Vaderlandsch woordenboek, Volumes 23-24

Voorkant
bij Johannes Allart, 1790
 

Geselecteerde pagina's

Overige edities - Alles bekijken

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Populaire passages

Pagina 141 - Dat weemeien, onder eikandere; van een' schaare. in zoo eng een' plaats gepakt, dat buytelen in hun evghen, oft hunner medeburgheren, en spitsbroederen bloedt, dat root- en doodtverwen van troonjen. breeken van gezight, krimpen van leeden. vlechten van vingeren, wringen van handen, was wel 't grouwzaamste weezen, dat ooit oogh
Pagina 23 - Of gij de leer die in het Oude en Nieuwe Testament, en in de Artikelen des Christelijken geloofs begrepen is, en in de christelijke kerk *.//i/cr geleerd wordt, niet bekent, de waarachtige en volkomene leer der zaligheid te wezen?
Pagina 167 - Want als de Heer VAN BUREN en anderen zich voor hem verklaard hadden, begaven zich de burgers na hunne wooningen, door het kleppen der Klok te wapen geroepen.
Pagina 298 - de ganfche ftad, ten einde hij u in het goede „ handhave. Dunkt het u, dat wij, met dus te „ vergaderen , zulk eene groote misdaad begingen ? „ Bovendien ben ik bereid, belieft het u, deze geT'.
Pagina 7 - Madrid en Weenen, een Verdrag van Koophandel getroffen, tot groot nadeel der Ingezeetenen van Hun Hoog Mogenden.
Pagina 15 - Landvoogdesfe , rondelijk verklaarende „ dat zij „ even ongezind als onmagtig waren , om de Plakaaten uit te „ voeren, en de hand te leenen aan de Inquifitie; als uiede, dat indien de Koning en de Landvoogdes daar op bleeven ,, aandringen, zij zich liever van hunne Ampcen wilden ont
Pagina 74 - Ook hier maakte hij zo gelukkige vorderingen, dat hij, op zijn achttiende jaar, door het Hof van Holland, tot het waarneemen van het Notarisampt bekwaam verklaard wierdt.
Pagina 108 - Gouverneur van de Stad Sluis en onderhoorige Steden en Sterkten in StaatsVlaanderen...
Pagina 16 - geen„ mensch of duivel te ontzien ", en gereed was , om , gelijk men zegt, een roof van voor de helle weg te haaien.
Pagina 165 - Vrienden de wijk nam na de Lek. Doch ook hier waren zij niet veilig. Want de Heer van Kuilenburg de Vlugtelingen naazettcnde , met eehige gewapende mai>fchap, Tondt dezelve op eene Uiterwaard , tegen over Kuilenburg.

Bibliografische gegevens