Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

Vele onvoorziene gebeurtenissen hebben de uitgave van dit Stuk der Faarboeken vertraagd. Onder de fmartelijke behoorde het affterven van onzen 200 verdienftelijken Mederedacteur als hooggeachten Vriend, den Heer F. H. HARTOG, die in den bloeijenden leeftijd van 34 jaren overleed. Eene Catarthale koorts outnam hem, ondanks de ijverigfte, zorgvuldigfte en hartelijke Geneeskundige zorg, aan zijne jeugdige Gade, bejaarde Moeder, waardi ge Schoonouders en welmenende Vrienden, terwijl de Geneeskunde in hem cenen harer voortreffelijk fle Voedfterzonen verloor. Waardig Kwekeling en bijzonder Vriend van den beroemden Hoogl. VAN GEUNS, had hij fints 11 jaren zijne Geneeskundige loopbaan binnen Amfterdam geopend. Al wie met hem als Arts omging, bespeurde al aanstonds in hem den geoefenden Wetenschappelijken Practifchen Geneesheer. De Ontleedkunde was zijne bijzondere liefhebberij, zij maakte altijd zijn genoegen uit; onderfcheidene Lijkopeningen en velerlei Ontleedkundige praeparaten op Utrechts Hoogefchool, zoo ten zijne behoeve als van anderen gedaan, kenmerken zijn bijzonder genie voor, en eigenaardige vaardigheid in dit gedeelte der Geneeskunde. Wij hebben hem, in zijnen omgang met ons, fteeds als een' opregt en edeldenkend' mensch leeren kennen. Sommigen mogten bij onzen Vriend al eens, bij eene eerfte ontmoeting, eenige terughouding ontwaard en zulks aan een gevoel van eigene waarde of waanwijsheid toegefchre

ven

VOORBERIGT.

yen hebben, wij kunnen hem daarvan openlijk vrijSpreken; wij vonden meermalen het tegendeel in hem: altijd toch onderwierp hij zijn oordeel, zijne gedachten aan die van ons en anderen, wilde nimmer den hoogen toon voeren of den waanwijzen vertoonen. Infchikkelijkheid en toegevendheid waren hoofdtrekken van zijn karakter. Veel, zeer

[ocr errors]

veel hadden wij in het vervolg, van hem mo gen verwachten, en het strekt ons tot een wezenlijk genoegen, dat wij zijnen laatften arbeid nog eene plaats in dit Stuk onzer Jaarboeken kunnen in

ruimen.

Zoo herdenken wij onzen Vriend op de waardig fte wijze ! Zoo blijve zijn naam, met dien van alle het Genootschap binnen weinige jaren ontrukten, immer in een aangenaam herdenken!

[ocr errors]
[blocks in formation]

DER

GENEES HEEL- EN NATUUR-KUNDE.

VOORSTELLING AANGAANDE HET WE-
ZEN, DE KENNIS EN DE BEHANDE-
LING DER GASTRISCHE KOORTSEN.

VAN

Dr. G. A. RICHTER, (*)'

Privaat Onderwijzer aan de Hogeschool van Berlin, en practiferend Geneesheer aldaar.

De leer der gastrische koortfen behoorde, van den

vroegsten tijd af, tot de belangrijkste onderwerpen

der

(*) Wij twijfelen geen oogenblik of wij zullen onze lezers geenen geringen dienst bewijzen, wanneer wij een beknopt uittrekfel uit dit in 1812 te Halle en Berlin uitgekomen geschrift van Dr. RICHTER, zoon van den onlangs overleden A. G. RICHTER, Hoogleeraar der Genees- en Heelkunde, aan de Hogeschool van Göttingen, mededeelen. Redact. die zich op het voetipoor en naar den leiddraad van wijlen zijnen altijd dierbaren leermeester, den Hoogleeraar PARADIJS, ondanks den luidschreeuwenden toon van toenmalige drieste aanhangers van het Brownianismus, die morbi gastrici, faburrales, enz. ontkenden en niets dan van asthenie droomden, een juist denkbeeld van derzelver aanwezen, en belangrijkheid in de uitoefenende Geneeskunde overtuigd hield, en thans van derzelver bestaan ten vollen overtuigd is; — Redact. las hetzelve met het grootste genoegen, en niet zonder nut voor zijne Geneeskundige loopbaan. De Hoogleeraar E. J. THO

MASSEN A. THUESSINK heeft, in zijne Geneeskundige waarnemingen,

II. D. I. ST.

A

ia

[ocr errors][ocr errors]

der geneeskunde. Door den voortreffelijken MAX. STOLL, wiens klasfieke practische gefchriften in de handen van iederen Geneesheer moeten zijn, kwam het gastricismus aan de orde van den dag. De beste duitfche Geneesheeren bragten hetzelve hulde toe, en offchoon naderhand STOLL zelf, maar nog meer PETER FRANK, deze leer wijzigden, beperkten, en Voor een mogelijk misbruik behoedden; zoo verfpreidde zij zich evenwel te fpoedig, en werd verkeerdelijk uitgelegd. Nu verfchenen de dagen van het grove schadelijke gastricismus, dat eenen geruimen tijd zoo veel onheil ftichtte, en in het Brownia

nis

in 1810 uitgegeven, wel eenigzins zijne gedachten aangaande het wezen en de behandeling dezer koortfen medegedeeld, gelijk ook wij onze gedachten desaangaande als ter loops reeds in onze academische verhandeling, (de multiplici emeticorum in medicina ufu, pag. 16 f.) opgaven; maar wij kunnen, naar ons inzien, met het volfte regt, verklaren, dat RICHTER dit onderwerp ten volle behandeld hebbe. Noch de van het ftandpunt der empirie uitgaande inzigten van de vroegere Geneeskundigen, noch de verfchillende leerftellingen der gastrische scholen, noch de eenzijdige grondstellingen der aanhanger's van BROWN, noch eindelijk de alles omvattende, zich in het onover"zienbaar veld der befpiegeling verliezende natuurwijsgeerige onder. zoekingen, fchenen hem over dit onderwerp een genoegzaam licht te verspreiden. Zijne pogingen strekten zich derhalve daar heen', dat hij het zoo juist mogelijk ftandpunt vaststelde, van waar de gastrifche koortfen theoretisch en praktisch befchouwd' moesten worden, opdat wij zoo veel mogelijk voor mistastingen en dwalingen aan het ziekbed gewaarborgd zijn zouden. Redact. wenschte gaarne dit gefchrift in deszelfs geheel zijne lezers te doen kennen; maar gebrek aan plaats laat niet dan een beknopt uittreksel toe, het geen hij evenwel vertrouwt, dat genoegzaam zijn zal, om de belangrijkheid van het geheel te ftaven, en den lust, om hetzelve in deszelfs geheel te lezen, op te wekken.

V. D. B.

t

(3)

nismus zijnen ondergang fcheen gevonden te heb ben. -Men vaagde de gastrische koortfen geheel en al uit den rang der ziekten, en daar men dezelven blootelijk als het gevolg van asthenie befchouwde', meende men alle gastrifche verfchijnfelen, alleen door de toediening van prikkelende en verfterkende middelen spoedig en in den grond te kunnen genezen. Daar door werd aan den anderen kant veel onheil gefticht; veelligt nog meer dan door de voormalige braaken purgeermiddelen.

De aanwending van natuurwijsgeerige grondftellingen op de Geneeskunde was het voorbehouden, de leere der gastrifche koortfen weder in hare oude regten te herstellen, en de praktische Geneesheer durft thans weder, zonder vrees van uitgelagchen te zullen worden, van eene gal-, flijm- en ingewandenkoorts fpreken, en even als te voren oplosfende en ontlastende middelen voorfchrijven. Deze ftelling té bewijzen, het aandeel op te geven, dat de natuur wijsgeerte aan de herstelling der gastrifche koortfen had, en derzelver leer zoodanig voor te dragen, als zij op de doelmatigfte en bruikbaarfte wijze door den praktischen Geneesheer gebezigd kan worden, is het oogmerk van RICHTER'S Voorftelling, welke wij thans beknopt zullen mededeelen.

Daar de gastrische koortfen op het naauwfte met de geheele koortsleer te zamenhangen, zoo zal het noodig zijn, de inzigten van Dr. RICHTER, aangaande dekoortfen, in het algemeen, vooraf te laten gaan. De koorts is eene eigendommelijke aandoening van het hart en het ganfche flagaderlijk gestel, en A 2 ken

« VorigeDoorgaan »