De laatste bewoners van Lycklama-State

alles antwoordde JULIUS arme begon bezoek blikken daarop dadelijk deed deloos dende deur dewijl dezelve dien dorp Drenthe dwerg eener eenige einde eindelijk elkander evenwel gedachte geheel gelijk gevoel goed hand harer hart hebt hemel hernam GRIJP hernam JULIUS hernam MAAI hetwelk hetzelve hevig HIJLKEMA hoop hooren hospes hunne jenever JENNE jongeling jufvrouw OOSTING kardinaal KEMA kind knaap laat laatste Leeraar liefde liet lieve LIJCKLAMA Lijcklama-State lijk LINE LISKJE LIUS MAARTEN maken MARIA meisje mende mensch mijnheer mogt mompelde Naauwelijks neder Neen nimmer noodig ongelukkige ontroering onze oogen oogenblik oude vrouw pakje regt riep RINSKE ruïne scheen schier SIBILLA SIPKE spoedig spreken stem stond STRAELEN terp terug terwijl tevens thans trad tranen tusschen vader verliet verre vertrek vervolgde volkomen vraagde vrees waarzegster want weduwe weet weldra welligt Welnu wenschte wijl wist woning woorden zaakwaarnemer zeide zelve zieke zijner moeder Zoodra zucht