CELEMENA, volmaaktelyk geneezen van haare hartstogt, en over niets ontroert, als door de fchaamte van ooit voor zulk eenen, genegenheit opgevat te hebben, was wel dra in haaren voorige gezontheit hersteld; Zy trouwde korts daar na met een Perfoon van aanzien, die haar wift te fchatten, in overeenkomft met haare zoo wezentlyke verdiensten en waarde.

Dit gedragh van Kwaver aght ik de allervuilfte ondankbaarheit te wezen; en verzekert zynde dat 'er zulke lovers en bieders in 't ftuk van trouwen zyn, wensch ik al haare tegengeftelde zoo veel verligting, en even zoo veel befluit als Celemena hier betoont heeft.

Dus heb ik getragt om eenige van die feilen van 't denkbeeld omtrent de misdaad van Ondankbaarbeit daar wy dikmaals ontrent bedroogen worden, aan den Dagh te brengen; echter moet ik ontrent het geheel eindigen gelyk ik begonnen ben, en zeggen dat 'er geen mogelykheit is om al deszelfs gevallen en omftandigheden voor te ftellen.

Om de befchuldiging van zelf in 't geval te wezen, niet te ondergaan, moet ik niet vergeten, myne dankbaarheit te betuigen, voor al de gunft, tot hier toe, by onze Be fcbouwingen, beweezen. Gelyk meede voor den Brief van DISTRARIO, welke wy zy Ed. verzekeren in het volgende Stukje te zullen plaatzen met de gedagten van ons Genootschap over den inhoud.

Einde van bet Zevende Boek.

DE

ENGELS CHE

SPECTATRICE.

W

AGTSTE BOEK.

Y beginnen Correspondenten te bekomen, en ieder begerigh zynde, om te weten, of wy hunne gedagten pryzen of wederfpreeken zullen, heeft 'er een gere- . gelde order moeten beraamt worden, hoe de Brieven te plaatzen, en te beantwoor⚫ den: ieder even na zynde, hoopen wy, dat die van later dagtekening, den voorrang wel zullen gunnen aan die welken wy eerder ontfangen hadden; - Wy plaatzen hier dan, volgens beloften,dien van DISTRARIO, als aan welken den voorrang behoort. Aan de ENGELSCHE SPECTATRICE.

MEVROUWE,

Het reght dat gy de Toneelstukken ge daan hebt, met dezelven boven alle openbare uitspanningen aan te pryzen, heeft my doen begrypen, dat uwe Maandelyksche II Deel II. Stukje,

F

Be

"

"

"

Befchouwingen zouden kunnen dienen als een bekwaam werktuig, om de zughten van Melpomene en Thalia, tot de ooren van dit Volk te brengen; en dat de Heeren Toneeldichteren, geen ander, nogh beter middel vinden kunnen, om hunne regtmatige klagten te uiten; vooral niet met die waarfchynelykheit tot eenig goed gevolg, en ,,de hoop van trooft te zullen bekomen, als wanneer ze met uwe goedwillende en „kragtdadige hulp ondersteunt worden.

"

Laat, bid ik Uw, de uitgebreidheit van ,, deezen, uw niet affchrikken, in 't denk ,,beeld, dat hy geschikt zoude wezen, om uw laftig te vallen, met laauwe aanmerkin ,,gen, over de voorige of tegenswoordige twiften, welke tuffchen de Geoctroieerde Onderneemers onzer Schouwburgen plaats ,, gehad hebben; de Stad is des reets, meer dan te veel, overftroomt met berighten, en ,, tegenberighten; en ik vrees dat deeze beu,, zelingen, en niets waarde verschillen, eer, der algemeen gemor en misnoegen zullen uitwerken, dan ze de belanghebbende Perfoonen voordeel zullen doen.

"

,,Neen MEVROUW, ik heb gewichti„ger zaken!-mynen Wenfch bedoeld "niets minder als het wezentlyke Ongeval der Schouwburgen op te geven, en aan te ,, toonen, hoe het Tooneel gedrukt word, ,, zelf van de geenen, die alleen in staat zyn, om het te ondersteunen, en, met eenigen ,, roem, te doen ftaande blyven.

Als de liefhebbers van openbare uitspan

»nin

:

"

,

ningen over 't verval van de Schouwbur „gen fpreeken, worden 'er dikmaals twee redenen opgegeven als hoofd oorzaken, om welken den Adel, en luiden van aanzien, keus, en kennis, federt eenigen tyd, het Tooneelspelen zoo niet begunftigen als in vroeger jaaren wel gefchiedde. De eerfte is, dat de Karacters die Wilks, Booth, de oude Cibber, Oldfield, Porter en ande„ren, met zeer veel roem gefpeeld hebben, tans zóó niet meer uitgevoert, of door anderen gefpeeld worden: - maar dat kan voor geen wezentlyke gegronde reede doorgaan: 't zou al te onbillyk en onregtmatig wezen. De Acteurs kunnen niet altoos in hunnen beften tyd blyven, even ,,zoo weinig als de Schilders, Poëten en andere vernuftelingen:-nogh minder kun nen zy altoos in leeven blyven :

"

"

»

"

en

„, wy hebben 'er immers in deezen tyd, welker verdiensten niet behooren verduistert te worden, door den luifter van hunne „voorgaande kunstgenooten. En genoo men, zy waren al iets minder uitmuntende, in fommige van de Karakters, daar de anderen ons zoo uitnemende in voldaan hebben, zoo behoorde men immers in aanmerking te neemen, dat, aan onze vooringementheit, jegens die verrichtingen van voorige Acteurs, door hunne opvolgers, zeer bezwaarlyk te voldoen is; Zy hebben die meefters zien fpeelen, even als Wy, en weten, dat ze die rollen, wel even zóó, met zulken trant, (en dan nogh wel uitF 2

"

"

„voeriger) dienen na te speelen, zullen onze oogen en ooren voldaan zyn;

"

"

"

"

dit

geeft eene fchreum, en verlegenheit, die ,,de levendigheit van de uitvoering belet; " te meer, om dat de onvoldoenbare beris"pers, wel zouden willen, dat de navol"ging, even met dezelve Geften, het zel,,ve Geluit, en, fchier met het zelve Ligchaam, en het zelve Verftand gefchiedde; dus hebben de jongere Acteuren meer werk, om hunne Kunftgenooten, als om het Karakter dat te verbeelden is, te beoeffenen; daar ze anders, [zoo zy natuurlyke bekwaamheit hebben], met zich een Karakter wel eigen te maken, en dat onbelemmert te fpelen, aan het zelve eene natuurlyke uitdrukking, vol zwier en leven, "byzetten, die hunne verrichting uitmuntende maakt, en de aanfchouwers op 't meeft inneemt:-Dat zulks waar is, blykt, ,, wanneer 'er een nieuw Stuk, met andere Karacters, als die, waarin de meesters van ,,vroegere Jaaren uitmuntten, ten Toonee,, le gebraght word: dan zien wy de wezentlyke bekwaamheden van die luiden, ,,en bevinden, dat ze die Karakters, vry, en zoo wel uitbeelden, dat het Schouw,,burg van alle kanten zyn genoegen betuigt, ,, en de beroemde Meesters, die nogh in le ́, ven zyn, gaarne erkennen, dat die, en die Karakters, onnavolgelyk zyn uitge» voert; jammer is 't, dat dan noch veele van onze aankomende berispers, niet be„hoorlyk voldaan zyn, en hunnen afgeper

"

ften