Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

gemeen gelukkig zyn: —in myne jeught waren de Juffers niet te winnen, als na langduurige aanboudenbeit van diensten, duizenden betuigingen, en eene ongeveinsde, en standvaftige opwagting: maar tans, met een Pi. quet a Deux, of eenig ander Spel, daar de fiere Schoone ongelukkig in overwonnen word, is ze, als Krygsgevangene van den Overwinnaar, en onderworpen, aan zulke Voorwaar den als by baar gelieft voor te fchryven

Hoe wyslyk hebben de Ouden twee Min-' negooden van geheel verfchillende wyze van doen en denken gefteld! de eene alom teder, en waaragtig in woorden en daaden, gaf geene onbetaamelyke begeertens, was bereidwillig, nedrig, en tragtte altoos het beminde Voorwerp te vergenoegen; de andere, laagh, inbeeldig, en alleen op de voldoening van zyn eigen begeerlykheden gezet, vertrapte, trotzelyk, alle redenen die er zich tegens kantten.

KAN onze Sexe dan, welker wezentlykfte eigenschap is zachtheit en bevalligheit, de laatste min boven de eerste schatten, en zelf de Natuur verzaken gewiffelyk neen, ten zy, wanneer nachtloperyen, alle behoorlyke nadenkingen wech neemen, of, nootlottige benodigtheeden dezelven buiten kragt brengen.

HET KOMT my te binnen, dat ik in een Boekvertrek van eene myner Nichten eens zeker Boekje gezien heb, getyteld de Kaart der Verbeelding; het was, na 't my voor

ftaat

staat een van de eerfte Drukwerkjes die in Engeland gemaakt zyn; en de Letteren en Styl 'er van, beide, zoo ouderwets, dat een hedendaagsch Lezer 'er kwalyk konde uitkomen. Mogelyk waren dit de omftandigheden die my te nieuwsgieriger maakten; in korten tyd, niet te min, geholpen door de kennis van den eigenaar, begreep ik den inhoud; dezelve beftond in een Verzameling van verfcheide merkwaardige Gevallen, met goede, en paffende Aanmerkingen op ieder van dezelven, welken dienden, als een Zedekundige handleiding voor den Leezer, om 'er voor zich zelven al het nuttige mogelyk uit te halen.

MEN had 'er verfcheide Beschryvingen in van de Steekspeelen en Tournooien, in vroegere tyden, ter eere onzer Sexe gehouden; en van de wondere bedryven welke de liefde zyne flaven deed verrichten in de tegens woordigheit hunner Meeftereffen, -voornamelyk, wanneer zy begunftigt waren met een Scheirp,een Lind, of eeneHandschoen, die ze dan om hunnen arm, of aan hunne helmetten als een uitmuntend çieraat vaft bonden.

Onder die allen was 'er een, daar ik myn byzonder behagen in vond, dewyl my toefcheen, dat de maght van die drift, welke men gewoon is aan een kleine Godt, die veel. rumoer in de Wereld maakt, toe te fchryven, 'er meer in doorblonk, als in alles wat, ik tot daar toe geleezen had. En in de gedaghten, dat, mogelyk, onder de geenen Hh 2

die

die de Engelfche Spectatrice leezen, 'er zuflen gevonden worden, die 'er even zoo als ik meede zouden voldaan zyn, zal ik 'er hier eenige bladzyden meede aanvullen.

Ik heb in een van myne voorige Befchou wingen melding gemaakt van een' Jeffery Rudel een jong Edelman, van Provence, een fchoon landfchap, tans aan Vrankryk behoorende, doch eertyds een van de Leenen van 't Keizerryk. Het Boek waar uit ik dit verhaal trok, befchryft hem als een van de beschaafdfte, en befcheidenfte Perfoonen van zynen tyd. Koning Richard de eerfte van Engeland; die om zynen bekenden moed, gebynaamt was Leeuwenbart, en een gedeelte van zyne jeught in Provence doorgebrag heeft, hield daar eene zeer vertrouwelyke Vriendschap met hem; Ricbard tot de Troon gekomen zynde, zond iemand van zyn Hof, en liet hem verzoeken, dat hy dogh, hunner vriendfchapshalven, wilde overkomen na Engeland, om hem aldaar te komen zien. Jeffery Rudel nam dit verzoek aan, en was de eerfte die de Dichtkunft in Engeland weder deed herleven, na ze eenige honderd Jaaren in vergetelheit geraakt was. Wy hebben noch Veerzen van zyn maakzel, in eenige Boekkamers van den ouden Adel, en elders in dit Koningryk; en de Heer Rhymer zegt ons, dat 'er nog veel meer zyn in die van den Groot Hertog van Toscanen.

Toen Koning Richard zyne kruistoght deed naar 't H. Land ging deezen Jeffery

inet

met hem, en betoonde dat hy alzulken gedugten Held was in gevegten, als een beminnelyke Hoveling in tyd van Vreede. Hy wierd met dien Vorft in Duitschland meede gevangen, toen zy, te rug kerende uit die Coristelyke ftryden, verradelyk wierden aangehouden door den Aartshertogh van Ooftenryk; 't geen nog lange eeuwen daar na had behooren gedaght te worden! maar de tyd vernield alles: en wy Engelfchen zyn van licht vergevende imborft. Dit doed echter niets tot myne Hiftorie, te meer daar de tegenswoordige Nakomelinge van dat Ooftenrykfcbe Huis, zekerlyk, al de beledigingen die onze Voorvaderen door de haare zyn aangedaan, even zoo wel, als al de Gunftbewyzen door haar in Perfoon van dit Volk ontfangen, op 't allerblykbaarfte vergelden, en erkennen zal.

Eindelyk weder in Vryheit gefteld wezende, kwam hy echter niet weder met den Koning herwaarts, maar ging in Bretagne, de erfbeuring van Prins Geoffry, broeder van Leeuwenbart, en Vader van den ongelukkigen Arthur, die het leven verloor, in de onluften, veroorzaakt door de geweldadige bezitneeming van zyn' oom John, Aldaar hoorde by zulke wonderen van de Schoonheit, Wysheit, Geleertheit, en Deugden van de Gravinne van Tripoly, dat hy veel wezentlyker verliefde op haaren roem, als men tans gewoon is te doen, in 't volle byzyn van zulk eene fchoonheit zelve. Hh 3

NOCH

NOCH ZYNE vriendfchap, voor Prins Geoffry, noch de overredingen van den adel van Bretagne, die hem hooglyk achtte en bemindde, konden hem eenigen tyd langer aldaar ophouden. -. Hy huurde een Schip, en vertrok met den eerften goeden wind na Tripoly.

MAAR fchoon zyne hartstoght hem onverzettelyk aanpordde, om alles, buiten 't geen hy in de Wereld 't meeft beminde, te verlaten, en alle gevaar te loopen, enkel om dat beminde voorwerp te zien, kwam het goed verftand, niettemin, fomtyds tuffchen beiden, en betoogde, dat de Avontuur die hy ondernam, niet geheel vry was van 't Romanfche: en de onzekerheit hoe hy op zyne aankomst aldaar zoude ontfangen worden, vervulde hem met de hevigste ontroeringen.

Om de naargeeftigheit die hem op zyne tegenspoedige reis verzelde, zoo veel mogelyk was, te verzetten, gaf hy de overweeggingen van zyn hart ruimte, met ze in Lier, en Klinkdichten te uiten; doch dewyl ze alle in de fpraak van Provence gemaakt zyn, durf ik ze niet overschryven, zoo als die zyn: maar, om echter te toonen hoe de Poëeten van dien tyd fchreeven, zal ik 'er myne Leezers een van meededeelen, zoo als dezelve in 't Engelfch is gebraght door de Heer Rhymers.

Be

« VorigeDoorgaan »