Uit de psalmen: een boek voor de ziekenkamerBredée, 1901 - 135 pagina's |
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
aangezicht aarde achter Alles wat adem alsof altoos bacillen banden blijde blijdschap boom Christus Christus Jezus daarom denk dien doet donker dunkt eenige eenzaamheid eeuwige dingen eigenlijk eisch Evangelie exacte wetenschap gaan gansch onverwachts gebrokenen van hart gedachteloos geloof genade geweten Gods liefde goed groote woorden heel heengaan Heer heerlijkheid heid heiligen Hemel huis iemand iets ijdelheid Israël Jefta kinderen komt kracht laat leven en ziek levend lichaam licht lijden lofzang loven machtig maken menigeen menigmaal mensch menschenhart misschien moeilijk nòch nood nooit omdat ontwaken onze gedachten onze plannen onze ziel oogen oogenblik profeten PSALM psalmist psalmwoord schijnt slaap slaapmiddelen soms Stellig sterven stoffelijke straf tegenover tusschen uur in gevaar Vader vertroosting vleesch voelen vraag waarheid Waarom zoudt gij wakker want weduwen weer weet wereld wien wier willen wolken wonder zeggen zegt zeker zelf ziekbed ziekenkamer zien zonde zooals zouden zoudt gij leven zwak zwijgen
Populaire passages
Pagina 114 - Dat g'u verwondren moet, Als Hij, die alle macht heeft, Met wonderbaar beleid Geheel het werk volbracht heeft, Waarom gij thans nog schreit.
Pagina 79 - Zoo zal ik dan veel liever roemen in mijne zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone. 10 Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, in smaadheden, in nooden, in vervolgingen, in benaauwdheden, om Christus wil ; want als ik zwak ben, dan ben ik magtig.
Pagina 132 - Jezus' woord: komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt; Ik zal u rust geven.
Pagina 4 - Maar dan zijn we immers ook juist in de stemming om te verstaan dat „alle vleesch is als gras, en alle heerlijkheid des menschen als een bloem des velds.
Pagina 93 - Als mijne gedachten binnen in mij vermenigvuldigd werden, hebben uwe vertroostingen mijne ziel verkwikt.
Pagina 114 - t Is wijsheid wat Hij doet. Zóó zal Hij alles maken, Dat g...
Pagina 35 - Ik ben jong geweest, ook ben ik oud geworden, maar ik heb niet gezien den rechtvaardige verlaten, noch zijn kroost, zoekende brood.
Pagina 61 - Ik ben geringer dan al Uwe weldadigheid en dan al Uwe trouw?
Pagina 28 - Vader en Moeder hebben mij verlaten, maar de Heer zal mij aannemen.
Pagina 114 - God kent alleen het naaste pad, dat uitloopt op de Hemelstad...