dat 'er onder de Engelfche Natie luiden zyn, welken geen doorzight genoeg hebben, om al de onwaardeerbare voordeelen deeze

? Ko

Koninkryken aangekomen, toen het Door lugtig Huis van Hanover deezen Troon beklom, te kunnen zien; maar, Mevrouw, de Engelfchen zyn, in 't algemeen genoo men, nooit voor een ondankbaar, of onberbergfaam Volk bekent geweeft: en nogh minder kunnen wy, met eenigen fchyn van waarheit, van deeze ondeugden befchuldigd worden, na wy alles gedaan hebben, wat in ons vermogen was, om te betonen het gevoelen dat wy hadden van laatftleede haarer Majefteits, en zyne tegenswoordige Majefteits Goedheit voor ons, in ons onder haare Protectien te neemen. En hebben wy niet die Claufule in de Acte van aanftelling, waar by het zyne Majefteit niet vry ftond, om na Hanover te gaan buiten toeftemming van het Parlement, te niet gedaan? →→→→ Hebben wy de Koninklyke inkomften, of civiele Lyft, niet genoegfaam verdubbeld, in vergelyking van 't geen aan voorige Koningen was toegeftaan? - Hebben wy niet van ons oude voorreght, het onderzoek, en verbetering vorderen, van de bezwaarniffen tegens de Geld-Bills, afgestaan? Hebben wy piet, zonder bepaling, alles wat verder verzoght is, toegeftaan, en gereedelyk bewil ligt, zoo menigmaal het voorgeflagen is, om ons Credit ergens toe te laten dienen? →→→→→ Dat alles, ftelik, zyn geene Verrightingen die enkele gevolgen zyn van plight, maar uit. werkzelen van de tederfte Genegenbeit en het innerlykfte Vertrouwen, dat ooit eenig Momarch, by zyne Onderzaaten gevonden heeft:

L4

heeft; nogtans wil ik wel erkennen, dat, met al wat wy doen kunnen, niet te veel kan gedaan zyn; maar my dunkt het is onedelmoedig, dat men, 't geen meer als pligtig ge daan word wil verkleinen, met 'er een fchyn van eigen belang en baatzught aan te willen hegten; want, waarlyk, het is 'er ver van daan, dat het Belang van deeze Ryken bevordert word, door te menigvuldige overtoghten van zyne Majefteit na Hanover; of, dat het toeftaan van alle verzoeken die de Kroon maar doed, ftrekken zoude, ten voordeele van onze Vryheit, voor het toekomende, of fchoon dezelve, in den tegens woordigen tyd, door dat vertrouwen, niet mogte komen te lyden.

HANOVERSCHE DAME. Hoe gemakkelyk is het de dingen een' draai te geven! Iemant die geheel onbewuft van de Engelfcbe Zaken is, zou, uit 't geen gy gelieft te zeggen, wel denken, dat de Koning onbeantwoordlyke verpligtingen aan het Volk had:

daar in de wezentlykheit, al wat gy gedaan hebt alles onder den fchyn van Genegentheit voor hem, alleen gefchiet is, om uw zelven dienst te doen, gelyk ik meen, dat een ieder die myne bewyzen hoort, zal moeten erkennen:

In de eerfte plaats, had gy reeds vooraf de voordeelen gefmaakt, van 't aanwezen zyner Majefteit te Hanover, door verfcheide Onderhandelingen welken aldaar 't eerft begonnen, en, door zyn aanwezen, voortge

zet

zet zyn, met een Gevolg, dat niet te verwag ten was, indien hy 'er niet zelf in Perfoon geweeft ware. Verfcheide voorige Traktaten hadden Uw in droevige omstandigheden gebraght, dus wift gy niet, hoe hem tydigh genoeg te hulpe te roepen, om 'er Uw uit te helpen, en dat was de reede, waarom voorzien is geworden, dat de Claufule van de Acte van aanstelling is ingetrokken, als wel duidelyk blykende, dat dezelve hem zoo lang in Groot-Brittanien zoude kunnen ophou den, tot het te laat ware: zoo wel om Verbonden aan te gaan, ten voordeele van GrootBrittanien, als om het fluiten van anderen, tot deszelfs nadeel, onder de Vorften op 't vafte land, voor te komen.

Het vermeerderen van de Civiele Lyft, of 's Konings inkomen, dunkt my, was het Tweede punt, onder de verpligtingen die de Koning aan het Volk moefte hebben: maar, Me vrouw, zoud gy kunnen ontkennen dat Engeland in die vermeerdering, niet voorgehad heeft, zyne eigene uitmuntende en toeneemende Grootheit aan de Wereld op 't luifterrykft te vertoonen! - Is de Grootdadigheit van den Vorft, geen bewys van den Rykdom van het Koninkryk? en, buiten dat het eene huishoudelyke grootheit is onder uw, geeft het uw geenen roem buitenslands, vermeerdert 'er uw Credit niet meede, en worden vreemden 'er niet door aangelokt, om hunne Schatten, in uwe Fondfen te besteeden? Maar in spyt van al de voordeelen die 'er uw door aangekomen zyn, →→→→→