MENGEL WER K. Dr. ANDR. BELL'S SCHOOLINRIGTING. (Vervolg van IX. D. V. St. bl. 64.) In het eerfte deel dezer proeve heb ik het " plan der school, benevens dat, waarnaar dezelve ingerigt moet worden, medegedeeld. Ik heb gepoogd de praktijk met de theorie te vereenigen, en de gronden te ontwikke len, waarop de inrigting fteunt. Het voornaamfte is het opzigt, het welk 'de eene leerling over den anderen heeft; on deze wijze fchool te houden, lijk is noodzakelijk wil men de kinderen fnelle vorderingen doen maken; maar buiten dit opgegevene plan, heeft men nog op zich zelf ftaande oefeningen, welke in deze fchool. gebruikt worden, om het onderwijs te verligten en te vereenvoudigen. Deze oefeningen zijn het fchrijven van letteren in zand, het lettergreep lezen, het fpellen zonder noodeloos herhalen enz. deze oefeningen volgen niet onmiddellijk uit de boven opgegevene wijze van schoolhouden, en be: hooren ook eigenlijk niet onder de algemeene regelen der verklaarde fchoolinrigting, en kunnen met ieder ander fchoolplan verbonden worden: zij onderfcheiden zich van hetzelve als de kunst van de weten fchap. II. HOOFDSTUK. Van het fchrijven in zand. Men zal het zeker voor geene te groote afwijking van mijn onderwerp houden, wan neer ik in den aanvang van dit hoofdstuk den den ouderen, welke eene gebrekkige uitfpraak bij hunne kinderen wenschen voor te komen, aanrade, vroeg met het leeren uitfpreken der klinkers aan te vangen. Meni beginne met den klank a, herhale die verfcheidene malen, tot het kind denzelven dui delijk en vlug uitfpreke: verder handele men op dezelfde wijze met de klinkers e, i, o, u en ij, waarna men tot de medeklinkers Overgaat. Het fpreekt van zelve, welk een fchoon hulpmiddel dit voor het kind is, om vroeg en duidelijk te leeren fpreken. Wanneer de klanken op deze wijze vooraf geleerd zijn, behoeft men flechts hét teeken te doen ken nen, die deze klanken aanwijzen. Voor het fchrijven in zand moet eene vlakke tafel van 36 duimen breed, mét cénen rand van 1 duim hoog, gemaakt worden. Binnen dezen rand wordt droog zand geftrooid, en dit met eene rol gelijkelijk ver deeld. De mede-onderwijzer, fomtijds een jongen zijnde, welke onlangs nog zelf het A B leerde, of een meer geoefende leerling, die hiertoe uit de overige gekozen wordt, tee. kent met den vinger de letter a in het zand, waarvan hij het voorbeeld voor zich heeft. De fcholier schrijft deze letter herhaalde malen met zijnen vinger in het zand na, wor◄ dende zijne hand, wanneer het noodig is, door den mede- onderwijzer beftuurd. Hierop wordt het zand weder gelijk ge. maakt, en de leerling beproeft de voorge. IX. D. VII. St. |