Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

knorrig Poëet aan zyne landsgenooten ver wyt, als hy zeght:

Daar de algemeene ramp doed lachen, kan
vermaken

Beboeft men Rynfche Wyn nogh 't zap van
Muskadel.

't Is waarlyk tans geen lachens tyd, en ik vraagh over myne uitgelatenheit verfchoning: in plaats van die onze droevige denkbeelden te vervrolyken, moeften wy eerder zien al onzen vlyt aan te wenden, om, en hoe, de ellendens te boven te komen; 't geen alleen gefchieden kan, met een allerftrikste zuinigheit in onzen leefregel van Kleeding, Tafel, en verderen Toeftel in te voeren: in 't kort, met onze verteringen in 't benodigde, zoo wel als in onze vermaken, zoo veel mo gelyk is, in te korten; [hoe zullen wy anders in ftaat zyn, om die Impoften te betalen, welken vereischt worden, tot het onderhouden van den Oorlogh ?] en met harten en handen yverigh ten Hemel te heffen, en te bidden, dat hy den Oorlogh wil doen eindigen, in eene eerlyke en duurzaame Vreede; dat hy de oogen van de hoogverhevene heerszuchtigen wil openen, op dat zy zien mogen, hoe zeer ze dwalen; en, dat allen roof, en vernielingen, mogen ophouden.

t t

Maar, of fchoon ten algemeenen beste van geheel Europa, zoo wel als van ons zelven, te wenfchen ware, dat de onlusten op het vafte Land in 't vrindelyke ge

fuft

fuft wierden, echter, indien de Vreede zoude geflooten worden, zonder dat wy eenige Voldoening bekwamen van de zyde van Spanjen, voor de beledigingen, en fchadens, die wy 'er van ontfangen hebben, zoo geloof ik, dat geen eenen Brit zich bekommeren zoude, al wierd de geheele maght onzer Wapenen, tegens die trotfche Mogenheit aangevoert, om onze verwelkte Lauren weder te doen Groenen, onzen Koophandel te Behouden, en onze Volkplantingen te Verdedigen.

Dit is waarlyk onzen eigenen Oorlogb, die door alle Wetten, Goddelyke en Menfchelyke gebillykt en geregtveerdigt word:

In deezen, zoo wy veroveren, hebben wy de voordeelen voor ons zelven ; daar en boven zyn de Zeeslagen, als ze met goeden ernst gegeven worden, zelden van kwaden uitAigh voor Engeland, maar te Land, is het altoos, meer als waarfchynelyk, dat de Oorloch ons ten nadeele uitvald; zelf door onze overwinningen, dewyl ze ons op meer komen te ftaan, dan aan de geenen die wy overwonnen hebben.

Dogh men heeft over dit Stuk zoo veel gezeght, dat 'er weinig voor my is overgeaten, de Engelfche Helden, hebben in al te beweeglyken trant, de onbezonnenheit, van ons in een' Oorlogh op 't vafte Land in te wikkelen, befchreeven; en het meerdere dat wy te vreezen, en het mindere dat wy te hoopen hebben, hoe de zaken ook koNS

men

[ocr errors]

men te flagen, zoo klaarlyk voorgesteld, dat het my onmogelyk is daar iets aan by te voegen.

,

Daar en boven, na deeze Stormen en Onweders, tegens welken de Hulk van Engelands Verwagtingen, zoo lang, onder de beftiering van Onkundige of ongetrouwe Stuurlieden, heeft geworfteld, begind einde. lyk eene opgaande Zon ons te befchynen, en ons te doen voorzien, dat hy de naarheit dier duiftere Wolken zal verdryven, de woefte Golven zal bedaaren en ons verblyden met het uitzight naar de veilige Haven, die wy veele naargeeftige Jaaren gezoght, maar vrugteloos gezoght hebben. Zelf, terwyl ik dit fchryve, komt 'er een blyde bootfchapper, de Faam blaast haare goudene Bazuine met een Hemelfche Melody, en roept uit. De Geeft onzes Lands ryft uit den droomigen flaap →→→→ Legt af de eerlooze traagheit, en ontvonkt u met godlyk vuur, gy zyne uitverkoorne, om Verdrukkingen te ftuiten, den zinkenden Staat te behouden, en de lang verbannene Deugd weder op haaren throon te zetten.

[ocr errors]

In 't midden van al de ftrikken, zoo looslyk door de Ondeugd gefpannen, om de Hartstoghten te verraffen, en het hart te verflaven, te midden onder allen, die hunnen Godt verzaakt en de knien voor Baal geboogen hebben, is 'er nogh een Patriotfche band, en eenige weinige onverleide gebleeven, die, onverfchrikt voor dreigen, onbuigfaam voor vleijingen, en onvatbaar

,

[ocr errors]

voor

voor al den praght die 't Hof vertoont: vry gebleeven zyn:- luiden die door konft nogh kraght te overwinnen waren; onkundig teffens van weelde en vervoerende hoogmoed; vyanden van allen zught na vermogen, anders, als om goed te doen.

Jaaren op Jaaren hebben zy de eer van hun Vaderland onderfchraagd, en voor 't vallen behoed; maar misleid, door fchynfchoone woorden, en uiterlyke deugd, [wie is altoos agterdoghtigh,] en dugtende, als zy 't publicq reght handhavende, het een byzonder nadeel toe te zullen brengen, verdroegen zy met gelatenheit 't geen zy met droefheit zagen: tot de vuile ondeugd, uit eigen beweging, het momaangezight van geveinftheit afleggende, haaren invloed erkende en de verraders bekent maakte, door verfcheide middelen, tot verfcheide eindens uitloopende, dogh alle elkanderen helpende, om Groot-Brittanien, voor altoos, in boeijen te knellen.

Alles was in gereedheit; nogh maar een stap ontbrak 'er, om de Vryheit ter neder te werpen, en een Afgod van hun eigen maakzel in deszelfs plaats op te reghVoorspoedige boosheit was zeer na meester geworden van dit yffelyke Stuk, en vrygeboorne Zielen zouden hebben moeten buigen, onder onwettigh vermogen.

ten.

Maar nu komt de Zon van Eere fchynen, en zy, die langh, door de looze ftreeken hunner gemeenen Vyand van een verwyderd waren, vergeten tans hunne geringe twisten, en

be

besluiten, om het verderf te weeren, of zel ve om te komen.

O Glorieryk vereenen! Ofteeds denkwaar den tyd!

De edele yver die door hunne aderen woeld, verbeeld haar de omstandigheden gelyk ze zyn, en die geen tyd van uitstel latende, fnellen zy na den throon op dit gezegend ogenblik, en vallen neder, om niet te ryzen, tot zy het Koninklyk Gemoed bewogen hebben, om te hooren, en om aan hunne verzoeken te voldoen. Dit is 't geen zy verzoeken, en om 't welken ze, met alle betamelyke nedrigheit, zullen aanhouden.

Dat zyne Majefteit zich gelieve te gewaardigen, te beveelen, dat alle onwaarheden, bedriegeryen, meinëeden, onderdrukkingen, valfche betightingen, en andere affchuwelyke bedryven, aan welken de Staatsharpyen tegens het Volk zich schuldigh gemaakt hebben, voor hem mogen gebraght worden; en dat, in gevolgen, na eene volflagen ontdekking, het hem behagen moge, die monsters, voor het toekomende, buiten ftaat te ftellen, om ooit eenige Bediening, Poft, of Ampt, 't zy in de Regeringszaken, of by, en ontrent zyne Majefteit, waar te kunnen neemen: en in 't kort, dat ze voor altoos uit zyne tegenswoordigheit verbannen worden op dat hunne vergifte tongen niet meer 't gehoor zyner Majefteit befmetten, met hunnen boozen raad, nogh de allergetrouwfte Onderdaanen, daar ooit Vorft

op

« VorigeDoorgaan »