Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

genoeg te zeggen, dat zy haare bedoelin. gen met kragt en ftoutheit voortzet;

dat geen hinderpalen haar tegenhouden. dat ze alles kloekmoedigh doorftaat: en zulks meer met de kragt van haar eigen verftand, als door de Wapenen van haren Koninklyken bedgenoot: Zy heeft 'er zwarig heeden meede wech geruimt, die ieder een on te bovenkomelyk toefcheenen.

De Koningin van Hongaryen, aan de andere zyde, is Erfgenaame van een Geflaght, 't geen ieder weet, dat altoos in 't oogh ge had heeft, om de Keizerlyke Kroon Erflyk te maken, en dien op een van de hunnen vaft te hegten. În hoe verre zulk een uitzight beftaan kan, met de Duitfche Vrys heit, en de Reghten, en de Voorreghten, en de Waardigheeden van de Keurvorsten, is tans myn zaakniet, nogh betrekkelyk tot ons onderwerp; echter moet ik aanmerken dat de laatste Keizer dit niet minder ter harten nam, als zyne voorzaten; en zulks blykt klaarlyk, daar uit, dat hy niet heeft willen toelaten, dat de Hertogh van Lotberin gen, die hy reeds gefchikt had om met zyne eenige Doghter te huuwen, toen tot Roomfch Koning zoude werden verkooren, om dat hy zich als nogh vleide, dat hy een eigen Zoon bekomen konde.

Dit was een doodelyke Slagh voor de Staatzught van Maria Therefia. Welke, op

zyn

zyn overlyden, Erfgenaame wierd, van zeer uitgestrekte Heerschappyen, als Õpper, en Neder Oostenryk, Hongaryen, Bobemen, Parma, Placenfe, en het Milaneefche, en en met deeze nog een menigte, &c. &c. &c's. van groote uitgestrektheit en aangelegenheit: met dat alles kan die niet verdragen, dat er eene Mogenheit boven haar te zien zou wezen: eerder wilde zy, al wat ze bezat in de Waagschaal ftellen, dan de Grootmoedige Hoop af te ftaan, van de eerste Mogenheit in Europa te worden: - ten dien einde, protesteerd zy tegens de Verkiezing van een nieuwen Keizer, light een Leger om tegens hem op te komen

rund zelve door Bobemen, Hongaryen, enz. om haare Onderdaanen aan te moedigen: ter zelver tyd, tragt ze, alle nabuurige Vorften in haare belangen te doen komen, met al de Konftenaryen van aanzoeken, belooven, en geven, die daar toe dienen kunnen. Zelf ontziet ze niet, om de afgelelegendfte, en van welke zy het, om veele redenen, het minfte verwagten kan, 'er toe aan te fpreeken; en, zy fpreekt niet te vergeefsch.

En of ze fchoon veelmalen te rugh stuit, en fomtyds op het punt geraakt, om alles te verliezen, blyft haare onoverwinnelyke Wil niettemin dezelve; - Volftandig in haar eerfte befluiten, heeft zy DuitsLand behouden, dat Land, 't geen in al

haare

haare onnoemelyke Manifeften, Refcripten en Brieven, zy met den bynaam, van baar waardig Duitsland benoemt, is het tooneel van verwarring en verwoesting; onbe

vreeft, onbewoogen, vervolgt zy ftoutelyk den wegh na den Keizerlyken Throon, en waad zonder blikken of bloozen door al het bloed, 't geen, om haar doelwit te bereiken, vergoten is.

Een langer genot van tyd, heeft, zekerlyk, de Koningin van Spanjen meer gelegentheeden gegeven om haare fchranderheit te doen zien, maar men zou mogelyk wel kunnen vaststellen, dat indien den stand der Zaaken niet verandert, 't zy door haar overlyden, of door den zwaai der dingen tot haren genoegen te doen keren, zy haare Koninklyke tegenftreeffter, niet toe zal geven in den roem van Vrouwelyke Stoutmoedigbeit.

Ik moet echter toestaan dat zy, in den tegenwoordigen ftaat, beide, zulke Groote en Stoute hoedaanigheeden doen zien, dat het niet te verwonderen is, hoe een gezelfchap van Heeren, als dat daar de Heer de Vrager ons voor op komt, zich, en voor de eene, en voor de andere, in gelyken getalle verdeeld vind.

EGTER, dewyl men volftrektelyk myn gevoelen begeert, moet ik zeggen dat indien de Koningin van Hongaryen, in zoo korten

tyd,

tyd, de Koningin van Spanjen, in haaren langen loopbaan van Glorie en Staatzucht heeft ingehaald, wy hoopen mogen, dat zy ze in 't geheel voorby zal ftreeven: en daarom, en al was 't om geene andere reede moet haar, na myn gedagten, den Lauer prys toegereikt worden.

Dus ver in antwoort aan den Heer de Vrager.maar dit onderwerp tans behande lende, kan ik er niet affcheiden, zonder 'er nogh eenige van myne eigene denkbeelden by te voegen, dewelken, ondanks my zelven, telkens by my opkomen, wanneer ik iets van deeze onderneemende Koningin kom te hooren.

VERONDERSTELD, dat, na zy geheel Duitsland zal te onder gebraght_hebben, na zy den Keizer, van, en den Groothertogh, op, den Throon zal gefteld hebben, de maght van Vrankryk zal hebben doen bukken, en al de Franfchen uit Vlaanderen zal hebben verdreeven; verondersteld, zégh ik, dat ze dan eens in haar hooft kreegh om de Vereende Nederlanden te willen hebben, en ze die meede veroverde, zoo 'er dan niet wel op kunnen volgen, dat GrootBrittanien een heel ongemakkelyk Gebuur. tje aan haar krygen zoude? 't gevaar is zekerlyk nogh ver van de hand: echter vind ik het geen ftap verder, als dat 't geen men over eenigen tyd, ons met zoo scherpe trompetten voorgebazuint

,

[ocr errors]

heeft,

heeft, wegens de uitgestrekte Oog-Punten welke Vrankryk tegens ons heeft, ten minften, in dien tyd gefteld wierd te hebben.

O! al ware dat, zullen fommigen mogelyk zeggen, haare Hongarifche Majefteit heeft veel te groote verplightingen aan ons, om ooit iets ten onzen nadeele, by haar te laten opkomen; daarop geantwoordt kan wor den, dat de Vorften, juift niet op dezelve gronden handelen, als men doed onder by. zondere Perfoonen; 't geen in een Onderdaan ondankbaarheit, fchoon voorgeven, en haairkloveryen is, is by hen uitgepluisde Staatkunde; en wat al ons roepen en schreeuwen, tegens 't verbreeken van Tractaten aangaat het zy zoo: maar de Vorst die er onfchuldigh aan is, werpe de eerfte fteen op haar.

Intuffchen zou de Regtvaardigheit, en Grootmoedigheit van deeze Groote Koninginne, na 't my toefchynt, in veel Voordeeliger light voorkoomen, indien ze aan GrootBrittanien, erkentelyk iets van waarde hadde aangebraght, voor het verfpillen van zoo veel Bloed en Schatten in haar Zaak, in een tyd dat ze zoo kwalyk konden gespaart worden, en toen geene andere Mogenheit, zonder 'er rykelyk voor betaald te weezen, zich haare zaak wilde aantrekken. Ooftende by voorbeeld, kon een onderpand zyn, dat ons in onzen handel zeer wel dienen zoude, en daar zy zeer wel van zou

de

« VorigeDoorgaan »