Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[ocr errors]

meling evenveel. Is het middelste lid geheel af 36 schell. De verstommelingen evenveel. Is de vinger geheel af, dan is het achterste lid 24 schell. De verstommelingen evenveel. Zoo de vingeren alle af zijn, ieder lid twee einzen en vijf mark, dat is 10 schell. En de middelste 36 schell. En de allerachterste ieder 12 schell, en iedere vinger eene verstommeling 36 schell. en ieder een aankomen en ieder eene zichtbare huidbezeering en eene hitte en koude. Het handblad heeft 36 schell. Wanneer de vingers alle afzijn. De drie vingeren in de regterhand, zoo zij afzijn, zoo is ieder een derde meerder omdat, dat zij de zegening doen tegens den duivel. Zoo zij staan en lam zijn, dan hebben zij niet meer tot boete, als de andere. De kleine vinger is hij af of lam, dan heeft hij 36 schell. meer tot boete, dan der anderen een, omdat, dat hij de hand sluit. Drie lidwaters schrijft men over de vingers als zij lam zijn, en niet meerder, ieder bij 10 schell. Wanneer men iets van een lid slaat, dan is dit grasval en de boete is 36 schell. De verstommelingen evenveel. Is de grasval buiten de kleederen, dan moet men de zichtbare huidbezeering schrijven. Is er van eene knokkel iets geslagen, dan behoort het lidwater daarbij, bij 10 schell. Wanneer er verdikkingen zijn in de lamme leden, dan behoort men ze te schrijven, gelijk men de lidsmallingen doet. De verdikkingen en de lidsmallingen mag men niet te zamen in eene wonde schrijven. Is de slag over de vingers gekomen en zij niet lam zijn, dan behoort men daar gene lamming aan te schrijven en de zichtbare huidbezeering, beenzitting en de lidwaters zonder hulpwonde: en zijn er hulpwonden dan schrijft men ze daarbij. Nagel afslag 7 schell. De hoogste geschrevene lamming 100 schell. in vier plaatsen. In de hals, in den rug, in de armen en in de beenen.

DOORGAANDE DADEN.

19. Zoo de man is doorgestooten en de daad is van ach

on ekemen, sa is thi onkeme xii scill. Sent er helpdolch, allerec alsa fule. Abel an Incepta x scill. Thria sine wert xii scill. met ene ethe to haliane. Thrina bene ebretzen and tha vtefleten, aider xii scill. mith ene ethe to haliane. Thi thruchkeme xii scill. Blodes inrene alsa fule. Thet blod fort vp thet midrether fallin alsa fule; thisse thrina mith ene ethe to haliane. Tha wederwondelinga xxiiii scill. mith ene ethe to haliane. Tha buclemethe xxxvi scill. mith ene ethe. On den orne wach ekemen xii scill. Lungensiama xxxvi scill. mith (66) ene ethe to haliane. Thet inrif xxiiii scill. buta ethe. On dene orne wach ekemen xii scill. mith ene ethe to haliane. Thi thruchkeme xii scill. Thene lungernsiama ne scrift ma binitha tha midrhether nout, ne thet inrif. Blod et nostrum and etta mund vppeblepen scrift ma buppa tha midrether and binitba nout. Is thio dede a tefta, alsa grat. Thet thi liccoma fon there waldwaxe ewert se, sa scrift ma tha fiif sin allerec bi xxxvi scill. thet is fiif scill. and v panningan sunder ene haling. Tha xi wendan alleree bi xii scill. mith ene ethe to haliane and tha hagesta regstiwenga bi hundert scill. thet is xviii scill. mith ene ethe to haliane. Is ti slec vppa thene reg ekemen, tbach thet bit nout thruch ekemen se, sa ach ma thesse wendan to scriuan. Is tio dede afara onkemen and hit a thefta in tha walwaxa kemen se, sa ach ma tha waldwaxa to scriwane and alie thet, ther hire folgat. Is tio dede a fara binitha tha midrether ekemen in thene buc, sa is ti onkeme xii scill. Abel an Incepta x scill. Thria sina wert xii scill. mith ene ethe to baliane. Is tio vnde sied, tha sex stekan jawelic vii scill. thet is xiii panningan. Tha sex meta vii scill. Blodes inrene xii scill. Thi thruchkeme xii scill. mith ene ethe to haliane. Tha (67) wederwondelga xxiiij scill. mith ene ethe to haliane. Buclemete xxxvi scill. mith ene ethe to haliane. Nitta scredene v

teren aangekomen, dan is het aankomen 12 schell. Zijn ér hulpwonden ieder evenveel. Abel en Incepta 10 schell. Drie zenuwen ontsteld 12 schell. met eenen eed te halen. Drie beenderen gebroken en die uitgevloten, ieder 12 schell. met eenen eed te halen. De doorgang 12 schell. Bloeds inloop evenveel. Het bloed verder op het middenrif gevallen evenveel; deze drie met eenen eed te halen. De weersverandering 24 schell. met eenen eed te halen. De buiklamming 36 schell. met eenen eed. Aan de andere zijde gekomen 12 schell. Longenwater 36 schell. met eenen eed te halen. De ingewanden 24 schell. zonder eed. Aan de andere zijde gekomen 12 schell. met eenen eed te halen. De doorgang 12 schell. Het longenwater schrijft men beneden het middenrif niet, noch de ingewanden. Bloed uit de neusgaten en uit den mond gelopen schrijft men boven het middenrif en beneden niet. Is de daad van achteren, evengroot. Dat het ligchaam door den ruggespier ontsteld is, dan schrijft men de vijf zinnen ieder bij 36 schell. dat is 5 schell. en 5 penningen min eene haling. De elf wendingen ieder bij 12 schell. met eenen eed te halen en de hoogste rugstijving bij 100 schell. dat is 18 schell. met eenen eed te halen. Is de slag op den rug gekomen, doch dat het niet is doorgekomen, dan behoort men deze wendingen te schrijven. Is de daad van voren aangekomen en het achter in de ruggespier gekomen is, dan moet men de ruggespier schrijven en al dat wat hier volgt. Is de daad van voren beneden het middenrif gekomen in den buik, dan is het aankomen 12 schell. Abel en Incepta 10 schell. Drie zenuwen ontsteld 12 schell. met eenen eed te halen. Is de wonde genaaid, de zes steken ieder 7 schell. dat is 13 penningen. De zes maten 7 schell. Bloeds inloop 12 schell. De doorgang 12 schell. met eenen eed te halen. De weersverandering 24 schell. met eenen eed te halen. Buiklamming 36 schell. met eenen eed te halen. Netsnijding 5

scill. thet is ix panningan mith ene ethe to haliane. Is 't ac thruch thene maga ekemen, allerec there fior wagan xii scill. mith ene ethe to haliane. In tha othera wage witstenden xii scill. Thi thruchkeme xii scill. mith ene ethe to haliane. Thet blod etta machtum vtrunnen xii scill. Thi metewertdelsa in tha maga xxxvi scill. mith ene ethe to haliane. Buppa tha midref ne scrift ma thene maga nout, ne nittascredene. Thi omma etter bucvnda, ther in ende vtgeth, aider xii scill. mith ene ethe to haliane. Is tet midrif truchestat, aidera wach xii scill. mith ene ethe to haliane.

FON THA MACHTUM.

20. Sa thio dede is ekemen in tha macht, sa is ti onkeme xii scill. Abel and Incepta x scill. Thria sina wert xii scill. mith ene ethe to halian. Sent er helpdolch allerec alsa fule mith ene ethe to halian. Thi thruchkeme alsa fule mith ene ethe to halian. Blodes inrene alsa fule. Bene ebretzen and tha vtfleten xii scill. Blod itta machtem vtrunnen xii scill. mith ene ethe to haliane. Ist in thera like ekemen, thruch tha fior wagan, allerec xii scill. (68) mith ene ethe to haliane. Is ti berntachta ofnimen fon ter dede, sa scel ma scriua allerec bi xii mercum mith ene ethe to haliane. Thi weterrene wert fon tere dede c scill. mith ene ethe to haliane. ma thisa dede scriwa herum and frowm.

LOM BEN,

Aldus scel

21. Is thet ben lom fon ther dede, sa scel ma scriwa thet al to lomma. Is tio dede buppa itta hwerfta on tha bene kemen and thet a olinga fon ter dede alle lom sa is thio hagiste lemete c scill. It ta knibola xxxvi scill. It ter fotwirst xxiiij scill. Tha thrina lithsmelinga alsa fule, sa thio lemethe. Sent er thria litha bi

se,

schell. dat is 9 penningen met eenen eed te halen. Is het ook door de maag gekomen, ieder der vier zijden 12 schell. met eenen eed te halen. In de andere zijden tegenstand gevonden 12 schell. De doorgang 12 schell. met eenen eed te halen. Het bloed uit het gemacht gelopen 12 schell. De spijs bederving in de maag 36 schell. met eenen eed te halen. Boven het midrif schrijft men de maag niet noch netsnijding. De adem aan de buikwonde, die in en uitgaat, ieder 12 schell. met eenen eed te halen. Is het middenrif doorgestooten, iedere zijde 12 schell. met eenen eed te halen.

VAN HET GEMACHT.

20. Als de daad is gekomen in het gemacht, dan is het aankomen 12 schell. Abel en Incepta 10 schell. Drie zenuwen ontsteld 12 schell. met eenen eed te halen. Zijn er hulpwonden ieder evenveel met eenen eed te halen. Bloeds inloop evenveel. Beenderen gebroken en die uitgevloten 12 schell. Bloed uit het gemacht uitgeloopen 12 schell. met eenen eed te halen. Is het in het ligchaam gekomen door de vier zijden, ieder 12 schell. met eenen eed te halen. Is de kindteler afgenomen door de daad, dan zal men schrijven ieder bij 12 märk met eenen eed te halen. De waterloop ontsteld van de daad 100 schell. met eenen eed te halen. Aldus zal men deze daden schrijven voor heeren en

vrouwen.

LAM BEEN.

21. Is het been lam van de daad, dan zal men schrijven dit alles als lam. Is de daad boven aan het gewricht aan het been gekomen en dit dan verder door de daad geheel lam is, dan is de hoogste lamming 100 schell. Aan de knie 36 schell. Aan de voetwervel 24 schell. De drie lidsmallingen evenveel, als de lammingen. Zijn er drie leden be

« VorigeDoorgaan »