Hollantsche Parnas: Nederlandse gedichten uit de zeventiende eeuwAmsterdam University Press, 1 jan 1997 - 163 pagina's Voor veel zeventiende-eeuwers staat het vast: de grote, klassieke literatuur van Griekenland en Rome is in Nederland in hun tijd opnieuw tot bloei gekomen. Een Gouden Eeuw is aangebroken, niet alleen in economisch en politiek opzicht, maar ook in de kunst. Om het niveau van de klassieke auteurs te bereiken waren een degelijke opleiding en een grote vertrouwdheid met de voorbeelden onmisbaar. Toch maakt de Nederlandse poëzie van de zeventiende eeuw allerminst een schoolse indruk. Dichters stonden midden in het leven en luchtten hun hart bij alle mogelijke gelegenheden. Zelden zijn er zoveel politieke pamfletten in dichtvorm gedrukt. En zelden was er ook zoveel aandacht voor wat dichters te zeggen hadden. De Alfa-reeks omvat Poëzie, proza en toneel uit verschillende eeuwen en van verschillende auteurs. De reeks richt zich in eerste instantie op eerste- en tweedejaars studenten Nederlands, maar is ook bedoeld voor een in literatuur geïnteresseerd publiek. De teksten zijn, waar nodig, door deskundigen van commentaar en woordverklaringen voorzien. |
Inhoudsopgave
Gedeelte 1 | 18 |
Gedeelte 2 | 73 |
Gedeelte 3 | 76 |
Gedeelte 4 | 114 |
Gedeelte 5 | 125 |
Gedeelte 6 | 136 |
Gedeelte 7 | 138 |
Gedeelte 8 | 152 |
Gedeelte 9 | 163 |
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
alles altijd Amsterdam auteurs beste boven Constantijn Huygens daer deel dichten dichter doet dood eeuw eigen Focquenbroch gaat gaen gaet gedichten geest geleerde geschreven geweest ging goed gold graf grote haer hand hart heel Heer hemel hert Homerus hoofdstuk Hooft hoop houden Huygens iedereen iets inleiding Jacob Jan Vos jonge Joost kerk klassieke komen komt korte kunst laat laet land Latijn leven licht liederen lief liefde lieven literatuur maakte Maer maken manier mensch mensen moest mogelijk naam nacht naer Nederlandse nieuwe noch omdat oock oogen oorlog poëzie regels Revius rust schoon schrijven siet sijn soet sonder sonnetten spelen Sterre vaak vast Vondel voorbeeld waer wanneer Want weer weet wereld werk wilde Willem wilt woorden zeker zelf zeventiende eeuw zichzelf ziel zien zoals