Gedichten

Voorkant
Amsterdam University Press, 1994 - 64 pagina's
'Ik bleef schier onbeweeglijk / op heure lipjes kleven. / Doch na zo vele proeven / was't ons nog gans onmooglijk / een kusje te beschrijven', dichtte Jacobus Bellamy. De theologiestudent deed niet alleen van zich spreken als dichter van speelse liefdespoëzie, maar ook als de auteur van politieke strijdverzen, waarin hij zich keerde tegen de politiek van stadhouder Willem V. Groot is zijn oeuvre niet geworden: Bellamy was slechts negenentwintig jaar oud toen hij stierf in 1786.

De Alfa-reeks omvat Poëzie, proza en toneel uit verschillende eeuwen en van verschillende auteurs. De reeks richt zich in eerste instantie op eerste- en tweedejaars studenten Nederlands, maar is ook bedoeld voor een in literatuur geïnteresseerd publiek. De teksten zijn, waar nodig, door deskundigen van commentaar en woordverklaringen voorzien.
 

Inhoudsopgave

Aan mijn Vaderland
36
Roosje
38
Fragment van eene Sentimenteele Historie
44
Uit een brief aan mijnen vriend Kleijn
46
Aan Mijne Vrienden
52
Het Onweder
54
Aan Willem Carp
56
Aan
58
Aan Lavater
61
Eene voorzegging
62
De Dichter Aan Zijne Vrienden
63
De Dood
64
Copyright

Overige edities - Alles bekijken

Veelvoorkomende woorden en zinsdelen

Bibliografische gegevens