Het phonologische quantiteitsbegrip: tijdsaspecten van de taal

aantal moren aanwezigheid van duur aanwezigheid van geruis aanwezigheid van verhoging akoustische eenheid antepaenultima apocope arithmetisch parallelisme arithmetische tijdseenheid bepaalde taal gebruikt bepaalde taal phonologische beperkte geldigheid bestaan consonants conventionele durée eenmorig phoneem eenmorige sonant elkaar gebruikt elkaar te onderscheiden episch Ionisch gebruikt mag geldt geluid geminatie gerealiseerd Grundzüge hoge hoge more identiek Ilias intensieve eenheid kadereenheid klassieke Attisch klassieke Latijn klinker lettergreep lettergreepmoren liquida medeklinker morige morpheem morpheemphonemen NAERT Nederlands niet-hoge niet-hoge more niet-sonant nulmorige phonemen nulphoneem onmiddellijk na elkaar oppositie afwezigheid oppositie eenmorig paenultima phoneem met aanwezigheid phoneemkenmerk phono phonologie phonologisch volgens criterium phonologische oppositie Phonologische Quantiteitsbegrip phonologische regels gelden realisering rhythmische groep ronding s-Gravendeels Silbenträger Slowaaks sonant gebruikt Sprachen stemloze SWADESH taal phonologische regels tekens met akoustische toonkern TROEBETSKÓJ Tsjechisch tweemaal onmiddellijk tweemorig lettergreeptype tweemorig phoneem ultima varianten waarvan de termen wezigheid woord of zin woorden van elkaar woordphoneem zelf phonologisch zinslettergreep zinsphonemen zoals zwei