Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

Wiel, die altoos in eene afwykende beweging van elkanderen zyn, dan na twee menfchen welken door de geheiligfte en gewettigste van alle banden vergenoegt en onfcheidbaar gebonden zyn: - en al dat geweld doen zy hun zelven aan, enkel en alleen, om dat het de gebruikelyke wellevenheit dus meede brengt! Ons is dikmaals gezeght, dat de ellendens onder welken dit Volk tans zugt, oorfpronkelyk zyn, aan het algemeene bederf, en de afwykingen welken onder ons plaats hebben; en ik geloof dat geen verftandig menfch aan die droeve waarheit twyffeld; maar alle vermaningen, en betoogingen, alle leffen en leefregels, zullen vrugteloos gefpild worden, en geene hervorming bewerken kunnen, zoo lang 'er niet eenige doorlugte voorbeelden den wegh baanen, om deugd en goede Zeeden in de gewoonte te brengen.

Het is niet uit de laagte dat wy zulke verligtende verfchynzelen verwagten moeten; zy zouden ook van daar geenen invloed hebben; maar als die ftralen op ons uit de hoogte nederfchieten, dan ziet een iegelyk hunne glanfen, en allen worden wy deelagtig aan de zegeningen welken 'er door voortgebragt worden. Deugd, fchoon opgeçiert, met al haare bevalligheeden, is hy den geringen, niet meer als een van die Draailantarens, zy verligt enkelyk den geenen die ze in handen heeft maar by de Ryken ftraald ze als een Zon, die ieder een aankleefd, met verwondering befchouwd, en 'er Glory in fteld om ze na te volgen.

Einde van bet Tiende Boek.

DE

ENGELS CHE

SPECTATRICE.

ELFDE

BOEK.

Edert het uitgeven van ons laatfte Boek, hebben wy twee BrieSven ontfangen, van welke beiden, wy niet twyffelen, of zy zullen anderen, zoo als ons, toefchynen, grootelyks te kunnen ftrekken om een gewightig ftuk te bewyzen; men zou fchier zeggen dat de Schryvers 'er van, met elkanders medeweten te werk gegaan waren, ieder voor zich flechts een andere gezight punt kiezende, om het zelve Wit te bedoelen.

,

Dit zy, of zy niet 't is niettemin een onderwerp daar federt eenigen tyd zeer veel van gezeght is, voornamelyk door de geene, die by oordeelkundigen, voor zeer verftandig hebben doorgegaan; en wy zullen wagen, het gevaar te loopen van door anderefcherpzinnige vernuften, in den rang van de oude Wyven geplaatft, en, mogelyk, voorvertelfters van Sprookjes uitgemaakt te worden met te erkennen, dat wy nogh geloo H. Deel. V. Stukje.

ven,

ven, 't geen by onze Grootvaders nooit in twyffel wierd getrokken, en, dus, zeer gereedelyk plaats geven, niet alleen aan 't geene waar meede die Correspondenten ons tans begunstigd hebben, maar dat wy vervolgens plaats zullen geven, aan alles wat ons in zulk een oogmerk zal ter hand ko

[ocr errors]

men.

[ocr errors]

Aan de SPECTATRICE.

MEVROUW,

Ik heb met het uiterfte genoegen uwe Befchouwingen van den eerften deezer gezien, in welken gy uwe Sexe zoo verplightende aanmoedigd, om over te gaan tot die wyze van doen en denken, welken alleen in ftaat zyn, om haar te doen worden 't geen zy wenfchen te weezen, ons gelyken, en 't geen wy haar hartelyk wenfchen te zyn, onze bulpen die tegen ons over 2 Zyn

"

Ik verzeker U, dat hoewel ik een Man ben, echter myns gelyken niet geteld wor,,den, onder de Claffen die zich Man, Heer, ,,en Voogd noemen, onder die Heerfchappelyke Tyrannen, of fchromelyke Bullebakken, die de Vrouwen alle foorten van voorrechten, daar zy anders een goed gebruik van konden maken, willen beneemen.. Gaarne erken ik dat het eene pligt is voor allen Vaderen, Voogden, Meefteren en Mannen, te beproeven, zoo veel als

وو

"

[ocr errors]
[ocr errors]

,, in hun is, wat geeft is meede gedeeld aan de vrouwelyke Perfoonen welke zy onder hunne beftiering geplaatft vinden.

[ocr errors]

"

כל

وو

وو

Dat gy de beoeffening der Filofophifche ,,Wetenfchappen de Jufferschap aanpryft, ,, overtuigd my, even zoo wel als de fprankels welken 'er alom in uw werk van door,,ftralen, dat gy zelf niet onkundigh moet wezen in het geene gy zoo verlokkende ,, aanpryft. Met Filofofie verftaa ik hier alleen die allernuttigfte tak 'er van, welke ons leert ons zelven te kennen, en den eigentlyken aart en beftaanlykheit, van, dat edeler en betere wezen in ons, de on„fterfelyke ziele, deszelfs wyze van wer,,ken, door hulp van de Werktuigen des lichaams, de reede waarom dezelve ,, zoo gehuisveft is, en, hoe dezelve ,, werken zal, wanneer ze eens zal ontheft ,, wezen van deeze ftoffelykheit. Ik durf gelooven, dat gy ontrent dat alles zeer nadrukkelyk gedaght hebt; en, dewyl 'er geen volftrekte verzekertheit kan bekomen worden, daar de Almaghtige Maker zelve eene afweering voor de fchran,,derheit, en voor de zintuigen van den menfch gefteld heeft, is het echter zeker, , dat het hooren van m

[ocr errors]
[ocr errors]

"

دو

gedagh ten, ontrent iets dat ons zoo na aangaat, de denkbeelden welken wy 'er reets van hebben, op het meeft uitbreid, en zeer veel vermaak toebrengt aan een overwegende "geeft.

X 2

Dat

"

[ocr errors]
[ocr errors]

Dat onze Zielen geheel verfchillen met alles wat in andere gefchapen wezens, wel"ken ons bekent zyn, gevonden word, heeft Lucretius, nogh geene van zyne léerlin,,gen, ooit kunnen ontkennen; al wat zy doen durfden, was, de ingeschape neigingen der dieren zoo veel op te luifteren, als de fpreekwyzen-lyden konden, om ze, zóó na "by de reeden van den menfch te brengen, ,, dat, zoo de laatste de fchaal al doed over„gaan, ze echter aan de menfchelyke zyde niet meer als even doorslaat : Zy

[ocr errors]

"

[ocr errors]

دو

[ocr errors]
[ocr errors]

"

[ocr errors]

,, zeggen ons, dat ieder Dier een volftaanbaare kundigheit bezit om in al zyne be,, nodigtheden, en eigen behoudenis, te voorzien, 't geen meer is, als wy bewyzen kunnen, dat die alvermogende reede, die zoo hooglyk gepreezen word, en op wel,,ke wy ons zoo veel inbeelden, in ftaat is te doen, om dat ze zich zelven in die vlottende onzekerheid bevind, van alle ogenblikken gevaar te loopen, om te ondergebraght te worden, door hartstoghten van allerlei foort, en geen maght genoeg heeft, om ons te befchutten, tegens het be,, gaan van mispaffen, welken de dieren veel wyzelyker weten te ontgaan.

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

"

دو

[ocr errors]

"

Hoe die ongelukkige vooroordeelen in ,, onze harzenen hebben poft gevat; - door wat middelen dezelven te boven te komen , zyn; -en, of 'er eenige verdere belooning ,, te waghten is voor onze zelfsverzaking, als die, welke een geregeld, of 't geen ge

22

[ocr errors][merged small]
« VorigeDoorgaan »