Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[ocr errors]

t

Bedroefd en treurend: zal ik gaan
Om deeze min, zoo verr' en wegb?
Wie weet wat my zal tegenstaan,
Myn Vaderland, zoo verre wech!

Gy, daar bet al door word gedaan,
Om deeze min, zoo verre wech

Geef 't lichaam kragt! daar legt het aan,
Om baar te zien, zoo verr' en wegb.

Geen fcberper zucht, geen beter traan
Als om haar min, zoo verre wech,
Is ooit geftort, of ooit gedaan,

Nooit ging de min, zoo ver een' wegb.

De Schryver van 't Werkje zegt, dat de Reis zeer veel tegenfpoed had; dat zy groote ftormen moeften uitstaan, waar door ze meer als eens genootzaakt waren om hier en daar in te loopen, en te vertimmeren; dat zy op andere tyden, van zulke ftiltens overvallen wierden, dat het Schip als geankert lag, en geen beweging altoos fcheen te hebben: maar het grootste ongeluk was, dat zy aangetaft wierden door twee Turkfche Gal Iyen, welken echter, door de dapperheit en 't groot beleid van Jeffery Rudel allen gevangen genomen wierden: niettemin had hy verfcheide wonden gekreegen, van welken het gevaar, te zamen met de moeitens, en nog meer de angsten van zyn hart, hem in Hh 4

een

een langduurige ziekten deeden vallen: welken, ieder oogenblik, zyn levenslicht scheen te zullen uitdoven.

Zy ontmoetten toevallig een Schip dat na de Franfche kuften van de Middelandfche Zee geschikt was, 't welke zeer na by zyn eigen land zynde, wierd hem door den Kapitein aangebooden, om over te komen; en te rugh te keeren; en zulks om redenen, dat den ftaat waar in hy zich tans beyond, niet toeliet, om zyn reis en oogmerk te vervorderen; dat hy, waarfchynelyk, in zyn eigen luchtftreek weder fpoedig zoude herftellen, en dan, herfteld zynde, nogh op nieuw konde voortgaan naar Tripoly, en wel met allen beteren fchyn van een' goeden uitflagh.

MAAR dat alles, hoe gegrond het ook ware, had geen de minfte uitwerking op hem, by, geheelyk ingenomen met de volmaaktheit van de Gravin van Tripoly, nam het befluit, om de reis voort te zetten, en af te wagten wat gevolgen die hebben zoude.

In 't kort, hy vervolgde zyne reis, en geene kwaade toevallen hem tans hinderlyk zynde, kwam hy in de zoo gewenfchte haven zyner begeerte. Toen men hem, voor zyn hangmad, daar hy zich krank in bevond, kwam melden, dat men het anker had laten vallen, en de Toorens van Tripoly in 't gezight hadde, deed hy zyne ooge open, en de handen opwaarts ftrekkende, dankte hy

de

[ocr errors]

de hemel, die na zoo veel rampen, hem egter dat geluk deed genieten, van een en zelve lught in te ademen, met het zoo beminde Voorwerp dat hem tot zoo verre had doen komen.

[ocr errors]

IMANT die zoo veel niet door de min bezeten was, zou kunnen denken, dat dit een geringe vergenoeging was, daar hy zich in een ftaat vond, die hem niet toeliet om te kunnen opryzen, maar hy ontfing veel meer als hy verwagt had, of, had kunnen verwachten. De Gravinne onderricht zynde van de aankomft van 't Schip, en van de oorzaak der Reis, en van al het geene wy kortelyk vermeld hebben, had medelyden genoeg, om den kranken Minnaar te gaan bezoeken, hartelyk wenfchende, dat dit bewys haarer oplettenheit, dienen mogte, om hem in die gezontheit te herftellen, welke hy om harent wil verlooren had: maar, helaas! hy was te ver vervallen; de onverbiddelyke dood triumpheerde over de zuiverfte min die ooit in menfchen hart geweest was. Zyne oogen waren geflooten, alle die rondom hem waren, dagten, dat het voor eeuwig was, maar hy openende ze fchielyk, toen hy hoorde, dat het Voorwerp zyner tederheit daar was, en zy hem by de hand vattende, en met de vriendelykste woorden betuigde, dat zy tot in haar hert ontroert was, door te denken, dat zoo waardig een man zich aan zulk eene gefchakelde reeks Hh 5

[ocr errors]

van

[ocr errors]

van rampen had bloot gefteld, alleen om by haar te komen, riep hy uit, haar gretiglyk aanziende, als wilde hy haar Beeltenis met zich na de eeuwigheit meede voeren, al myn leet, is meer als dubbeld voldaan met u te zien. Hy eindigde die uitdrukking met een vuurige kus op haare hand, en ftierf.

[ocr errors]

Zulk een ongemeen voorbeeld van ongeveinsde liefde, zou, gewiffelyk, alle Vrouwen van edelmoedige denking aandoen; maar het maakte zoo grooten indruk op het hart van de beminnelyke Gravin, dat zy zyn verlies beklaagde, als dat van een' Minnaar, > die haar al lang,ten hoogften dierbaar geweeft was: zy droeg aan zyne gedagtenis al haare tederheit op, en zou hem, ware hy in 't leven gebleeven, volflagen gelukkig gemaakt hebben; zy deed zyn Lichaam aan land brengen, deed het op 't pragtigft begraven, en een Graftombe voor hem oprichten, van Porphyr en Jafpis, met een Arabisch gedenk- en- Graffchrift; - al zyne Dichtstukjes liet ze op zilveren bladen met gouden letteren fchryven-; en na al gedaan te hebben, wat zy bedenken konde om zynen naam te vereeuwigen, deed zy geloften, van nooit voor eenig man te zyn; ftigtte een kloofter, van 't welke zy zelf Abdiffe wierd, en voorzagh het zelve met veele inkomften.

IK WENSTE wel dat deeze Hiftorie.een beter uiteinde had, en dat, tot aanmoedi

ging

ging van zulke Minnaars als myn Provin ciaal, dezelve voltrokken ware met een luifterryke en gelukkige Bruiloft, liever als met eene allerftatigfte en pragtigste Begraffenis. Maar het eenige oogmerk waarom ik dezelve heb plaats gegeven, was, on de Jufferfchap te doen zien, wat vermogen zy op de Mannen hebben zouden, indien ze toeleiden, om zulk een gedrag te houden, en daar door zulk eene roem te verkrygen, als de Gravinne van Tripoly had. Zoo 'er eenige onder myne Sexe gevonden worden, welke gaarne zoo veel bemind wierden, als zy was, die kan ik op 't hoogft aanraden, datze flegts toelegge, om het even waardig te weezen.

ONDER DE PAPIEREN die ons van tyd tot tyd werden toegezonden, vinden wy 't volgende Beright, 't geen wy hier nog plaat

zen kunnen.

BERIGHT.

Alzoo in vroeger tyden, de denkbeelden over 'T BEVALLIGE van de fchoone Sexe, by de Mannen, en Vrouwen, op 't meeft verfcheelden, de Mannen ftellende, dat, de inneemende bekoorlykheden, in 't Natuurlyk Schoon gelegen waren; waar tegens veele Vrouwen, die 'er geheel niet, of maar weinig van bezaten, kwamen te denken, altoos fchoon genoeg te weezen, zulks zy zelf de moeite niet nemen wilde, om door beschaafde manieren, en roemwaarde zeeden, zich

de

« VorigeDoorgaan »