Biographisch, anthologisch en critisch woordenbock der Nederduitsche dichters, Volume 5C. L. Schleijer, 1824 |
Overige edities - Alles bekijken
Biographisch, anthologisch en critisch Woordenboek der ..., Volume 5 Pieter Gerardus Witsen Geysbeek Volledige weergave - 1824 |
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
aldaar Amfterdam beftaan beſtaat bevallig braven daer Deel deugd dezelve dicht dichter dichtftuk dichtkunst dichttrant dien dood eenige eeuw fchijnt fchool fchoon fijn flechts fmaak foete fommigen fraaije Franfche ftaan ftaat ftad ftichtelijk ftof ftoute ftukken geboren gedichten gedrukt geestige Gefchied geheel geleerde gelijk gerijmde getiteld Godsdienst goed gouden Goudsbloem haer hart Heer DE VRIES hetzelve HOOGVLIETS HORATIUS hunne Ibid insgelijks juffer kunst laatſte Latijnfche Latijnſche leven Leyden licht Maatſchappij Maer maken mensch Middelburg naer Nederduitfche Neen OLLEFEN onze oock OOSTERDIJK OUDAAN overleed Pluto poëzij Poëzy Predikant proeve puntdichten rederijker regt rijm roem ROTGANS Schak SCHERMERS ſchoone SCRIVERIUS SPEX ſtaat taal Tael titel tooneelstukken treurfpel uitgegeven UYLENBROEK vader vaderland vaderlandfche verdienstelijk verfcheen verfcheiden vernuft vertaling verzen vriend waer werk wetenſchappen wiens wierd WILLEM zangen zelfs ziel zijner zoon zulk
Populaire passages
Pagina 23 - Eenvoudigst land verblijf, in eene der stilste hoeken, Nabij een statig bosch , omringd van zwaar geboomt , Daar lieve zangers , jaar op jaar, hun nestjes zoeken , En 't murmlend...
Pagina 22 - t dal, daar op de heuvels dwalen; Zij vinden , voor hun dorst , een koele bron of beek , Hun kooien, groen bemoscht, verspreid in gindsche dalen, Vergrooten 't lagenend schoon der schilderige streek.
Pagina 23 - t hart dit rein vermaak, zoo zalig rijk , geniet. Helaas I ook ik , ik dronk weleer met volle teugen Uit deze vreugdebron , ik lag hier in uw schoot , Natuur! en ach ! de tijd wischt nooit uit mijn geheugen, Hoe veel , hoe rein , hoe zacht , hoe zalig ik genoot. Veel jaren mijner jeugd zijn hier te ras verdwenen ; 'k...
Pagina 23 - Zou, weer geheel gevoel, natuur! voor uw genoegen, In uw zoo roerend schoon, uw' goeden Schepper zien; 'k Zou om geen schijngenot, om eer noch rijkdom zwoegen , Maar, met een dankend hart, hem daaglijks hulde biên. 'k Zou, bij een sober deel, mij wel te vreden vinden, En, lieve lotgenoot! aan uw getrouwe hand Genoot ik, in den kring van magen en van vrinden, Een aardschen hemel in het schoone Gelderland.
Pagina 338 - Reen hield zich geheel en al bezig met de beoefening der dichtkunst , fraaije letteren en nuttige wetenfchappen, onthalende, even als eertijds HOOFT op zijn flot te Muiden , zijne vrienden op de gulfte en ; -.
Pagina 22 - t beeld der kalme rast zoo toovrend voor ons ligt. Daar 'toog zich steeds vergast op wiss'ling van tooneelen , Het oor maar luistert naar een schoon harmonisch lied , Daar al de zinnen in het zachtst genoegen deelen , En 't hart dit rein vermaak, zoo zalig rijk , geniet. Helaas I ook ik , ik dronk weleer met volle teugen Uit deze vreugdebron , ik lag hier in uw schoot , Natuur!
Pagina 298 - Pulvers kleyn ghefhdichlijcken dalen • 't Een voor en 't ander naer door 't gaetken in 't ghelas , Zoo oock de daghen van des menfchen leven ras Malkand'ren volgen na, en nimmermeer en dwalen. Godt wilde aen elcken...
Pagina 361 - Staat zyn hechttte zuil bereiden! * , 'k Meen niet dat Christendom van 't menfchelyk vernuft » Waarby het hart verkwynt, en rede en oordeel fuft; Door valfche wysbegeerte omzwachteld en gefchonden , Door fchoolgeleerdheid met een donker floers omwonden, Door Priesterlist misvormd, door bygeloof befmet , En door de Staatkunst tot een moordend zwaard gewet. Neen, 'k meen den Godsdienst, zo eenvouwig als verheven, Dien Jefus voorbereidde in zyn verdienstvol leven , En, na zyn...
Pagina 337 - Republiek aan het hof van Wurtemberg. Hier geraakte hij als vriend der zanggodinnen en der letteren in kennis en vriendfchappelijke...
Pagina 410 - Noch in zijn' tragen, doch ontembren vloed bezweren, Die 't zalig oord der kunst ontluisterde en verslond. Maar dankt hem , dat zijn vlijt den ouden roem bewaarde , Het schuimende moeras , waar hij 't vermogt , bestreed , Voor de onervaren hand 't Bataafsche speeltuig snaarde , Een rijker voorraad, voor een beter toekomst, gaarde, En d'eersten schemerglans dier eeuw verrijzen deed.