het minft dat wy voor dat Keurvorstendom gedaan hebben; - maar zoo volslagen, is het alleen het voorwerp van onze oplettenheit geworden, dat niets ons zelven aangaande, in aanmerking kan komen: hoe veronagtzamend hebben wy niet afgezien van alles wat ons eertyds dierbaar was! - de Koopbandel, het leven en de ziel deezer Konink ryken, is geheel verwaarlooft !' men denkt 'er niet om. De Eer van de Britfche

Vlag, en het Oppergezagh ter Zee, is een ydele naam, en de betekenis 'er van, niet meer waardig dat ze in agt genomen worde; de fchamperfte kleinigheeden, de wreedfte mishandelingen en alle foorten van beledigingen, die de Spaanfcbe trotsheit, en gierigheit uitdenken kunnen, moeten wy met de schandelykfte toegevenheit, geduidiglyk afwaghten.

Onzen handel in de Weftindien is fchier geheel te niet; onze Kolonien in het uiterfte gevaar, en dagelyks bedreigd door den onweerftanelyken Vyand onzer landen: zy fchreeuwen luidkeels om befcherming en wraak helaas! hoe doof zyn wy! hoe ongevoeligh, hoe onbekwaam om op te waken uit dien doodflaap, daar we federt lang in gevallen zyn! als het ons dan nogh eens ter ooren komt, en wy de verdrukking van die arme luiden niet langer ongemerkt kunnen aanzien dan verklaaren we een' Oorlogh, welke in zulker maniere gevoert word, dat het eerna Spiegelgeveghten, om

de

de leus, dan na wezentlyk verdedigen, of reght vorderen, gelykt.

Een fchoone Vloot niettemin is 'er uitgezonden, die een grootsch Figuur te Spithead gemaakt heeft, een gedeelte van welke de Spanjaards dapper heeft uitgetart, terwyl haare Gallioenen en Affogues Scheepen [welk een schandelyk herdenken!] met hunne Schatten geladen, vol en zoet, geruft in hunne Havens binnen liepen.

Een allerdapperft en waardigft Admiraal verkreegh, insgelyks, met veel ophef, de vryheit om op een' toght te gaan, niet min Glorieus voor hem zelve, als dienftig voor zyn Vaderland, indien dezelve volbraght ware, gelyk ze zekerlyk zoude volbraght geweeft zyn, indien opregtheit, te huis, zynen yver en moed buitenslands, ondersteunt hadden, gelyk t behoorde; maar hoe wreed en 't chandelyk zyne roemrugtige ondernemingen te loor gegaan zyn, kan niemant onkun dig van wezen.

In 't kort, de Minister, toen aan het roer van Staat, had vry wat andere zaken in zyn hooft, als 't vernederen van den Spaanfchen hoogmoed": Hy noemde dit de Negotie Oorlogb, en liet den Koopluiden de zorgh om dien voort te zetten: de naam was in zoo verre niet kwalyk genoomen, en de uitwerking toonde, dat 'er meer tegens den Vyand verright wierd, door de Scheepen welken de Koopluiden uitruftten, dan door de geheele Koninklyke Scheepsmaght.

Tans kwam de fchynbaare reede van dee

ik

ze bedryveloosheit aan den dagh; zegh Scbynbaare, om dat de Minister niet luy zynde in 't behartigen van zyn eigen belangh, verheffing, en zekerheit, ongetwyffeld, indien hy zyn eigen voordeel hadde kunnen vinden in het voordeel van de Natie, niets anders zoude bedoeld hebben; maar zyne afhankelykheit hem een anderen wegh heen leidende, was hy genootzaakt, om zoodanige maatregelen in aght te nee men, als, mogelyk, regtftreeks tegens zyne eigene wenschen aanliepen, indien ze anders zynen Staatzught hadden mogen beantwoorden. Dogh om te rugh te komen, het geheim beftond hier in:

en men

De Nayver van den Nieuwen Keizer, en nogh meerder van den Koning van Pruissen, kwam op Rekening van Honover moest eenige middelen vinden om dat geliefde Vlek te bewaren het mogt dan met Groot-Brittanien gaan zoo als het konde.

Een Franfch Leger in het hart van Duitsland, en de jammerhartige klaghten van de Koningin van Hongaryen, gaven een voorwendzel, om de oude Hiftorie van een Evenwight van Maght onder de Mogentheeden weder te doen herleven: een zaak zeer wenfchelyk, in zich zelven, voor alle onvermogende Staten, die beurtlinghs, dan van 't Huis van Bourbon, en dan van 't Huis van Oostenryk, geplundert en overheert worden, maar een zaak die door eene mogenheit op zig zelven niet in stand te brengen is;- GrootBrittanien alleen kon zich nooit vleien om

het

het te doen, zelf niet in den tyd van zynen grootste rykdom; veel min kon zulk een herfenfchim dan plaats hebben in den tegenswoordigen tyd. Ieder een die in staat is om te denken ziet dat op 't klaarfte.

Derhalven, om zoo veel mogelyk, de fchreeuwende dolheit van zulk een onderneeming te fimooren, wierd ons verteld, dat de Hollanders, ongetwyffeld, met ons hand aan hand, het ftuk bewerken zouden: dat Rusland het meerendeel van de koften zoude dragen: dat Polen al den byftand die het konde, leveren zoude, en, dat Sardinien 'er met volle magt voor uit zoude komen. Al die verwagtingen, uitgezondert de laatfte, zyn in rook verdwee nen; en die zou mogelyk meede vervloogen zyn, zoo niet het geld, dat wy de Koningin van Hongaryen verzorgde, ten meerendeele gebruikt was geworden, om de zaak tot staan te brengen, en Sardinien tot deeze zyde te doen overhellen.

2

Het volk dus gevleid, en wys gemaakt zynde, dat al wat 'er gefchiedde, alleen ter eere van de Natie gedaan wierd, kwam in 't eerfte zeer geredelyk fmaak te krygen in dit ontwerp, door 't eene Miniftery ontworpen, en door het andere in ftand gebraght, met een onbefchaamtheit, welke ik niet geloof dat eenig voorbeeld heeft. Het Evenwight van Maght. Het welzyn van de Koningin van Hongaryen, en het te on. derbrengen van den Franfchen Koning, was alles waar op gedronken wierd, en zulks van

de tafel van den Pair, tot in de Bierkroeg van den Schoenlapper ; maar hadden wy herdaght hoe wy door den laatft overleeden Keizer behandeld waren, en dat wel ter zaake van Hanover, zouden we ons weinig verplight gevonden hebben, om de zaak van żyne doghter zoo vuurigh op te vatten, en gezien, dat wy toen geen fchyn van eenige reeden hadden om met Vrankryk te breeken.

Zoo groot egter was onze verdwaastheit, en zoo hevigh waren wy in de belangen van Duitsland, dat de onzen in de Westindien, en het dagelyks neemen onzer Scheepen, door de Spanjaarden, geheel vergeten schee nen, offchoon de Bankroeten tot onzent, als de warende geeft van voorigen voorfpoed, en het vervalle credit buitenslands, ons da gelyks alom te vooren kwamen :- Wy handelden in der waarheit, even gelyk een onzer Nieuwsfchryvers eens zeide, als een Man wiens eigen huis in brand staan. de, het liet branden, en heen liep, om dat van een ander, ver van 't zyne afgeleegen, te gaan bluffchen, en door die verkeerde barmhertigheit alles verloor wat hy bezat. Toen was het groote werk, geld en manschap te lighten alle ftraaten weergalmde van trommels tot den dienst van een ander, en onze Raaden fchoeiden hunne verbeelding naar die van een' anderen: -- een harde zaak, waarlyk! alle voortbrengfels, en alle zegeningen van het aardryk reets onder belaftingen zynde, die niet wel konden verhoogt worden, moeft 'er om andere

,

mid