Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

en een half gesteld. De meeste Houders dier Ren- XVIII. ten onderwierpen zig hier aan, mids dat hunne Boek. Oude Brieven, voor nieuwen, tegen twee en een 1735. half ten honderd, veranderd werden, het welk de Regeering toestond (b).

Hier voor op het jaar 1678. heb ik verhaald, Nieuwe dat 'er een Steene Verlaat, binnen de Stad, om-Steene trent de Koornbrug gelegd werd: Dit moet om-Koorbrug Sluis by de trent deezen tyd geheel weggeraakt, immers on-gemaakt. bruikbaar geworden zyn, om dat de Raad van Staaten, in deezen jaare goedvond, eene nieuwe Sluis, by de Koornburg te doen maaken. De Regeering bedugt, dat de Doorvaart, uit de Dieze, in de Haven; daar door belet zoude worden, benoemde eenige Schepenen, om dit te on derzoeken, welken, als zy zulks van belang reken den, dit den Raad van Staaten moeften vertoonen (i): Dit door de Schepenen verrigt zynde, 1736. had de Raad hier op voorgeflagen; om tegen den Vertoog Brug aan de Vischmarkt, een Verlaat te leggen,gedaan. het welk omtrent elf, of twaalf honderd guldens zoude koften. Zy hadden hier van de Geerfdens langs de Dieze, kennis gegeeven, die zig over de koften, niet hadden kunnen verstaan deezen hadden verzogt, dat de Doorvaart open mogt blyven, en dat de koften van het tweede Verlaat, ten laften der Stad gebragt mogten werden, of dat de onwillige Geerfden, tot de voldoening hunnes aandeels gedwongen mogten werden. De Regeering befloot hier op, dat de De Regee Stad, by wege van verfchot, de koften van het ring befluit Verlaat betaalen zoude, mids die niet meer, dan elf verlaat al

[ocr errors]

(b) NOTULEN van den 7. Juni 1736.
(i) NOTULEN van den 5. December 1735.

daar over

een tweede

hon-daar te

doen ma ken.

[ocr errors]

XVIII. honderd guldens bedroegen. De Schuiten, die Boek. daar door voeren, zouden deswegens niets betaalen. De helft der onkosten tot dit Verlaat, zoude 1736. door de Geerfdens, langs den Stroom geleegen, betaald worden (k). Het Verlaat werd dan voor elf honderd guldens aanbesteed, en de Regeering verzogt den Schepenen, de Geerfdens,,voor hun te ontbieden, en na verhoor derzelven eenen overflag te maaken, wat ieder van hun, in de helft der elf honderd guldens, betaalen moeft (/). Ik vind niet dat die omflag gemaakt is, zo dat de Stad, dit alleen betaald heeft.

Griekfen

Zonderling In het laaft des voorgaanden Jaars geraakte zegeval van kere Griekfe Geeftlyke, Athanafius Paulus gezekeren naamd, binnen deeze Stad in hegtenis. Het geval is zo zonderling, dat ik het der moeite waardig. Athanafius agte, alhier in te laffen. Op zyn verzoek, in de Paulus ge-Kamer van Schepenen gelaaten, gaf hy te kennaamd. nen; dat hy hier te Lande gekomen was, om

Geelyke

eene Inzameling van Penningen, ter Vrykoping
van Slaaven, by de Turken gevangen, te doen.
By onderzoek zyner overgegevene Befcheden, en
Getuigschriften, kwamen eenigen zeer verdagt
voor, voor al een Appointement, door het Hof
van Holland, den negenden December 1734. op
zyn Verzoekfchrift gefteld. Daar by was hem
tagtig guldens gefchonken, en geoorloofd, Liefde
gaaven, van de Hooge Vergaderingen in den Haa-
ge, te verzoeken. De redenen, die den Schepe-.
nen naardenken gaven, waren, deels het Slorfig
Schrift, en de buitengewoone wyze der inftelling
van het Verzoekschrift, en deels, dat zekere Jan
Paus

(4) NOTULEN van den 20. Februari 1736.
NOTULEN van den 22. Mei 1736.

Paus, die als knegt zig by Athanafius ophield, XVIIL toen hy afzonderlyk gevraagt was, betuigde, niet Boek. langer by hem te willen blyven, om dat, indien 1736. zyne Befcheden al echt waren, hy om veele redenen twyfelde, of het geld, dat hy ophaalde, wel tot het voorgegeven einde, befteed werd; In alle de plaatzen daar hy zig opgehouden had, verfpilde hy veel met den Drank, en oneerlyke Vrouwlieden: Volgens het verhaal van Paus waren de letteren van het Verzoekschrift, met Bleeken Inkt gefchreven geweeft, doch nader hand met zwarter overhaald. Schepenen bezigtigden hier op het Pergament, waar op het Verzoekfchrift gefteld was, tegen het Licht. Het kwam hun toen voor, dat eenige regulen uitgefchrapt waren, in welkers plaats men krullen getrokken had. Sommige Handtekeningen van bekende Lieden, die in het Gaderboekje gefteld waren, kwamen hun opregt voor: Doch vermits die allen onzeker waren, en Schepenen oordeelden, zorg te moeten draagen, dat geene ligt Ge loovigen, door een verkeerd mededogen misleid werden, befloten zy, Athanafius, by voorraad in Gyfeling te houden, en zyne Papieren te verze keren Zy zonden vervolgens het Appointement van het Hof van Holland, en het Gaderboekje den gemelden Hove toe, met verzoek om te weeten, of men het eerfte, als wettig, of als onwetting, aanmerken moeft. Zy voegden 'er by, dat hun uit verfcheidene andere zaaken bleek, dat Athanifius een Landlooper was: zyne Gy feling was om die rede, door hen, in eene Gevangenis veranderd (m). Inmiddels werd de knegt,

(m) NOTULEN van Schepenen van den 27. December 17356

XVIII. knegt, die mede in hegtenis gezet was, als een Boek. ordentlyk Man, dien men nergens aan Schuldig 1736. bevond, met het betaalen zyner bedongen Loon,

en eenige verfchotten, uit de goederen van zynen Meester geflaakt (~). In tegendeel werd zeker ontugtig Vrouwmenfch, die eenigen tyd te vooren by Athanafius geweeft was, gevangen genoomen (0). Het Hof van Holland and woorde kort hier na, dat hun Appointement wettig was: doch wanneer men op de overgezonde verklaringen van Schepenen alhier, het oog veftigde oordeelde het Hof mooglyk te zyn, dat het door verrassing bedrogen was, te meer, om dat Het, veele nadeelige gerugten van dien Griek verstaan had, waarvan het Hof, als Het de verklaaringen bekomen had, die aan Schepenen over zoude zenden. Het Hof verzogt verder, dat ingeval de Gevangen aan eenige flinkfe ftreeken fchuldig bevonden werd, het Appointement te rug gezonden mogt werden, om voortekomen, dat hier door niemand misleid zoude werden (p). Schepenen ftelden dan het Appointement in handen des Penfionaris, om na uiteinde van zaaken, dit den Hove van Holland, te rug te zenden (q). By den Gevangenen werden verfcheide Penningen, en andere zaaken van

waar

(n) NOTULEN van Schepenen van den 2. Januari 1736. (o) NOTULEN van Schepenen van den 6. Januari 1736.

(p) BRIEF van het Hof van Holland van den 11. Januari 1736. in de NOTULEN van Schepenen van den 16. Januari 1736.

(4) NOTULEN van Schepenen van den 16. Januari

XVIIL

Boek.

1736.

Die men

te zyn.

waarde gevonden, die men allen, den Griffier ter hand ftelde; zy bepaalden het onderhoud van den Gevangenen op twaalf fluivers daags (r). By nader onderzoek bevond men, dat Athanafius eenen valschen Voorfchryf brief van den Paus door den Kardinaal OTTOBONI, als vice Kanfe-bevind een lier ondertekend, bezat. Dit was men ontwaar Landloper geworden, door de vergelyking der Handtekening, met eene echte, die een der Roomfche Priefters deezer Stad, bezat: deeze verschilde oneindig van elkander. Men zond derhalven den Voorfchryf brief naar 's Paufen Nuncius te Brusfel, welke verklaarde; dat de Ondertekening des Kardinaals, allen fchyn van valsheid had. By een volgend onderzoek vond men, dat de Voorfchryf brieven der Griekfche Kerk te Konftantinopolen, die hy, schoon niet ondertekend, by zig had, mede valfch waren, om dat met dezelve hand, waar mede die gefchreven waren, in zyn Gaderboekje aangetekend ftond, dat hy, van de Keizerinne weduwe AMELIA, en van de Regeerende Keizerinne te Weenen twee byzondere Giften, de eene van vier, en de andere van drie honderd Dukaten, ontfangen had. Schepenen gaven hier van het Hof van Holland kennis, en verzogten, dat indien 'er eenige bewyzen, ten laften van Athanafius ingewonnen waren, men die ter bevordering van het Regt, over wilde zenden; Zy zonden tevens den Hove het gemelde Appointement te rug (s). Het Hof antwoorde,

(r) NOTULEN van Schepenen van den 2. Februari 1736.

(s) NOTULEN van Schepenen van den 21. Februari 1736.

« VorigeDoorgaan »