De Noormannen in Nederland: Geschiedenis hunner invallen gedurende de negende, tiende en elfde eeuwen, met opgave van derzelver gevolgen, uit echte bronnen geput, Volume 2

Voorkant
Van Paddenburg, 1834
 

Geselecteerde pagina's

Overige edities - Alles bekijken

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Populaire passages

Pagina 109 - Zij zijn gedoopt en herdoopt , en hebben na den doop als heidenen geleefd , Christenen gedood , priesters vermoord , den beelden geoflerd en afgodenoffer gegeten.
Pagina 40 - Hluduig, kuning min, Hilph minan liutin ! Heigun sa northman Harto biduungan." Thanne sprah hluduig: „Herro, so duon ih; Dot ni rette mir iz, AI thaz thu gibiudist." Tho nam her godes urlub, Huob her gundfanon uf, Reit her thara in urankon Ingagan northmannon. Gode thancodun, The sin beidodun; Quadhun al: „fro min, So lango beidon uuir thin!
Pagina 148 - ... dwong hen om hunne huisdeuren tegen het noorden aan te leggen , en ze zoo laag te maken , dat zij zich bij het uittreden telkens voor het vaderland hunner overheerschers moesten buigen.
Pagina 13 - Des nachts stond het hun vrij hunne grafheuvelen te bezoeken , en daar van de later gestorvenen te vernemen , wat er sedert hunnen dood op aarde was voorgevallen.
Pagina 90 - Zeeuwsche eilanden, benevens een gedeelte van het tegenwoordige Holland, Utrecht en een gedeelte van Gelderland, hetwelk aan Lotharius was toegewezen.
Pagina 236 - ... aarzelde hij niet de kans des oorlogs door hem te beproeven. In die dagen toch waren er menschen van oud geslacht en aanzienlijke afkomst, die zich alleen op de daden hunner vooronderen» en niet op de hunne konden beroemen.
Pagina 17 - XXVII. Wij streden met zwaarden ! Ras nadert mij het erflot, Grimmig is de beet des adders , Eene slang bewoont de zaal van het hart...
Pagina 149 - ... en koopen het eene koe , een schaap , en koorn , om zijn leven te behouden." — De derde noodzaak was: »Wanneer het kind naakt en zonder huis is , en dan de duistere nevel en koude winter komen ; dan trekt ieder in zijn huis en hoeve en weiverwarmd verblijf; en het wilde dier zoekt den hollen boom en de beschutting der bergen , waarin het zijn leven bewaren kan. Intusschen weent en schreit het jonge kind , en wijst op...
Pagina 12 - Ü r. eden.] ners , in eeuwigen krijg met elkander levende , zich reeds vroeg door zucht voor zeevaart en daarmede verbondene zeerooverij onderscheidden (a).
Pagina 212 - Daar bestonden scholen , daar werden boeken verzameld, daar hield men zich bezig met het maken van afschriften der oude schrijvers, daar eindelijk teekende men op , wat er merkwaardigs voorviel en den monniken ter kennisse kwam.

Bibliografische gegevens