GESCHIEDKUNDIGE STUDIËN C- OVER KAPITAALVERDEELING. EENE STAATHUISHOUDKUNDIGE PROEVE TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN DOCTOR IN DE REGTEN AAN DE HOOGESCHOOL TE UTRECHT. DOOR etrus WILLEM P. WOLTERBEEK. AMSTERDAM, 1857. "Om de natuur" (Staathuishoudkunde is eene hoogere natuurkunde) "te begrijpen moeten wij ons gewennen haar zóó te bestuderen, dat wij hare geheimen trachten uit te vorschen, lare wetten na te sporen, alle vooringenomenheid met eigen begrippen, alle voorbarigheid in het oordeelen, alle begeerte tot het verdichten van eindoorzaken afleggen en van eigen wijsheid afstand doen." C. PRUYS VAN DER HOEVEN. "Wer kein Herz hat für das arme verlassene Volk, wer durch das Studium der Nationalökonomie nicht begeistert wird für Förderung des Volkswohlstandes, kann keine tiefe Einsicht in das Wesen des wirthschaftlichen Lebens erlangen, und sich nicht frei machen von den durch die Selbstsucht verbreiteten Vorurtheilen und Irrthümern." F. G. SCHULZE. "C'est surtout par la distribution de la richesse, que la science économique touche aux autres sciences morales et politiques. C'est donc une des plus belles études aux quelles on puisse se livrer, que celle de cette partie de l'économie politique, et c'est une des études les plus indispensables à tous ceux, qui voudront un jour prendre une part active aux améliorations, dont, j'en ai la ferme conviction, l'arrangement des sociétés sera un jour l'objet." P. ROSSI. VOORREDE. Welhaast hoop ik een afgesloten tijdperk mijner opvoeding vaarwel te zeggen, om eensdeels een geheel nieuw in te treden, anderdeels een reeds aangevangen voort te zetten. Als zoovele anderen heb ik de schoolen akademiejaren doorloopen, en ben wel niet volwassen in kennis en levenswijsheid, maar toch de leerjaren reeds ontwassen. Gedurende die jaren van uitwendige en regtstreeksche kweeking en opvoeding door anderen, genoot ik de leiding van voortreffelijke mannen; en, hoewel ik niet altijd, welligt minder dan de meesten, hunne moeite en zorg beloonde, ik weet dat zij ze mij niet alleen uit pligtbesef, maar ook met een toegenegen hart hebben gewijd, en mijne achting en wederliefde duidelijk hebben erkend. Daarom zij het mij vergund, bij deze gelegenheid hun opentlijk mijnen dank te betuigen. |