Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

de misdadigers zelve, hunne fchuld liever. met hun leven wilde boeten, dan hunne menfchelyke natuur in die van een dier te willen veranderen, gelyk men hen verze, kerde, dat ze worden zouden, is my niet bewuft. Maar dit is bekent, dat 'er verfcheide gerechtszittingen voorby gingen, zonder dat hy 'er iemant toe bekomen konde.

- men

De hinder palen die hy ontmoette, kwamen niet overeen met de drift van zynen aart, en, zynen dorft naar beroemtheit, veraf zynde van geftild te wezen, deed die hem een ander middel uitvinden, om 'er toe te komen; in plaats van een Man te verandefen in een Kat, ondernam hy om een Vrouw, menfch te hervormen in een Konyn; weet hoe dat kunde is te werk gefteld, en de moeite welke haare Majefteit, toen nogh in leven, genoomen heeft, om het bedrogh te doen uitkomen, waar voor zy ten hoogften waardig was gedankt te worden, niet alleen door onze Sexe, maar door al het menfchelyk geflaght, 't welk geheelyk, en jeder op zich zelven, even veel belang heeft om de waardigheit van de menfchelyke na tuur te handhaven Indien zy allen die in Hoogheit zyn op gelyke gronden te werk gingen, en tragten om 't bedrogh, en de misleidingen, te doen in 't light komen, en de ondeugd het Masker af te rukken, zoo zou de verleiding, en overyling van gevoe lens, wel haaft uit de Natie gebannen wors

den;

den; en zelf zouden de geenen welken tot hier toe noch nooit uitzichten van hoop of vrees hadden voor het toekomende, ten minften eerlyke luiden worden, wanneer zy ondervonden, dat zulks nodig was, om in dit leven gelukkig te wezen.

Maar om te rugh te keeren tot de zulken welken de dierlyke Ziel hooger schatten als de redelyke; die zegh ik, welken geen' Hemel erkennen, als zulk eenen, die in 't genot van hunne ongeregelde luften beftaat: die zegh ik, welken niet alleen voor zich zelven gelooven, maar ook ftout genoeg zyn, om anderen te willen infcherpen, dat die vuige luften hen gegeven zyn, om ze te voldoen, en dat den Man het reght heeft om te doen, alles wat zynen wil opgeeft; daar, onaangezien dat alles, [dit vertrouw ik volkomen, en ik meen op goede gronden,] dezulken, en wel de meesten van al die appellanten tegens het toeko mende, van tyd tot tyd de neepen van hun onfterffelyke wezen levendig gevoelen, en 'er dikmaals door wederhouden worden, om al de boosheit die in hun opkomt niet uit te voeren. Het is waar, zy traghten die heilige ingevingen te verbergen, onder den naam van zeedelykheit: maar zegh my eens; wat is zedeleer anders als deugd? en wat kan ons deugd inboezemen, als het beeld van Godt dat in ons is; noemt het met wat naam het u gelieft, wat anders kan ons de kennis geven en onderfcheid doen

ma

De

[ocr errors]

maken tuffchen goed en kwaad? hartstoghten kunnen het niet doen, de zinnen, hunne aanporders, en medestanders zullen het niet doen, en tegens hun zelven pleiten: die hebben hunne prikkelende begeertens, en willen voldaan worden, met zeer hevige aanporringen; in diervoegen, dat zelf dezulken, welke noch blind zyn ontrent de menfchelyke waardigheit, 'er dikmaals over klagen, als over eene pynelyke knaging; terwyl ze aan anderen, hardnekkige, bedurvene, ten valfchen fchyn ftrekken, om de gruwelykheit hunner bedryven te vervolgen, en de ingeschape kundigheit, en beter reedenen, tegens te gaan.

[ocr errors]

De Ziel, ten minsten in de meeste Menfchen, word fterker, na mate dat de hartstoghten verzwakken, en het lichaam door de Jaaren afneemt, en de zekerheit van sterven zich kenbaarder voordoed: dan vertoont ze ons in een oogflagh al het goed en kwaad van ons voorige leven, verberght nogh omkleed niets, van 't geen wy geweeft zyn, en, doed ons, mogelyk, voorzien wat wy hier na zyn zullen. Dit is wezentlyk wel een punt dat geen van de levenden kan bekent worden; maar ik heb het ge zagh van de H. Schrift, en het getuigenis van veele geleerde mannen, welken, uit de waarneemingen die zy gemaakt hebben, by veele daar zy zich bevonden, in het ogenblik, dat hun aardsche huis verbrooken wierd, dagten reede te hebben, om te gelooven, 11. Deel. V. Stukje.

Y

dat

[ocr errors]

dat 'er zeer vreemde, en verbazende gezigh ten aan den stervenden moeften voorkomen; gelyk de Heer Waller, die ongetwyffeld van die gedaghten was, zoo welspreekend zeght. Die de oude Wereld laat, ze beide op eens beschouwt

En in de nieuwe ftapt,

Dit alles zal zekerlyk ftof tot lachen geven aan onze hedendaagsche Twyffelaars; Zy zullen vragen, wie er uit die nieuwe wereld te rugh gekomen is, om 'er ons beright van te geven? en welke bewyzen, buiten de veronderstellingen van eenige weinige verbeeldingzieken, 'er ooit geweest zyn, dat de Geeften in weezen waren na datze van de Stof zyn afgefcheiden?

Om 't welke te beantwoorden ik hen zen. den zal tot de Werken van die groote en geleerde Schryvers, welkers oordeel zy in geene andere zaken mistrouwen, en, indien zy 'er niet door overreed worden in deeze, zou het de uiterste verwaantheit zyn in de Spectatrice, dat zy zou meinen in ftaat te wezen om iets van meerder gewight te kunnen voortbrengen.

[ocr errors]

Niet alleen hebben de Godgeleerde en Poëeten van allen tyden, maar de beste en wyfte van de oude Filofofen, de onfterflyk heit der Ziele, en de beftaanlykheit na de dood, erkend, schoon ze het niet eens waren in welken ftaat: daar in verfchildenze, overeenkomstig met de Grondregels die zy leer

[ocr errors]

leerden en geloofden eenige fchikten voor den Geeft van de overleedenen niet meer dan twee plaatzen, eene van gelukzaligheit, en eene andere van elende; terwyl andere hunne gevoelens uitftrekten tot een menigte van Werelden, in ieder van welken zy meer en meer gezuivert worden, na mate dat zy dezelven doorwandelden, en nader tot de Volmaaktheit kwamen; maar alle zyn ze het eens geweeft in het groote Stuk, dat de Zielen van Godlyken aart waren, en ontrent de zaak van de menfchelyke Natuur, dat die, in dit leven, de eerfte beginfelen heeft van een eeuwighduurenheit zonder einde.

Myne Leezers verlangen reets na den tweeden Brief, daar ik van gezeght heb, welken, dewyl ze een zwier van waarheit in zich heeft, mogelyk zal kunnen dienen, om te bewyzen, dat de dood geen maght heeft over de Ziel; ten minften aan dezulken welken niet vaftelyk hebben voorgenoomen, om hunne oogen te fluiten, tegens overtuiging.

[ocr errors]

Aan de SPECTATRICE.
MEVROUW,

De tegenswoordige Wereld zeer onagt,, zaamelyk zich gelatende, om alles wat tot de onzichtbaare Wereld betrekking heeft ,, van de hand te wyzen, zonder eenigfins sop te letten, hoe het met de Zeeden en Wyzen van doen der nakomelingschap

وو

"

Y 2

[ocr errors]

gaan

« VorigeDoorgaan »