zyne belangen beantwoorden moet; en, zoo zyne Brittifcbe Majesteit 'er niet in voorzien hadde, zou het maar zeer weinig moeite gekoft hebben, om den Koning van Sardinien te onder te brengen, en langs dien wegh in Italien meefter te worden van al de Heerfchappyen die de Koningin van Hongal yen daar bezit. De Oostenrykfcbe Erfgoederen in Duitsland hadden dan moeten volgen, en waren een prooy geworden; Portugal zou daar na 't zelve nootlot hebben onder gaan, dan Vlaanderen, en die alle opgeflokt zynde, zouden de Vereenigde Nederlanden onder die triumfeerende magten hebben moeten buigen, en Groot Brittanien azé verder alleen' af te waghten gehad hebben. Wat kon Groot Brittanien dan beter doen, of gedaan hebben, als te maken, dat die oogmerken geftuit, en 't kwaad in zyn opkomen gefmoort wierd, eer geheel Europa verwoeft, en deeze Ryken, als onder dien puin begraven wierden 20 425

ENGELYCHE DAME Een fhellen loop van Overwinningen! waarlyk, de tyd van al de oude overwinnende Helden geeft ons geen eenen voorbeeld van zulke veroveringen op. Alde feiten van Wapenen van madis van Gaulen, Don Bellian van Grieken, de zeven Kampoegters, en van hun gebeeke Gilde, waren alle maar oprullen by deezer!

Welwel, ides Franfchen en Spanjaarden zyn Tygers in loosheit en kraghten!traar my dunkt dat de Oostenrykers,

de

de Sardiniers, de Portugeezen, de Vlamingers, en Hollanders U weinig verpligt zyn, dat gy ze voor zulke zotte weerlooze lammeren aanziet, dat ze maar zoo wech te neemen, en te verfcheuren zouden geweeft zyn, indien niet een Engelfche Dogh het belet hadde.

Dogh om ernftigh te fpreken, indien 'er den minften grond was, om te vertrouwen, dat den toelegh daar gy van fpreekt uitvoerlyk ware, of flegts gefmeed ware, waarom moeft Groot-Brittanien dan het eerst in de weer zyn, daar het, volgens uw plan, het laatft ftond aangetaft te worden? Het kan niet ontkent worden, dat de Koningin van Spanjen de bevordering van de grootheit haarer Zoonen, zeer ter herte gaat; en men kan met genoegzame waarfchynelykheit verzekeren, dat Vrankryk, haare ontwerpen, in dien opzichten, zekerlyk onderfteunen zou; de Koning van Sardinien zou dan onwederfprekelyk iets te dugten hebben, indien het etablissement voor Don Philippus plaats mogte krygen, om dat zyne Staten geheelyk beklemt zouden zitten tuffchen Vrankryk en dien Staat, welke aan Don -Pbilippus zoude bezorght worden maar de Koning van Portugal, ziet gy wel, heeft niets te vreezen; en of hy fchoon bezitter is van fchatten, die de gierige Overwinnaars kunnen aanlokken, bezit hy, niette-min, zyne fchatten in Vreede en Zeker-heit, en ziet met medelyden de nayver, flaatzucht, en verfcheuringen, die 'er plaats

"

heb

hebben, hunnen gang gaan, zonder zich te ontruften. De Hollanders insgelyks, hebben een Franfch Leger in hunne nabuurfchap gezien, en hebben het wechneemen van Menen, Yperen, en Furnes weten voor te komen zonder zeer groote ongeruft. heit te betoonen: de zoetheeden van eenen onafgebrooken Koophandel, zyn, in het tegenswoordige, voor hun van duizendmaal meer verlokkend aanbelang, dat al de bullebaks Hiftorien van de gedroomde algemeene Oppermagt, hen voor het toekomende zou kunnen verzetten. Zy kunnen niet begrypen, waarom ze van een wezentlyg goed, dat ze daaglyks genieten, zouden afftaan, voor eene ydele harfenschim, eene te zoekene Glorie voor het toekomende: of, om hun vermogen, en Koophandel te wagen, enkel om dat de Schaal van Magt, tuffchen de Huizen van Bourbon en Ooftenryk, niet aan de eene of andere zyde kome over te flaan. Het is waar, tot nako

ming van hunne Verbinteniffen, hebben ze, eindelyk, de Koningin van Hongaryen eenigen byftand gegeeven; maar de menigvuldige eifchen, en de lange uitstellen die ze gemaakt hebben, toonden klaarlyk, met hoe veel onwilligheit zy 'er toe gedrongen wierden, en hoe fchoorvoetende zy waren om met Vrankryk te breeken.

Daarenboven, Mevrouw, is het altoos een vafte ftelling geweeft, dat Engeland nooit Oorlogen op 't vafte Land voeren moefte als Bondgenoot met de Duitfchers, II Deel III. Stukje, ́ M

ten

ten ware, dat het 'er alvoorens toe ver zoght wierde. Hoe ver zyn wy dan niet. van dien regel voor ons gedragh afgeweken federt de belangen van Hanover teffens de Belangen van Engeland geworden zyn! en hoe weinig mogelykheit is 'er voor ons, om een Land met eenige toegenegenheit aan te zien, welkers Bontgenootschap ons zoo duur komt te ftaan, en om wiens wille, wy zulke zwaare flagen hebben moeten lyden, op de tederíte plaatzen van onze Vryheit en Glorie.

De HANOVERSCHE DAME. Zoo fchielyk niet, Mevrouw, bedaar: indien al t geen gy zegt, op wezentlykheit gegrond ware, ['t geen ik in geenen deele toeftaan. kan,] zou nogh moeten bewezen worden hoe, en waarin, uwe Vryheit en Glory heeft komen te lyden, door eenige oplettenheit die uw Miniftery voor ons zoude mogen gehad hebben.

De ENGELSCHE DAME. 'T is my leet,. Mevrouw, genootzaakt te worden, om verder te gaan, als ik voornemens was, en iets te moeten zeggen, dat, mogelyk, al wat fcherp zal opgenomen worden; maar al de Vrindschap en toegevenheit welke wy gaarne aan Perfoonen op zich zelven aangezien, bewyzen zouden, moet ter zyde ftaan, wanneer we de eer en het reght voor ons Vaderland te betragten hebben: Dus moet ik u zeggen, Mevrouw, dat de Vryheit een wezentlyke Harfenfchim is, in

een

een Land, daar niemant op eenige Gunst te hopen heeft, indien hy zich niet wil voegen om buitenlandfche Grondregelen aan te neemen, regelreght aanloopende tegens die van zyn eigen Vaderland. En de Glory en roem van een Koninkryk, is wel laag en jammerlyk wech gezonken, als het eene Provintie geworden is, van een klein landfchap, gelyk Hanover altoos was, en nogh wezen zoude, indien Engeland tans ware gelyk het eertyds geweest is.

De HANOVERSCHE DAME. Dit alles laat zich zeggen, en ik weet het is den gemee nen kreet; maar, Mevrouw, bewys het ftellige, en toon, welke wezentlyke weldaden Hanover aangekomen zyn, doordien deszelfs Keurvorft den Brittifchen Throon beklommen heeft.

De ENGELSCHE DAME. Dat kon gemakkelyk door velerlei omftandigheden gefchieden; maar dewyl, niet het geene Hanover gewonnen, maar 't geen Engeland verlooren heeft, de billykheit van onze klagten moet bewyzen, zoo zal ik my zelve daar by houden.

De Wereld ziet, met verbaaftheit, de zelfsvernielende Ontwerpen, welken in deeze laatste Jaaren beoeffent zyn; - onze onderwerping aan meeft al de Mogentheden van Europa; de oneindige Verbonden daar wy ingetreeden zyn; -al de Tractaten gefloten of gebrooken, zoo dikmaals als de belangen van Hanover zulks geëifcht hebben; dit is M 2

het