De vermakelijke Latijnsche spraakkunst, ten nutte der jeugd

ablatief ablativus accusativus achter adjectiva adjectivum adverbia Ajax alius altijd alzoo amo ik bemin amor Antw bemind beteekenis bona bonis bonum casus Cezar CICERO Ciceroniaansch Latijn CONJUGATIE dativus dewijl dichters dien eenige erat ezel filozoof Garamantes gelijk gemeen genitivi genitivus gerundia geslacht getal goed Grammatica Grieksch haec Heliogabalus Hollandsch HOOFDSTUK ille imperativus impersonalia infinitivus inter jonge Jupiter juvenis klinker knapen kort lachen Latijn leeren lettergreep lieden liefde maken medeklinker meê meervoud meester mensch mihi Momus naamval naamwoord neus nomen nomina nominativus onze onze jeugdige lezers Ovidius participium passiva passivum perfectum persoon Plur praepositie pronomen pronomina Prozodie puer quae quam quis regeeren den dativus regel relativum Sommige somtijds Spraakkunst subjunctivus substantivum sunt superlativus syllabe t'huis tempus trappen van vergelijking Trōm lă lă Turksche trom tusschen ursi verba verbuigen verbum verzen vocativus voeten voornaamwoord vorderen wanneer weêr werkwoord wijze woord zelve zoodanig zult