De Nieuwe gids, Volume 1W. Versluys, 1886 |
Vanuit het boek
Resultaten 1-5 van 57
Pagina 5
... scheen een oogenblik op den verren duinrand uit te rusten , voor ze onderdook . Bijna volkomen spiegelde het gladde water haar gloeiend aan- gezicht weer . De over den vijver hangende bladen van den beuk maakten van de stilte gebruik ...
... scheen een oogenblik op den verren duinrand uit te rusten , voor ze onderdook . Bijna volkomen spiegelde het gladde water haar gloeiend aan- gezicht weer . De over den vijver hangende bladen van den beuk maakten van de stilte gebruik ...
Pagina 6
... scheen dat prachtig bleekgroen kantwerk . Still wat was dat ? Het schoot als een suizeling over het watervlak , als een lichte windvlaag , die een spitse vore in het water groeft . Het kwam van de duinen , van de wolkgrot . Toen ...
... scheen dat prachtig bleekgroen kantwerk . Still wat was dat ? Het schoot als een suizeling over het watervlak , als een lichte windvlaag , die een spitse vore in het water groeft . Het kwam van de duinen , van de wolkgrot . Toen ...
Pagina 16
... scheen . Zoodra zij bij het konijntje buiten waren , zeide Johannes : >> Vertel ons uwe geschiedenis eens , glimworm ! ” > Ach ! " zuchtte de glimworm , die is eenvoudig en droevig . Zij zal u niet vermaken . " > Vertel haar vertel haar ...
... scheen . Zoodra zij bij het konijntje buiten waren , zeide Johannes : >> Vertel ons uwe geschiedenis eens , glimworm ! ” > Ach ! " zuchtte de glimworm , die is eenvoudig en droevig . Zij zal u niet vermaken . " > Vertel haar vertel haar ...
Pagina 23
... scheen vroolijk naar binnen , deed duizende stofjes glinsteren op zijn weg en vormde op den gewitten muur lichte plekken die met de wisseling der uren langzaam voortkropen . De mees- ter was weggegaan en had de deur hard toegeslagen ...
... scheen vroolijk naar binnen , deed duizende stofjes glinsteren op zijn weg en vormde op den gewitten muur lichte plekken die met de wisseling der uren langzaam voortkropen . De mees- ter was weggegaan en had de deur hard toegeslagen ...
Pagina 25
... scheen hem veilig genoeg . Het werd Vrijdagavond en de schemering begon te vallen . Johannes zat voor het venster van zijn slaapkamer en keek verlangend naar buiten , over de groene heesters van den tuin , naar de verre duinen ...
... scheen hem veilig genoeg . Het werd Vrijdagavond en de schemering begon te vallen . Johannes zat voor het venster van zijn slaapkamer en keek verlangend naar buiten , over de groene heesters van den tuin , naar de verre duinen ...
Overige edities - Alles bekijken
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
ALBERT VERWEY algemeen algemeen stemrecht alles altijd Aristoteles Bacon beginsel Berthollet Bièvre Bilderdijk boek daarom Demeter dezer dichter dien dier donkere droom duinroos eener eenige eeuw eigen eisch elkander Fransche gedachten geest geheel gelijk geloof gevoel geweest glimworm godsdienst goed groote Heer Quack heid historische school Hollandsche hoofd hoogleeraar hunne hunner ieder iemand iets invloed Johannes Justus van Maurik kerk koolzuren kracht kunst kwam laatste laten letterkunde leven liberale licht literatuur maken Maurik meê meening meikever menschelijke menschen moest naturalisme natuur Neen nieuwe noodig omdat onze onzer oogen oogenblik opium oude Pluizer politieke Robinetta romantiek romeinsche recht scheen schoon schr schrijver Sentimentalisme Shakespeare slechts socialisme sonnetten stond terzinen Thorbecke tusschen vader verzen volk vorm vraag wanneer want weêr weet werk werkelijkheid wetenschap wezen Windekind Wistik woorden zedelijke zeggen zegt zeide zeker zelf zelve ziel zien zijner zooals zooveel zouden zulk zullen zwarte
Populaire passages
Pagina 91 - No longer mourn for me when I am dead Than you shall hear the surly sullen bell Give warning to the world that I am fled From this vile world, with vilest worms to dwell : Nay, if you read this line, remember not The hand that writ it ; for I love you so That I in your sweet thoughts would be forgot If thinking on me then should make you woe.
Pagina 93 - And moan the expense of many a vanish'd sight. Then can I grieve at grievances foregone, And heavily from woe to woe tell o'er The sad account of fore-bemoaned moan, Which I new pay as if not paid before. But if the while I think on thee, dear friend, All losses are restored and sorrows end.
Pagina 95 - Past reason hated, as a swallowed bait, On purpose laid to make the taker mad; Mad in pursuit, and in possession so; Had, having, and in quest to have, extreme; A bliss in proof, and proved, a very woe; Before, a joy proposed ; behind, a dream.
Pagina 86 - Why is my verse so barren of new pride ? So far from variation or quick change ? Why, with the time, do I not glance aside To new-found methods and to compounds strange ? Why write I still all one, ever the same, And keep invention in a noted weed *, That every word doth almost tell my name, Showing their birth, and where they did proceed...
Pagina 89 - As an unperfect actor on the stage Who with his fear is put besides his part, Or some fierce thing replete with too much rage, Whose strength's abundance weakens his own heart, So I, for fear of trust, forget to say The perfect ceremony of love's rite, And in mine own love's strength seem to decay, O'ercharged with burden of mine own love's might.
Pagina 93 - When to the sessions of sweet silent thought I summon up remembrance of things past, I sigh the lack of many a thing I sought, And with old woes new wail my dear time's waste...
Pagina 132 - Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten. En als een heir van donkerwilde machten Joelt aan mij op en valt terug...
Pagina 81 - ... lease hath all too short a date: Sometime too hot the eye of heaven shines, And often is his gold complexion...
Pagina 79 - ... whate'er thou wilt, swift-footed Time, To the wide world and all her fading sweets; But I forbid thee one most heinous crime: O! carve not with thy hours my love's fair brow, Nor draw no lines there with thine antique pen; Him in thy course untainted do allow For beauty's pattern to succeeding men. Yet, do thy worst, old Time: despite thy wrong, My love shall in my verse ever live young.
Pagina 505 - t drooggeloopen strand Paarlemoeren plasjes langs den kant, En er in de pinken en de buizen. Tegen 't duin de lichten van de huizen .... En heel achter, aan den versten rand, Gloeiend als een pas begonnen brand, Maneschijn op donkere kerkhofkrui^en.