Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

wil ik niet bepalen; dogh ben ik zeker dat te zyn, 't geen onzen Briefzender meent, met 't ondervinden van zulke geeftelyke Waar1chouwingen als wy fomtyts ontfangen.

Volgens myn eigen oordeel fchynt het ten uiterften ondoenlyk, dewyl de Ziel van natuure zoo oneindig boven het lichaam is nooit aan deszelfs wetten kan onderworpen worden, of 'er door beftiert worden, fchoon de zaak ook geheel tot eere van haar zelve moeft komen.

dat zy

[ocr errors]

Buiten dat, indien de Ziel al wat zy weet aan het lichaam zoude mededelen, wat zouden wy dan anders zyn als vergeeftelykte Stof! iets, dat, in zich zelven onbeftaanbaar is met alle ondermaanfche lichaa men, en, nogh gevoeglyk, en, mogelyk, voor ons niet aangenaam zoude wezen; Want alleen in aanmerking genoomen 't geen ons in dit leven aangaat, vraagh ik, van wat nut of genoegen het voor ons zyn zoude, alles wat ons voorfchikkelyk overkomen moet, Vooraf te weten?

Onzen onfterflyken en recht beroemden Engelfcben Pindarus, heeft eene gedaghten die zoo toepaffelyk is op dit onderwerp, dat ik niet nalaten kan dezelve af te fchryven dewyl 'er niets beters over gezegt zoude kunnen worden.

Wat in 't Volftrekte Nootiots Boek,
Voor ons gefcbre even zy,

Was nimmer Stof tot onderzoek

Ten minsten niet voor my:

Waar in zout ons ten nutte zyn?

Die alles weten kon,

11. Deel. V. Stukje.

Bb

Had

[ocr errors]
[ocr errors]

Had minder treugd, en meerder pyn,
Lang eer ze nogh begon.

De vreugt, die, onverwagt, verraft,
Doed wel bet meefte aan;
Een al te lang gewagtte Gaft,
Magb wel tot zynent gaan.
Maar die 'er Schipbreuk uit begreep,
Als by op Reis gaan zoud”,

Hoe noode en angstig ging die tfcheep ↑
Hy rilde van de koud'

Lang eer by, op

barre Strand.
Door t golvend now, gespoeld,
Zich weder op bet vafle Land
In zekerheit gevoeld'.

Wyl alles dan gefchieden moet,
En men 't niet keren kan,
•9 Ontfang ik onverwagbt bet goed'
En neem ook 't kwaad 200 an.

Ik kan niet voorby iets aan te halen, fchoon het eenigzins vreemd is, met myn onder? werp; indien zulks magh gezeght wor den van iets, dat ftrekken kan, om eene dwaasheit van deeze eeuw te verbeteren aan welke myne Sexe buiten maten veel deel heeft; ik meen die belachlyke begeerte, of zotte nieuwsgierigheit, om te weten wat in 't toekomende haar gebeuren zal, of wat elder's, in betrekking tot haar, werkelyk gebeurt: en het noch belachlyker ftuk,"t geloof flaan aan de Grollen van zulke onbe fchaamde bedriegers of bedriegfters, die be fpottelyk ftout genoeg zyn, om voor te geven, datze van gebeurde en toekomende zaken berighten kunnen. Ik verfta hier door, niet alleen die Starrenkramers, die men Starrekundige Waarzeggero noemt, en nogh

[ocr errors]

eenige moeite genomen hebben, om langs een foort van wegh of wyze van behande len, dikwils eerft hen zelven, en daar na anderen te bedriegen; maar duizend armzielige Schepzelen in deeze Stad, welken geen A van een B weten te onderfcheiden, en voorgeven durven, uit den droeffem van Koffy het toekomende te kunnen lezen; en anderen, die onderwezen en beleezen, en, in andere zaken fchrander, maar in dat geval nogh armer verftandig zyn als heure bedriegeren, dewelken, door hunne onwaardige nieuwsgierigheit, en befpottelyke ligtgeloovigheit, voet en voedzel geven, tot zulke onwaardige ongerymtheeden.

Dit heeft nogh andere konftenaryen doen uitvinden, om even dezulken meede te bedienen dus weeten ze de Fortuin in een Glas te doen danszen; andere kunnen, door't afnemen en uitfpreiden van eene verfchoote Kaart, aanstaande Vryeryen, Huwelyken, Sterfgevallen, Erffeniffen, &c. &c. &c. aan duiden.

En welk een menigte andere zottigheeden zou men niet moeten aantekenen, als men al de hulpmiddelen zoude willen opgeven, die uitgedagt zyn, voor dezulken, die van de voorweetzugt, even als van eene Tarantula, geftooken zynde, ieder na zynen Rang, Aart, en Smaak willen geholpen, ach! was het ook geneezen! worden.

Verwonderlyk is het te denken dat zulke lage, onkundige, en geen aanmerking waardige Schepzelen, niet hoger te tellen als Bb 2

ge

geboeft, dat agter land gejaagt is, in ftil te, in de Kabinetten van voornaame Mannen van Rang en agtbaarheit worden ingelaten, en van dezelven gekoestert en onderhouden, en, behendiglyk, met gevulde zakken uitgelaten worden: terwyl een ver fchoveling van 't Wereldfche Fortuin, dikmaals van hun eigen bloed, op de Vloermat bezigh is, om de trotsheit van een Kamerkneght te bezweeren, met te bidden, dat hy hem 700 veel dienst wil doen, van zyn Heer te melden, dat Jakob, of Fan 'er is, niet durvende zyn geflaghtnaam 'er byvoegen, want ze is even als die van den aartfchen Godt wiens byftand hy komt fmeeken, en die 't zich fchamen zoude, dat zoo verachtelyken ding, zoo genoemt wierd: maar hy fchaamt het zich niet, dat 't zelve bloed hem door de aderen fpeeld, en hy onmenfchelyk genoeg is, om of fun, of Jakob onder de rampfpoed te zien vergaan, daar 't hem, dikmaals, maar een woord zeggens zoude kosten, om anderen aan zich te verpligten, met ze gelegenheit te geven, dat ze Jacob of fan redden mogten, die hy nu komt aftezetten, met een 't is my wel leet, zulk een flegt menfch in myn Geflagbt te bebben, maar ik kan 't niet belpen; hoor Jakob, je weet wel dat bet uw eigen fchuld is; en daarom, vald my niet langer laftig; wech gaat fan of Jakob en durft niet eens omzien, na een rekel van een Weftfaalfche Schoenepoetzer, die hem veragtelyk de deur agter na fmyt.

Ik hoop dat het eens in een Toneelspel zal

[ocr errors]
[ocr errors]

te paffe komen, en wel zal gefpeeld worden, dat een Vrouw van Rang en Verstand een Tooneel maakt, met eene Dame Waarzegfter uit de Voddebuurt, (in hare wyze van doen en denken den aanfchouwer door voo-, rige tooneelen bekent geworden) aan welke zy haar belangen, en 't geen ze gaarne horen zoude opgeeft, en van welke zy de Orakelen met ingefpanne oplettenheit ontfangt, en in haar hart en geheugen indrukt: ik meen, dat 'er dan veele Dames in 't Schouwburg door inwendige ontroering van fchaamte bloozen zouden.

Maar dit ter zyde ftellen van alle onderfcheid in de Perfoneele Waardigheit, is nogh ver na 't minfte kwaad niet, 't geen 'er opgefloten legt in zich met zulke Voorzeggers op te houden:.. Zy hebben, te meerendeel, de loosheit, om u, met dingen te zeggen die by ieder kunnen gezeght worden en derhalven by u ook kunnen toepaffelyk zyn, zulken hoogen denkbeeld van hunne kunft te doen opvatten, dat gy ook, 't geen minder geloofwaardig is, aanneemt, en fom. tyds door fchynbaare toeftemmingen, gebaarden, en halve zeggingen, uwe dierbaarfte geheimen, aan hen te kennen geeft, of ontdekt: daar zy dan gebruik van weten te maken tot hun voordeel, en veelmalen tot uw nadeel en volflagen bederf.

י,

Ik heb eens een Juffer gekend, die, in alle andere zaken, een uitnemend goed oordcel had, en reets tot zulke Jaaren gekomen was, dat ze haar tegens al zulke belachlykBb 3

hc

« VorigeDoorgaan »