ten den gewoonen loop te doen, en mannelyke zielen in Vrouwelyke lichaamen ,, te plaatzen: Die Sexe, zei hy verder, „beeft onder ons al lang toegeleght, om in de "Geleertbeit en Wetenschappen in te dringen: -boe zal 't verder gaan? zullen ze ons » ook de Glory onzer manbaftige daden betwis»ten? me dunkt dat gaat te ver: een "gedeelte van de Staatkunde, zou men nogh kunnen afftaan, maar dat ze ook Krygsluiden willen wezen, dukt my, moeft niet toegelaten worden

"

"

"

Na deeze inleiding fprak hy wyd en breed tot lof van de Koningin van Hongaryen, als van een Heldin, die ver boven ,,de kleine en tedere zotternytjes was an,,ders als byzonder natuurlyk de vrouwely,,ke kunne eigen: Zy was Ondernemend, "onbefchroomd, en zonder eenige andere ,,hartstogten, als de Glory, en Staatzught. "Hoe waarlyk groots gedroegb ze haar niet, zeide hy, toen de tyding inkwam, dat bet gebeele Leger van Prins Karel in stukken "gebakt was: in plaats van 'er over week te „worden, en baare oogen in een Neusdoek te

"

verbergen, als andere vrouwelyke gemoede„ren zouden gedaan hebben, en met weeklagbten, bet droeve nootlot van alle die voor baare zaak gesneuveld waren te beweenen, bleef ze ,,moedigb, en zei, Wat is het Leger-zoo den Veldheer maar behouden is! - Wel»ke groote zaken zouze niet kunnen uitvoeren,

indien ze niet telkens in 't kraambedde ftort"te, maar zelf aan 't booft van baar Legers komen konde!

"

Een ander Heer, onzen loffpreeker zoo »yveren ziende, zei, dat, of hy fchoon ,,moeft erkennen, dat zulks alles tot lof van die Duitfche Heldin gezeght wierd, hy "echter, wat hem aanging, van gedaghten ,, was, dat de Koningin van Spanjen, in geen van al die gevallen, welken zoo zeer zyne verwondering fcheenen tot hen te trek,,ken, voor haar onderdeed: dat zy niet minder oplettende was voor de grootheit ,, van de haren; - niet minder onvatbaar ,,voor die vrouwelyke tederheeden, en ont„roeringen, welke den menfch dikmaals beletten, om onfterffelyke daden te verrighten. Dat zy al zoo trots was in over,, winningen; ruim zoo onbuigfaam, als haar 't byleggen van een gefchil verzogt wierd, ten ware het volkomen met haren wenfch overeenftemde; en in 't kort, dat ze in alle zaken, zoo weinig Vrouwelyke wyzen van doen had, als immer moge» lyk is.

כל

"

"

"

Dit ontkende de Ridder van haare Hongarifche Majefteit, hy hield ftaande, dat, ,, en dat... en, in 't kort, wierd hun gefchil zoo algemeen, dat ons geheele gezelfchap fplitfte, en de eene party zich voor de Koningin ,,yan Hongaryen, en andere zich voor de „Koningin van Spanjen verklaarde. P 4

Toe

"Toevallig waren de Stemmen steekende, en dus geen befluit te maken. - Eindelyk befloot men, aan wederzyden, een. "parig, om het aan de Spectatrice te ver"blyven en dat men zich aan haare uit„fpraak houden zoude.

"

Ik meld uw voorbedagtelyk niet wie ik ,,ben, nogh aan welke party ik myne ftem „gegeven heb, om reede, dat ik niet wil ,,doen denken, eenigen toelegh te maken, om Uw in myn voordeel te winnen:

alle zynze ooggetuigen van 't geen ik Schryf, en verzoeken my te famen Uw "te bidden, dat gy dogh'uwen uitspraak "vry en onpartydigh geven wild: Dit ,, zal een gezelfchap van Heeren, die alle infchryvers in Uw werkje zyn, op 't meeft ,, verpligtten, zy zyn alle uwe verwonderaars, en leezen uwe Befchouwingen met het uiterfte genoegen; in 't byzonder durft ,, hy, die deezen Schryft, u zulks ten vol,,len verzekeren van zich zelven, en, dat ,,hy, fchoon onbekent, zich uit hoogagting „magh noemen

"

"

"

P. S. MEVROUW, gy zult het mogelyk, ,, anders begrypen als wy, en niet goed vinden om deezen te plaatzen, en uw antwoort 'er by te voegen in uw naast "volgende Stukje, dogh, indien dat zoo ,, zyn mogte, bid ik echter dat UEd., my gelieft te begunftigen met een antwoort, waar uit my uwe gedaghten ten aanzien ,, van 't onderwerp van ons gefchil magh bly"ken; UEd. zulks wel gelievende, zoo „zyt zoo goed, van het opfchrift te ma,,ken, aan...de VRAGER, (ik gebruik dit betekenend woordje wel meer,) om voor dien te bouden leggen, in Will's Koffybuis, „in de groote Russelstraat te Coventgarden.

"

"

"

Dewyl ik geene redenen altoos kan vinden, waarom ik dien Brief niet zoude plaatzen, ten ware die welke ik hier voren al opgegeven heb, myn gebrek aan kragten om aan het verzoek 't geen 'er in vervat is, zóó te voldoen, als het wel verwagt word, zoo zyn de aangeweezene schikkingen van het onderfchrift in 't geheel niet nodigh.

Egter, om myne gereedheit te toonen, en mynen Brieffchryver te verplighten, zal ik myne gedaghten, ontrent de zakelykheit van het onderwerp, opgeven, op de beste wyze die my mogelyk zal wezen.

Het gefchil, dunkt my, is, wie van bey. de, de Koningin van Hongaryen, of de Kopingin van Spanjen met de meefte moed beP 5 zield

zield zyn ? - een punt tot oeffening voor my, dat moet ik bekennen! ieder op haar zelven befchouwt, zou men fchier denken, dat voor ieder geene gelyken te vinden zyn: maar als wy ze nader befchouwen, en haar tegens elkanderen willen vergelyken, moeten wy niet alleen zien, boe zy zich gedragen, maar, waarom ze zich zóó gedragen; en dat diend wel met alle mogelyke naauwkeurigheit onderzoght te worden.

De Koningin van Spanjen, als de tweede Vrouw van den tegenswoordigen Koping, kan niet verkroppen, dat haare Zoonen, onderdanen zouden wezen, van een Prins, uit een voorigh Huwelyk; en om dezelven in de Wereld zoo te veftigen, dat ze met hunnen ouder broeder in genoegza men gelyken ftaat zyn, onderneemt ze om verfcheide kleine Staaten, van welken zy haar zelven als erfgenaame aanziet, tot Koninkryken te doen oprichten, en hun de Kroonen 'er van, op hunne hoofden te zetten.

De eerfte van die ondernemingen is na haaren wensch uitgevallen: Don Karlos is Koning van de beide Sicilien, en de Infant Don Philippus, zoo wy 'er niet en waren, is vry wel op 't fpoor, om een niet minder Mogentheit te worden. Het is hier onze zaak niet, om de wettigheit of onwettigheit van de uitzichten dezer Vorftin te onderzoeken:

't is

ge