XX. 1762, دو وو وو دو دو وو دو دو دو Deeze was voor die Koopfteden, van het uiBoek. terfte, doch voor 's Hertogenbosch, van gering belang Dus zoude het niet vreemd zyn, dat de Hollandfche Steden, vry meerder in die Societyt toegebragt hadden. De Gemagtigden der Hollandfche Pofteryen gronden wel de billykheid der retributie van zes honderd guldens hierop, om dat ten tyde van het Societyts Contract, men alleen met Amfterdam, den Haage, en Alkmaar, eene egalifatie gehouden had, en dus meenden zy dat zulks met alle de Steden van Holland ook moeft gefchied zyn: Dit was voorheen door zekeren Poftmeefter te Rotterdam geweigerd, en dus moeft het Poft Komtoir alhier voor het niet houden der Rekening van egalifatie, die retributie betaalen. Men toonde hier tegen aan, hoe de egalifatien, wanneer de Brieven nog door Bodens besteld werden, om dat die elkander niet onderkruipen zouden, in de waereld gekomen waren. Deezen moesten thans, na dat de Brieven door Postryders ,, overgezonden werden, ophouden, om dat ieder, de Porten der Brieven, die in zyne Stad besteld werden, genoot: Dus was het Poftampt alhier, tot de Rekening van egalifatie niet verpligt, en had die, met de Komtoiren van den Haage, Amfterdam, en Alkmaar, overbodig gehouden. Men fchreef in Holland, daar van in het jaar 1753. overtuigt te zyn: want in het ,, begin des volgenden jaars, was de begeerte van de Gemagtigden der Hollandfche Posteryen, die Rekeningen met den Haage, waar uit zy ,, eenig nadeel bekwam, aftefchaffen, en die van Amfterdam, waar uit voordeel te haalen was, aan te houden, en eindlyk door een onbegryp " وو lyke verandering van gevoelen, dat het houden dier Rekening met alle de Steden billyk was, , waarom ter af kooping van dien, het Poftampt alhier eene retributie betaalen moeft. Dit laafte gevoele ftreed met de eige woorden van het ,,negende Lid des Verdrags, waarin stond: voor bet affchaffen der rekening van egalisatie het welk zeker zyn oogmerk op alle de Steden niet hebben kon, om dat die, niet met allen gehouden was; en gevolglyk niet afgefchaft kon werden: Ten flot, dat men oordeelde, dat dit, de Rekeningen, die men met de Komtoiren ,, van Amfterdam, den Haage, en Alkmaar ge houden had, alleen raakte (r).” وو وو XX. Boek. 1762. Dit waren de Voorwaarden, die de Gemagtigden van het Hollandfchen Postampt, aan die van 's Hertogenbosch voorhielden, met de bezwaaren die deezen daar tegen hadden. De Gemagtigden des Postampt alhier, waren egter genoodzaakt geweeft, de Voorwaarden, op goedkeuring der Regeering te ondertekenen. Weinig tyds hierna, ver De Regee zogt de Wethouderschap deezer Stad, haare Ge-ring Bemagtigden tot het Poftampt, de bezwaaren, die fluit, zig in het Verdrag opgefloten lagen, te onderzoeken, over de en in het byzonder te overwegen, of het niet dienftig den aan de ware, den Staaten van Holland daarover een ver-Staaten van toog te doen (s). Zy deden verflag.,, Dat zy zig van Holland te ,, geenen gewenfchten uitflag dorften verzekeren, vervoegen. Het ftond egter naar hun gedachten vaft, dat (r) MEMORIE van bezwaar door de Regeering van 's Hertogenbosch aan de Staaten van Holland, en Weft Friesland overgegeven. ($) NOTULEN van den 3. Februari 1762. voorwaar XX. Boek. 1762. Die van Holland een vaft antwoord, verdere دو دو halven dat men niet te veel middelen, ter herftelling kon aanwenden, vooral, om den Nakomelingen te toonen, dat men niet dan in den uitersten nood, en na beproeving van alle middelen, zig aan de harde, en nadeelige voorwaarden deezes Verdrags overgegeven had." De Regeering magtigde hun een vertoog daar tegen opteftellen, en dit ter haarer goedkeuring open te leggen (†). De Gemagtigden der Hollandfche Posteryen schreven immiddels aan die van het Poftampt alhier, verzoeken dat zy binnen agt dagen antwoord wagten zouden, of het Verdrag goed gekeurd was, of niet. en het Be Deeze gaven 'er de Regeering alhier kennis van, fluit der die hierop antwoorde,,, Dat zy gewenfcht had, Regeering,, dat het Verdrag met de redelykheid overeendaarop en ,, komftig geweeft ware, wanneer zy dit, zelf met gevolgen. " opoffering van eenige voordeelen goedgekeurd ,, zoude hebben; doch het behelsde zulke voorwaarden, die naauwlyks uitgevoerd konden ,, werden. Zy had thans met weerzin goedge,, vonden, haar bezwaar den Staaten van Holland voortedragen, en hoopte, dat men zig met de schikkingen des Verdrags niet verhaaften wilde; te meer, om dat het met den eerften Juli deezes jaars aanvang neemen zoude, ten "ware de Gemagtigden der Hollandfche Pofte,, ryen, de verfchillen wilden doen vereffenen, ,, waartoe de Regeering alle redelyk gemak, 22 bybrengen zoude (u)." Zy verzogt de Staaten van Holland, dat daaromtrent niets befloten mogt werden, voor dat haar belang daar tegen () NOTULEN van den 8. Februari 1762. ing XX. 1762. ingekomen ware (v). De Staaten wezen de Regeering naar hunne Gemagtigden tot de Pofte- Boek. ryen, om zig met hun te vereffenen, en onderling, op der Staaten goedkeuring een verdrag aantegaan (w).. Deeze fchreven aan die van het Poftampt alhier: Zy wilden zig op zekeren tyd in den Haage laaten vinden, om de onmooglykheid des Verdrags aan te toonen. Hier in bewilligde men (x) en verkreeg wel eenige, doch geene genoegzaame verzagting. De Regeering gelaste haare Gemagtigden alle mooglyke pogingen aantewenden, om meerdere te bekomen. Ingeval zy die verkregen, zouden zy met de Hollandfche Gemagtigden fluiten: Was dit van geene vrugt, magtigden zy hun, daarover, den Staaten van Holland een vertoog te doen, en eene Memorie, van het bezwaar daar aan te hegten, met verzoek, dat zy deeze Puncten des verdrags, waarover men het niet eens had kunnen worden, befliffen wilden (y). aan de Dus werden de onderhandelingen afgebroken, Verzoeken de Gemagtigden der Posteryen alhier, ga- fchrift ven een verzoekfchrift den Staaten van Holland daarover over, het welk nevens de Bezwaaren gedrukt, Staaten van aan alle de Leden der Staaten omgedeeld Holland werd (2). De Staaten die het gedrag der Ge-gedaan. magtigden hunner Pofteryen goed keurden, merk- Het gevolg ten tevens aan Dat de Regeering alhier, uit hier van. en (v) NOTULEN van den 17. Maart 1762. het " (w) RESOLUTIE der Staaten van Holland van den 26. Maart 1762. in de NOTULEN van den 3. April 1762. '(x) NOTULEN van den 3. April 1762. (3) NOTULEN van den 21. April 1762. (2) NOTULEN van den 13. Mei 1762. XX. het Verdrag gevolgen trok, die de GemagtigBoek. den der Hollandfche Pottery geenfins toeftem1762. 99 den." De Staaten lieten vervolgens hunne Gemagtigden vry, met die der Stad in gefprek te treden, om de zaak in der minne te eindigen (a). Het welk de Regeering mede toeftemde (b). Overeenkomfttusfchen die van Hol- " land en van, وو وو Men kwam in dit gefprek met moeite overeen, Dat de frankeringen der Brieven, alleen op de Noord, en niet op de Zuid Hollandfche Plaatzen gefchieden zoude: Het Gewigt deezer deeze Stad.,, Brieven zoude niet dubbeld, dan wanneer die meer dan anderhalf lood woegen, en die der zwaarderen, naar evenredigheid gerekend worden. Van de Brieven, die van hier naar Groot Brittannien gezonden werden, zouden geene frankeergelden betaald worden. Van de enkelden zoude aan het Komtoir te Delft tien stui,, vers, en van de zwaarderen naar evenredigheid goed gedaan worden. Voor het gebruik des Rits der Hollandsche Postery, van Drunen, en voor dat op Achel, zoude het Poftampt alhier, de Hollandfche Brieven van Tilburg, op Antwerpen, en van daar te rug vervoeren, en boven dien, het Hollandfche Poft Komtoir Vyf,, tig guldens, jaarlyks, betaalen. Eindelyk werd de retributie voor de zwaardere Koften, Verwiffel Komtoiren, en het affchaffen der egali,, fatie, van de Briefporten, op Vierhonderd ,, guldens jaarlyks bepaald." Hier van werd een nieuw Verdrag gemaakt, en door de wederzydsche (a) RESOLUTIE der Staaten van Holland van den 17: September 1762. in de NOTULEN van den 13. October (4) NOTULEN van den 8. November 1762. |
