De Geslagtlyst vervolgends van die Graaven, welke over dat gedeelte van Hameland, 't welk naderhand den naam van de Graafschap Zutphen heeft ontvangen, het bewind gevoerd hebben, zal men, onzes bedunkens, in deezer voege moeten opmaken.

Everhard.

Θ. 966.

Getrouwd met Amalrada, Zuster van Koningin Mathilda, als mede van de Vrouw van Wichman I.

Zie daar, Bescheiden Lezer, een nieuw zamenweefzel der Geldersche en Zutphensche oude Historie, 't geen wy erkennen, dat ten eenenmaal afwykt van het gevoelen van alle voorige Schryvers; doch het geen wy ons verbeelden, dat in vele opzigten gegrond is op egte bewyzen, voor zo ver men het uit de weinige van dien tyd overgeblevene Charters, welke tot nog toe ter onzer kennis gekomen zyn, heeft kunnen opmaken.

Indien dit ons zamenstel de goedkeuring van des kundigen zal mogen wegdragen, zullen wy ons de moeite, hiertoe aangewend, ligtelyk getrooften. Doch tevens zal men dan moeten erkennen de nuttigheid, welke men uit oude Charters en Verdragen kan trekken tot beter verstand en opheldering der Historie van ons Land; en op die manier zig moeten overtuigd houden, van hoe een groot aanbelang het is, alle egte Stukken en Verdragen, tot opheldering zo van 't Staatsregt, Burgerlyke Wetten, en Voorregten, als der Hiftorie, by een te zamelen, en zo veel doenlyk, der vergetelheid en den ondergang te ontrukken.

Utrecht den 25. Octob. 1783.

1

EERSTE

Bevattende de BRIEVEN, van de oudste tyden af, tot
op de Regeering van OTTO van NASSAU, welke
doorgaands gehouden wordt voor den
eerften Graaf van GELRE.

i

1.)

Bevattende de BRIEVEN, van de oudfte tyden af, tot op de
Regeeringe van OTTO, eerften Graaf van Gelre.

De Frankifche Koning Theodericus fchenkt, behalven andere elders gelegen goederen, ook eenige in de Betuwe aan het Kloofter van S. Vedaftus binnen Arras.

I

Omtrend den jaare 67...

N nomine fanctae & indivi- centia jam fibi cefferant, firmari juberemus, duae Trinitatis. Theoderi- ut quaecumque ex infpiratione divina ipfis concus gratia Dei Rex. Idcirco tuleramus, Imperiali Edicto & Sigillo ad perpotiflimum collatam nobis a petuitatem ftatueremus. Deo credimus Imperii dignitatem, ut in tutela & augmento Sanctae Catholicae Ecclefiae ipfius piam exequamur voluntatem:

Quapropter noverit omnium fidelium noftrorum, tam futurorum quam praefentium folertia, quod adierunt Celfitudinem noftram Monachi ex Monafterio quod vocatur Nobiliacus, ubi pretiofus Confeffor Chrifti Vedaftus corpore quiefcit, humiliter poftulantes, ut regale Decretum noftrum fuper villis, quae noftra munifi

Igitur pro falute tam Succefforum quam Antecefforum noftrorum, videlicet Regum vel Imperatorum, & pro totius ftatu regni, infpirante Rege omnium Regum Deo, praefato Monafterio & Monachis inibi Deo in perpetuum famulantibus regali liberalitate confirmamus, quae jam eadem liberalitate conceffimus, ad matriculam fcilicet Ecclefiae, in Atrebato Pago Atheas, Felci, ad portam Ecclefiae, Bernivillam, Daginvillam: in Pago Veromandenfi Mediolanas, Valles, Putheas aquas: in BAA

TUA