Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

en helaas! nooit had ze agterdoght, dat de kwaadaardigheit iets op haar zoude kunnen te zeggen vinden, daar ze zelf onkundigh was van iets dat fchynbaar niet wel was te begaan: aanstonds na haar trouwen geraakte ze met veele Dames bekent, en zagh daar wel, dat 'er veel meer vryheeden omgingen, als zy in haar maagdelyke staat gewoon was; maar 't waren alle luiden van aanzien, en van goeden naam en faam, en dit maakte dat zy meinde het was zoo in gebruik onder gehuuwde, dus deed ze, onbefchroomt even als die: zy ging van tyd tot tyd na de opentlyke vermaken:

was

dikmaals op de Affembléën : -de Speeltafel hield haar wel eens op; en in dat alles, merkte zy niets, dat onbetamelyk was, om dat zy zagh, fatzoenelyke luiden, ter goeder naam en faam, deeden ook zoo :

haare jonge en onbedreven jaaren konden lichtelyk tot verfchooning van de misftappen die zy deed geftrekt hebben, om dat ze alle geheel onfchuldigh waren, zoo in de wil als in de daad, en alle mannen, van beter denking als Manilius, zouden ze ook wel verfchoont hebben; en, had hy zelf, die de wereld zoo veel beter kendé, met zagte betoogingen, haar flegts aan 't verstand gebraght, dat, hoe minder zy op al die plaatzen kwam, hoe meer glorie het voor haar zoude wezen; en, in de plaats van deeze gevaarlyke uitspanningen, andere gezelfchap

pen,

pen, en vermaken voor haar befchikt, om de levendigheit van hare Jeught bezigheit te verfchaffen, zou het zeker geen moeijelyke zaak voor hem geweeft zyn, om onder zyn eigen oogh, en trapsgewyze, haar op te leiden, tot de uiterfte volinaaktheit die ooit in een Perfoon te wenfchen is.

Maar in plaats van bekwame middelen te beramen, en haar van deeze vermaken, zoo inneemende voor haare jonge zinnen, af te lokken, ontfing hy ze met norffe bejegeningen, zoo menigmaal als het gebeurde dat ze wat later te huis kwam, als hy meinde dat ze komen moeft; en eindelyk, vindende dat dit middel niet kragtdadig genoeg was, zei hy haar rond uit, dat, indien zy dagt een goed leven met hem te hebben, zy niet alleen, altoos , op bekwamer tyd moeft te huis komen, maar, daar en boven, haren ommegang met die, en die, perfoonen van beide de Sexen, welken hy haar noemde, geheelyk moeft affnyden.

DE trotze manier waar in hy dat verbod deed, was harder voor haar, als het verbod zelf, hoe onregtmatigh en wreed het haar ook toefcheen: zy wift niet hoe zy zulk een gebiedende en meesterlyken behandeling moeft opvatten, van een man, die nogh zoo korten tyd geleeden, geen andere wil als de haare fcheen te hebben; en kon niet begrypen, dat het trouwen, een man reght gaf, om den geweezenen Slaaf te ver

anderen in een dwingeland. Haar goed ver. ftand, en opvoeding hadden haar wel doen be grypen, dat de man gezag had over de Vrouw maar zy had daar uit niet als een gevolg opgemaakt, dat hy het oeffenen mogt, wanneer 'er niets begaan wierd dat zulks wezent lyk verdiende; en de kleinigheeden daar Manilius van fprak, dagt haar, waren geen onderwerpen, welken zulk een verbod vereifchten. Al de juffers die ze ooit gekend had, zagh ze, zoo dra ze maar getrouwt waren, veel grooter vryheeden neemen, als ze voor dien tyd genomen hadden; en geraakt tot in haar hart over die willekeurige behandeling, antwoordde zy, dat hy grootelyks kwalyk gedaan had, een Vrouw te neemen, welke hy daght zich niet wel te kunnen gedragen zonder zyne beveelen; dat zy, kunnende verantwoorden voor 't geene zy deed, en geen reden gevende om haar goed gedragh in twyffel te trekken, haar zelven gantfch niet onder de ver, pligting daght,om belachelyk te moeten worden, onder al de geenen daar zy meede bekent was, en te leven, als eene opgeflootene, enkelyk ten gevalle van de grilligheit van een ander, of die fchoon de hoedanighcit had, van haren man te wezen.

DIT onbewimpeld antwoort, dat teffens verzeld ging van een oogflag, en toonval, welke duidelyk te kennen gaven, hoe gevoelig zy was, deeden hem berouw krygen,

dat

dat hy haar niet, met minder geftrengheit, zyn ongenoegen over haare onbedagtzaame levenswys had te kennen gegeven; - hy verfchoonde het egter, op 't beft hy kon, maar dewyl hy op de zaak zelve ftaan bleef, en begeerde, dat zy geen ander gezelfchap zien zoude, als hem goed dagt, was alles wat hy zeide, onvermogend, om haar misnoegen wech te nemen, en de liefde die ze hem toedroeg te zwak, om voor te komen, dat 'er geen spyt in haar hart plaats greep, welke haar vervolgens aanpordde, en vermaak deed vinden in hem tegen te ftaan.

IN 'T kort zyne berispingen hadden zoo flegten uitslagh, dat, in plaats van toe te leggen, om de minfte van zyne beveelen te gemoet te komen, zy. in allen gevallen, het regte tegendeel deed: en hy, alles wat zy deed, in den kwaadften zin uitleggende, wierd wel haaft de onvergenoegdste van alle mannen.

- ALLE die Sabina in den grond kenden, ge tuigen, dat niemant ooit onfchuldiger aan kwaade neigingen heeft kunnen zyn; en fchoon men toeftaan moeft, dat ze meer gebruik maakte van de Vrolykheeden van het. leven, als, ftrikt genoomen, voeglyk ware aan eene Dame die op de naam van onbe. fproken deugdzaam gezet was, zulks alleen gefchiede uit fpyt over de verdenkingen van haren man: en om hem, en de geheele wereld, te doen zien, dat zy te grootsch van

ge,

1

gemoed was, om eenige bewyzen van onderwerping aan zulk eene willekeurige overheerfching te geven, en niet, in gevolgen van eenige kwaade neiging die in haar plaats had.

HET is ook wezentlyk zeker, dat zyne behandelingen te meerendeele toebragten, om haar de misftappen te doen begaan, daar by zoo grootelyks voor gevreeft had; want, niet alleen vernietigde hy daar meede, al de agting en tederheit welke zy voor hem had, en wierd zelf laag en veragtelyk in haare oogen, maar, hy gaf'er gelegenheit door, tot de aanzoeken van zulken, die nooit wagen durven, toe te leggen op 't verleiden een Vrouw, alsze in liefde en eenigheit met haar man leeft.

HIER BY was ze veel te jong om niet vatbaar te wezen voor de vleiery, en buitenshuis ontmoet wordende met die tedere betuigingen, en opwagtingen, tot welke Manilius, fchoon hy haar, als nog, tot buitenfpoorigheit toe, beminde, veel te gemelyk was, om ze haar te huis te doen ondervinden, wierd zyn perfoon, zyn bywezen, en .zyn huis, van dagh tot dagh hatelyker, en zy nooit te vreeden, als wanneer ze in an¬ der gezelfchap was.

ALS een Vrouw eens fmaak begind te krygen, in zich zoetigheeden te laten zeggen, is zy grootelyks in gevaar, om verzot te raken, op den geenen die ze haar zegt ; en even

als

« VorigeDoorgaan »