وو

,, onmogelyk zyn zou, dat wy zulk een misflag begaan konden.

دو

وو

Dogh op wien zal de fchuld daarvan gelegt worden, zoo niet op onze opvoe ders? Zy die de zorg over ons hebben in onze tederfte jaaren, moeften ons berighten, dat, onder al onze bezittingen, » geene van zoo veel waarde zyn, als den tyd, - dat een verlooren ogenblik nooit weder bekomen word; en, dat, indien wy het tegenwoordige wel aanleggen, wy ons een fchat maken voor het toekomende, niet alleen in onzen volgenden leeftyd, maar, tot onzen roem, en een altoos duurend aandenken onzer naam met het bekent maken onzer deugd, by de latere Nakomelingschap.

"

"

"

"

"

دو

دو

Een Brief ondertekend Cleora, welke gy hebt gelieven gemeen te maken in uw tiende Boek, heeft zeer nadrukkelyk het verzuim der Mannen in deezen opzichte aan"gewezen; en uwe Aanmerkingen daarop, hebben my, en veele andere uwer Lezers, overtuigd, dat ook de Vrouwen bekwaam " zyn, om, een genoegzaame kundigheit, in de allerafgetrokkenfte Wetenschappen te bekomen; echter, dewyl ik even zoo ,, overtuigt ben, door 't onderzoeken van my zelve, dat ieder onzer niet zoo is, of ten minften, dat wy niet alle het geduld hebben, om door al den aanhang van de Schoolfche leffen, en Leertrant heen te ,, wroeten, dunkt my, zou het niet onvoege lyk zyn voor onze Engelfche Geleerden, om

多

دو

Ee 3

dezelve manier van ons te onderwyzen ingebruik te brengen, die by de Franfchen 99 in gebruik is.

Ik heb het vermaak gehad van in dat vrolyke Land, geduurende drie Jaaren "? geweeft te zyn, en, was het niet ter. oorzaake van de ongelukkige Vredebreuk tuffchen de beide Natien geweeft, zou myn verblyf 'er van langer duur geweeft zyn.

"

"

وو

99

Ik was hooglyk verwondert toen ik 'er eerft kwam, te zien, welken agting in 't algemeen 'er aan de Vrouwen wierd bewezen, maar oneindig meer, toen ik onder. vond,hoe wezentlyk zy die waardig waren, door haaren roemwaardigen en aangenaa men ommegang: -- behalven die onge, dwonge Vryheit, die de uitwerking is van een goede opvoeding, ontdekte ik, zelf by zeer jonge Jufferen, eene kundigheit in de Filofofie, Geographie, en andere Wetenfchappen, die my verwonderde, als niet kunnende begrypen, hoe zy, in de Jaaren wanneer wy in Engeland, van weir nig meer weten als van ons muzicq Boek, en Contredansfen, zulk een uitgestrekte kennis bezitten van allerlei zaken, welke "my toefcheenen een lange en aanhoudende beoeffening te vereischen: - dogh myne verwondering hield op, toen ik merkte, dat, om recht van de zaken te kunnen fpreeken zoo als ze zyn, alles zoo gemakkelyk voor haar gemaakt was, datze 'er even åls van alle andere dingen over fpreken konden,

99

دو

"

99

"

en zulks langs een' wegh van onderrich,, ting, die ik niet twyffel of ze is uw zoo bekent als my: doch, of eenige uwer Leezers 'er onkundig van waren, fta my ,, toe, om hen te berichten, dat 'er alle luiden van Geleertheit, Kundigheit en Geeft, » niet alleen een' vryen toegang hebben ,, tot de Jufferfchap, maar van dezelve met alle tekenen van eerbied en hoogagting ontfangen worden. - Zy verzellenze aan haare Tooitafels, en in alle partyen van plaifier, en nooit is een Gezelfchap wel uitgekooren, daar zich niet eenige beroemde luiden, in deeze en geene Wetenschappen, onder bevinden. Die tyd, welke wy fpillen met modes Kraamfters, Kleeremaakers, en Kapfters, ,, brengen zy door, in den ommegang met Geleerde luiden. En dus, of fchoon de Franfche Jufferen onwederfprekelyk de beminnelykfte fchcpzelen op aarde zyn, is het echter geheel zeker, datze minder moiete aanwendden om zoo te wor den, als de Juffers onder eenige andere Natien aanwenden moeten, om te wezen zoo als ze zyn.` Een Franfche Dame laat de zorg over haare kleederen, aan haare Kamerjuffer, en nooit bemoeien, ,,zy zich met het gene ze te dragen hebben, als wanneer het opgemaakt, en daar is, om het aan te trekken.

99

"

"

"

En ver van dat haare gesprekken met die. Geleerde Mannen in 't minfte een » zweem

Ee 4

"

zweemzel hebben zouden van Pedante„ry, of, dat die een houding aanneemen, om welke een Juffer eene andere diend aanteneemen, en eene oplettenheit te hebben, of ze leffen kreegh van haaren Voogd of Biegtvader, is alles wat ze zeggen verzeld, van eene ongemaakte beleeftheit, vrolyke houding, en te voorenkomende berichting; en ik verklaar u Mevrouw dat ik dikmaals meer ge. leert heb, uit eene enkele zegging, al lachende uitgebragt, dan door een geheele Pedantsche redenvoering, onder veele afdeelingen, ftatiglyk, in twee uuren voltrokken.

"

"

"

"

"

,

Dogh dit is het minfte voordeel dat een een Franfche Juffer verkrygt door haare agting voor Geleerde luiden Heeft zy een neiging tot de Filofofie, Theologie, Aftronomie, of in 't kort, tot eenige andere byzondere Wetenfchap, zy heeft er flegts van te reppen, en is zeker, dat „zy, des anderen daags, een aller beleeffte Brief, inhoudende het pit en merg van die geheele Wetenschap, op de allerbevatbaarste wyze voorgefteld, ontfangen zal: en dus, in dat kort begrip, van de hoofdzakelykfte inhoud van veele Boeken, bericht zal wezen.

"

,, De Mannen zyn daar de nyverige "Byen die de honing uit veele Schryveren » vergaderen, en by een gebragt hebbende 't geen hen nuttig fchynt, het zelve in

"

"

"

"

de beknopfte en kortste vervatting aan de Jufferen mededeelen, die het als eene fchatting haar behoorende, met vrindelyke manieren, de eer aan doen om het

aan te nemen.

Door deeze middelen worden zy bekwaam gemaakt om een plaats te houden in alle foort van gesprekken, van wat natuur dezelven ook zyn: en dezulken onder haar, welken minft geneight zyn, om diepzinnigh te denken, hebben ech,, ter eene algemeene kundigheit van alles, "en de houding van verftandige, en geoeffende Juffers, bekwaam om van alles mede te fpreeken, als de onderwerpen niet in 't allerverhevenfte verhandeld worden, en als dan, ten minsten nogh, om met welvoeglykheit toeteluifteren.

دو

"

"

"

Waarom, beminde Spectatrice is het "Zoo, niet by ons? wy hebben, dit is zonder tegenspraak, zulke waardige en kundi»ge mannen als Vrankryk ooit heeft voortgebragt. Is het dan om haare misagting »jegens ons, of veronagtzaamt men de Sexe; " of, heeft men te weinig oplettenheit en agting voor dezulken, welken, door gemis van ráng en goederen, de maght niet ,, hebben om hunne roemwaarde kennis te doen uitblinken. Ik wenfch opregtelyk ,, voor de eer van alle meede inboorlingen ", van myne Sexe, dat deeze laatste de waare oorzaak niet zy; en moet niettemin vertrouwen, dat zoo een Vrouw

"

"

Ee 5

כל

van