Van varen en van vechten: deel. 1572-1654

Voorkant

Vanuit het boek

Geselecteerde pagina's

Overige edities - Alles bekijken

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Populaire passages

Pagina 84 - Maranc neemt ons wech ons landen daer wy leven, Wy sullen sonder vrees ons in de zee begeven. Daer nu de schepen gaen, daer sullen wy tot spijt Van uwen trotsen moet sijn even wel bevrijt.
Pagina 84 - De vogel is alleen geboren om te snijden Met vleugelen de locht, de peerden om te rijden. De muylen om het pack te dragen, of de lijn Te trecken met den hals, en wy om vry te sijn.
Pagina 132 - ... Die alle sonden weet, en alle diepten kent. Wast niet een raserny dat in de west-armade Den onder-admirael die gout en silver laedde Den name voeren dorst van God den Heyl'gen Geest? Hoverdiger bestaen is, dunckt my, noyt geweest. Geen wonder isset oock dat God, die sulcke sonde Niet lijden can, hun heeft doen sincken inden gronde Met takels en geschut, met menschen ende vracht, Dat yemant die het hoort met recht daeromme lacht, En segt : de Heyl'ge Geest wel eer opt water sweefde Doe God de...
Pagina 137 - t schaen of wij all sliepen, Waeckte Schipper Mouring noch! Schipper Mouring, maer je leghter Maer je leghter platt evelt, Stout verweerer, trotz bevechter Beij te Zeeword en te veld, Kijck de takels en de touwen En de vlaggen en het schutt Staen en pruylen inden rouw, en Altemalen inden dutt.
Pagina 98 - t Staten volck op Spanjaerts kop Daer selfhaest heeft gegaen. O Neerland! so ghy maer en bout Op God den Heer altydt, V pylen vast gebonden hout, End...
Pagina 138 - t kusse vicht) Wiljer an? kedaer you dien ick, You allienich by dit licht. Weeran, riepen de matroosen, 'Tis een man oft Mouring waer, En de Reeërs die him kosen Weeran, 'tis de jonge vaer. Heintgie peurde strack an 'tstuer, en Haelde 't ancker uyt de grond, 'Tscheepje gingh deur 't zee sop schuren Offer Mouring noch an stond.
Pagina 14 - t is, ick ben in tegenspoet; Maer het moet zijn geleden, Ick moetet reeckenen voor goet Dat ick ben hier ter Steden, Veel liever hier als te Rotterdam, Want daer is de Borgher op my soo gram, Om de moort dien ick daer dede. Waer is de Paus de heylighe Man, Kond...
Pagina 136 - Mouring, die de vrije schepen Van de Seven-landsche buert Veertigh jaren, onbegrepen, Onbeknepen heeft gestuert, Mouring, diese door de baren Van soo menigh tegen-tij Voor den wind heeft leeren varen All en was 't maer wind op zij. Mouring, Schipper zonder weergae, Die sijn...
Pagina 87 - t ijs, en 't ijser fors, dwers deur, heeft streven darren Om 's landts baet; tot hij voor diens vrijheit storte 't bloedt Doe swol sijn siel van vreucht en coos de wech der starren Singen.de: nu ben ick voor 't Aertrijck al te goedt.
Pagina 193 - Een kangs te wagen driest en dom, Mit vliegent vaendel, slaende trom : Doen quam my 't krijgsvolk wel te pas, De steenen vlogen door het glas.

Bibliografische gegevens