Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

die alleen aan haar eigen hart, en fchoon zy dien dag, en verfcheiden volgenden, niets hoorde als van 't huwelyk van Ziphranes, en ieder haar verwondering betuigde over de fchie lyke voltrekking er van, zoo wel, als wegens dat het met cene andere gefchied was, wift zy, niettemin, al haare ontroeringen zoo wel te verbergen, dat niemant 'er iets van merken konde.

ZYNE onedelmoedige behandeling had zekerlyk haar hart geheelyk tegens hem gekeert: zy haatte hem wel haaft veel heviger als ze hem ooit te vooren bemind had;

telkens kwam het denkbeeld in haar op, hoe zeer ze met hem bedroogen uitgekoomen was, en dat hy met goed regt zich konde beroemen meefter van haar hart geweeft te zyn; en de fpyt, die ze over die twee punten gevoelde, gaf haar de bitterfte pyn.

IN'T KORT, de eenige hartstogt tans in haar werkzaam was wraakzugt; en al haar overwegen, hoe, en op wat wyze, zy hem ftraffen zoude, eenigermaaten overeenkomstig met zyne beleediging; eindelyk iets daar toe uitgedagt hebbende, wierd het ook fpoedig uitgevoerd.

ZY WIST dat hy gewoon was daaglyks in het Park te wandelen, en berigt zynde dat hy 't nog deed federt zyn trouwen, maakte zy de gelegenheid te hebben van hem te ontmoeten; dit gebeurde gelyk zy 't verlangde, hy was verzeld van een oud Heer, daar ze zich niet veel om behoefde te ontzien; dus fprak ze Ziphranes onbefchroomt aan, en

1 2

zei,

zei, ze wenften hem in 't byzonder te fpree ken, waar op de anderen Heer aanstonds heen ging.

[ocr errors]

ZIPHRANES was zoo neergeflagen toen hy haar zag, dat hy naauwlyks bekwaam was om de eerbewyzing die ze hem deed te beantwoorden, met die pligtfchuldigheid als 't een wel opgebragt Heer betaamt; zy dit zien. de, en 'er haar voordeel meede doen willende, vroeg wat hem dus belemmerde, en voegde 'er heel lugthartig by, dat hy in 't geheel niet verleegen moeft zyn: want dat, of het fchoon zeer wreed ware, haar voor eene andere te verlaaten, hy 't als nog in zy ne magt had, om dat alles goed te maken, en dat ze hem gewenst had te ontmoeten, om 'er de gelegenheid toe te geven.

DIT ALLES, 't geen hy niet anders als boertery konde opneemen, verwonderde hem ten hoogften, als geschiedende van een Juffer van zeer ernftigen aart, en ingetoogen gedrag: dit by zyne eerfte verwarde gedagten komende, en haare tegenswoordigheid, maakte hem buiten ftaat om zoo te antwoorden als hy zoude gedaan hebben, indien hy zyns zelfs beter meefter geweeft ware; en het was met een ftamerende ftem dat hy eindelyk uitbragt, het hem lief te zullen wezen, zoo hy haar cenigen dienst konde doen.

WELK een vermoogen heeft een bezwaard geweeten -hoe laag, hoe lafhartig maaken laage daaden iemant niet! hy die onbefchroomt de misdaad verrigten durfde, beefde op 't aandenken van 't verwyt dat ze ver

diende- Barfina, in tegendeel, gevoelde een ftil genoegen in haare ziel over de verlegenheid daar de zyne zich in bevond, maar dat was 't minite doel van haare wraakzugt, dus was 't noodig zyn tegenswoordige ongeneugte wech te neemen, zou ze anders gelegenheid krygen om, 'er hem anderen van drukkender natuur op te leggen.

DAAR toe nam ze zoo veel zagtheid aan in haare ftem en oogen, als imant, die geen veinzen gewoon is, met mogelykheid aanneemen kan: en zei, met een verkropte zugt. Wel, Ziphranes, ik befchuldig u niet; de Liefde, weet tk, is geen eigendunkelyke hartstogt; daarenboven heb ik wel gehoord, dat in het trouwen een nootlottigheid plaats heeft, daar -men niet tegens aangaan kan: My dunkt flegts, dat de ommegang die we met elkanderen gehad hebben, niet op zulk eene wyze, bad behooren afgebrooken te worden: dagt ten minflen my te mogen vleien dat we cen voeglyk affcheid van elkanderen hadden te

nemen.

[ocr errors]

HY BEGON daarop een armhartige verfchoo. ning te maken voor zyn gedrag, maar zy ftuitte hem in zyn ftameren, zeg me niets, viel zo in zyne redenen, geen gefchied is, is niet te herhaalen, maar zoo gy my wild overtuigen dat gy ooit opregte genegenheid voor my bad, en, dat niet al de betuigingen die gy ooit gedaan hebt, alleen geschikt waren om myne onnoozelheid te verfchalken, moet gy me één verzoek, dat ik u doen zal, toestaan, en dat is, van nog éénmaal tot mynent te koo

I 3

men

[ocr errors]

men. Gy kund geruft zyn dat u geen de minste verwyting zal gefchieden: ik begeer niets meer als een laatft vaarwel van u te neemen, en zoo gy my daar in voldoed, ('t geen ik denk dat gy wel zult willen doen,) en my belyd, dat gy er als toe verrukt øyt, 200 geef ik u myne plegtige belofte u nooit meer laftig te vallen.

OVER ZULK een uitnodiging, en dat op zulk een wyze, en dat uit een' mond, welke hy wift de volflagenfte en de grootste redenen des Waerelds te hebben, om met uitdrukkingen van een geheel anderen aart opgevuld te zullen wezen, was de verwondering die ze hem gaf niet geheel ongegrondt:

hy vond, gelyk het ook waarlyk was, haar gedrag een weinigje onnatuurlyk, en geheel het tegendeel van die ingetoogenheid en volmaakte zedigheid, waar meede zy hem gewoon geweeft was te ontmoeten; maar aan welk een oorzaak hy die verandering ook toetefchryven hadde, kon hy zoo onbeleefd niet wezen om haar te weigeren 't geen ze verzogt, en zy kwamen over een, den volgenden morgen te famen te ontbyten.

Volgens dien affpraak kwam hy; zy, ontfing hem met de grootfte beleefdheid, dog wat ernftiger, en meer in overeenkomft met hare gewoone houding, als wel 's daags te vooren; de Chocolaat wierd bediend, en de meid deed de aanreikingen terwyl ze ontbeeten, en Barfina onderhield hem met een gewoon gefprek; Het ontbyd gebruikt zynde, gelaftte zy een Fles Ciperffe wyn op

ta

2

afel te zetten, en gaf de meid het teken dat ze vertrekken kon.

ཎཱི

TOEN met hem alleen zynde, fchonk ze in twee glaazen, en bood het eene Zipbranes aan, maar die verzogt verfchoond te wezen, om dat hy nooit voor den maaltyd gewoon was wyn te drinken, die gewoonte, zei ze, op cen vrindelyke wyze, kund gy wel voor déns overstappen, en om er u toe te verleiden, en u te toonen dat ik geen de minste gevoeligbeid heb tegens de Dame die uw hart bezit zal ik drinken, op de Gezontheid en 't Geluk van uwe Beminde: op die Conditie kund gy dat eene glaasje niet weigeren.

از

[ocr errors]

Dir zeggende gaf zy hem het glas ten tweedemaal in de hand, Wel, de hand, Wel, Mevrouw, antwoordde hy, het zou me niet passen dat te weigeren, te meer dewyl gy er opgezet zNt.

ik zal de eer hebben u befcheid te doen. ZY DRONK daar op, en ftelde de gezegde toewenging in, en hy zyn glas 'er meede op geledigd hebbende, borit ze, als zeer ver genoegd uit, Nu, nu ben ik voldaan; of fcboon de nydige ftarren my 't vermaak mis gund hebben van met u te leven, zoo zullen Ik beb que ten minion, ic famen serven: de gezondheid van myne gelukkige medevryfter opregtelyk gewens dat ze lang leve, gelukkig en vergenoegd 28, indien ze het wezen kan zonder Ziphranes, want, niet lang! neen, maar kort, zal ze by bem triumferen, over -de verlaatene Barfina.

WAT meen je, Mevrouw zei hy verbaasdelyk Dat je tot uw firaf gedronken I 4

hebt,

« VorigeDoorgaan »