Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

zelven kennen, te famen met alle zaken die in de natuur zyn; en hoe meer wy in die Studie toenemen, hoe gelukkiger en waardiger wy worden. De Heer Brior zegt 'er van

Men kan de Jeught, in baare tedre Jaaren,
De gronden van die Wetenschap verklaren:
Als Jakobs ladder, beeft zy baren grond in
't Aards 9

En klimt, van trap tot trap, al boger He-
melwaarts.

و

VEELE Voorbeelden heeft men, dat Juffrouwen de hoogfte trap van deeze verhee ve en altoos nuttige leer bereikt hebben; en ongetwyffeld zou het getal derzelve nogh grooter geweeft zyn waare het niet de affchrik van 'er zich aan over te geven, om de onvoeglyke fpotterny die dezulken des te ondergaan hebben; en de onkundige ftelling dat geen paffer en liniaal, maar wel naald en draad, in onze handen voeglyk zyn.

INTUSSCHEN zou de Wereld ontwyffelbaar veel gelukkiger wezen als ze tans is, indien de Vrouwen meer kundigheit bezaten als zy gemeenlyk hebben; dus is het zeer wel waardigh, dat zy, die 'er belang in hebben, de vrouwelyke Perfoonen hunner familie, vroegtydig doen onderwyzen in eenige van de voornaame grondregels van de Filofophie: dan zullen al die kleine gekheeden, welke ons tans toegefchreeven, en om welken wy, niet zonder reedenen, befchimt

wor

worden, van zelf verdwynen, en de waardigheit van de menfchelyke reede is ons. doorstraalen, [ik zal myne inbeelding eens voldoen, en zeggen,] mogelyk, met al zoo veel luifter als in de mannen, onze Heeren en Meesters.

AL DIE ruftelooze woelziekte, al dat loopen en draven van hier na, elders, daar wy over befchuldigd worden; al die dampen, al die onluften, welken wy dikmaals gevoelen, enkelyk door gebrek van eenige wezentlyke oorzaak tot onluft, zouden geen plaats meer hebben, wanneer het verftand eens gewoon ware zich te verluftigen in het vermakelyke onderzoeken van de Filofofifche waarheeden; een onderzoek dat de moeite die 'er in genoomen word, wel vergeld, of fchoon wy 'er niet zeer voorfpoedig in vorderden: ter oorzake, dat de minste kleinigheit welke men ontdekt, altoos aanleiding geeft tot overweging en verwondering.

[ocr errors]

'T ZY onze befpiegelingen zich uitftrekken tot de grootste en verfchrikkelykste voorwerpen, of in de minfte voortbrengfelen van de natuur alles doorfnuffelen, telkens ko men 'er nieuwe tooneelen van wonderen te voorfchyn, welken ten onaffcheidelyken gevolg moeten hebben de liefde, en diepe eerbied voor de Godheit, die door zyne almagt alles geschaapen heeft, en nogh onderhoudt; een grondbeginfel 't geen te allen tyden begreepen is, den oorfprong van alle deugden

te

te wezen; is het dan niet alzoo veel tegens de goede ftaatkunde, als tegens de geregtigheit ten onzen aanzien gehandeld dat men ons van de middelen versteekt, om meer goed, en meer wys te worden, als de gewoone opvoeding ons tans maken kan?

[ocr errors]

In de onbezielde dieren kunnen wy overleg, geduld, tederheit en duizend andere hoedanigheeden ontdekken, en, of schoon den mensch die alle in veel uitgebreider hoedanigheit bezit, kan niettemin het in agt neemen, hoe de mindere foort van Schepzelen daar in werkzaam zyn, ons in ons zelven doen keeren, en fchaamroot doen worden, wegens dat wy, uit gebrek van in agt te neemen wat wy zyn, fomtyds in onze daden minder zyn geworden als de Dieren die we veragten, en niet hoger fchatten als het ftof waar uit ze zyn gefprooten.

HET is zekerlyk een zeer groot ongeluk, zoo wel als een fout in ons dat wy zoo geneigt zyn tot dat hoogmoedige denkbeeld van ons zelven te verhovaardigen, enkelyk om de waardigheit onzer natuur, en de geftalte die ons gegeven is, daar wy geen be kwaamheit genoegh bezitten, om in overeenkomft met dezelve natuur, als menfchen waardig is, te werk te gaan: dit dunkt my is veel te grooten hoogagting betoont voor bloote klanken, terwyl de wezentlyke zaken veronagtzaamt worden.

Ten dien opzichte zyn de mannen waar

lyk

lyk alzoo zeer te mispryzen als wy, zoo niet veel meer, om dat zy, uit een rui me beurs groot gebragt wordende, en de voordeelen hebbende van die zaken te leeren, daar wy van worden afgehouden, zich zoo gedragen, of zy nooit iets anders geleert hadden, als op wat wyze zy aan den luft van haare vyf zinnen, op het aardigste voldoen zullen.

[ocr errors]

VAN de Vrouwen, op 't flimst genoomen, zou niet minder te waghten wezen, als van zulke mannen, welken het niet aan de gelegenheit om tot kennis en wetenschap te komen ontbrooken heeft: - Men moeft dan, ten minsten, er een proef van nee, men, en niet opzien tegens de uitgaave aan boeken, en aan meefters voor de Vrouwely ke Sexe, meer als voor de andere.

"

INDIEN Wy door de gefteldheit onzer harfenen, gelyk fommige wel willen voorgeven, minder bekwaam zyn tot diepe overwegingen, en een menigte vlugge denkbeelden hebben, welken, geftadiglyk veranderende, natuurlyk beletten, dat wy ons aan één zaak hegtten, en daar bepaald by blyven, moet te meer zorg aangewend worden, om die denkbeelden welke van dienft kunnen zyn, aan te kweeken, en die welke eene andere ftrekking hebben, te verwyde

ren.

DAT het mogelyk is dit te doen, geloof ik, dat zelf de geenen welken 't allersterkst

daar

daar heenen willen, en voorgeven het werktuiglyke van ons lichaamsgeftel op 't best te kennen, niet wederfpreeken zullen.

[ocr errors]

Maar ik ftem in dat gewoone en altoos voorgewende argument, van die luiden, welke onze Sexe misaghten, niet verder, als by wyze van onderftelling: want de tederheit van die ontelbaare Vezelen, welken, 't geen de verblyfplaatzen van vinding, geheugen, en oordeel genaamt word, omvatten en van elkanderen fcheiden, kan geen bewys opgeven, of fchoon al bleek dat ze ergens in verfcheelen, dat dezelven min fterk zyn; maar dewyl ik geen Anatomist genoeg ben om te weten of 'er wezentlyk een zulk onderfcheid tuffchen de herffenen van Mannen en Vrouwen plaats heeft, wil ik my ook niet inlaten om over dat punt verder te redeneren.

IK HEB een gevoele op my zelve, 't geen door Mira en Euphrofine, goed gekeurt is, en zal het wagen te verklaren, onze brave Weeuw laght 'er al om, wel,

dit is 't:

maar

even

DE levendigheit van onze denkbeelden. De fchielykheit van onze bevattigen, en de fchielyke fchikkingen welke de meeste Vrouwen, veel meer als de Mannen, in een onvoorzien geval by de hand hebben, fchynen my toe voort te komen, uit een grooter overvloed van dierlyke geeften: en indien zy zomtyds al te verward en als onder een gefchud toefchynen, zoo is 't'er mede geleegen

ge

« VorigeDoorgaan »