Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

ACHTSTE VERTOO G.

Het

len.

Van de zelfsmoord.

et voorgande verhaal, heeft my aanleiding gegeeven, om dit vertoog opte stel

[ocr errors]
[ocr errors]

De zelfsmoord is zodanig een zeldzaame、 Zaak onder ons, dat men het altoos aan een krankzinnigheid gewoon is toeteschryven daar de wanhoop onder behoort; want is de toorn een korte dolligheid, zo is de wanhoop een doodelyke razernye.

Nergens vind men de zelfsmoord gemeender, als in Engeland. Deeze Eylanders zyn. niet te vreeden, met het genieten van de vryheid geduurende hun leeven, maar zy willen ook vryheid hebben, om deeze Waereld te verlaaten, als het hen goeddunkt. Dit komt, om dat zy geen denkbeeld van de waare vryheid hebben, die in een onderwerping aan de wetten geleegen is, maar zy zien de ongebondenheid, voor de vryheid aan, en daarom verachten zy de Goddelyke en zeedelyke wetten, zo zy 'er hunnen toeftemming niet aan gegeeven hebben.

Doen ik eerft in Engeland kwam, ftond ik verbaast meeft alle morgen in de dagelykfe nieuwspapieren te zien, dat 'er weinig dagen voorby gongen, of iemand had zig zelfs vermoord; en dat niet zo zeer uit krankzinnig heid en wanhoop, als wel met een opzet.

Om

Om dit te bewyzen, zal ik eenige voorvallen van dit zoort verhaalen. Op een morgen, vonden wy een verhaal, van een Man en Vrouw, die veel moeite hebbende om aan de koft te komen, te zamen goed vonden een einde van hun leeven te maaken: Nu hadden zy een Dogtertje van twee Jaaren, daar zy verleegen meede waren, hoe daar omtrend te handelen De Man wilde hebben dat men het zou laaten leeven; dog de Vrouw Zeide het zelve te lief te hebben, om het hier te laaten, en meende dat hun plicht vorderde, om het meede te neemen, gelyk het eindelyk goed gevonden wierd: Daarop kreegen zy al hun Geld, Goud, Zilver &c. by elkander, roepende een Buurvrouw, aan wie Zy het zelve ter hand ftelde, met verzoek om hen eerlyk daar voor te laaten begraaven. Deeze goede Vrouw, deet alles wat mogelyk was, om hen van dit befluit aftebrengen maar het was ondoenlyk, fnydende de Man het kind de ftrot af, terwyl zyn Vrouw beezig was met zig te verhangen; en doen zy met de dood worstelde, daar hy haar nog in behulpZaam was, nam hy een Piftool, en fchoot zig dood. Dit geval in het Koffyhuis geleezen wordende, zo rees 'er een verfchil, of hier geen dolheid onder fpeelde, dewyl een van de Heeren staande hield, dat men zonder dit, hier niet bekwaam toe kon zyn; dog een' ander Heer van omtrend veertig Jaaren, die" een landgoed van L. 500. ft. s'Jaars inkomen had, hield het tegendeel ftaande; en zyn tegenparty niet konnende overtuigen, zo nam

by

hy aan, om hem dit te bewyzen; waar op hy na huis gong, en om een Notaris zond, tot het maken van zyn uiterste wil en schreef een briefje aan zyn Vriend in 't Koffyhuis; dat hy dit deed om hem te overtuigen dat men niet krankzinnig behoefde te zyn, om zig te vermoorde waar op hy zig zelve doot schoot. Niet lang geleeden, is 'er een geval tot London gebeurt, daar nog veel minder reede van te geeven is. Een Perzoon, die zeer gemakkelyk in de waereld kon leeven, begon zyn dagelykfe bezigheeden eens ernftig te overweegen die hem be

gonden te verdrieten. Wat is het dat ik dagelyks doe, (vroeg by zig zelfs) des morgens ftaa ik op en ontbyt, des middags eet ik en loop hier of daar tot den avond; dan neem ik myn avondmaal, ga na bed en slaap tot den morgenftond; en dat doen ik alle dagen weer aan. Is het myn zorg en moeite wel waar dig, dat ik een groot gedeelte van myn tyd besteed in my te kleeden en te ontkleeden? waarlyk een fraai vermaak. Ik moet daar een einde van maaken. Waar op hy zig zelfs de ftrot affneed. Hier van fprak men in Enge land als een waare Heldendaad, integendeel dreef men de fpot met een Fransman, die zig uit wanhoop de keel ook afgefneeden had, dog die het zo wel niet gedaan had, of hy leefden nog twee dagen daar naar, dat men aan een gebrek van moed toeschreef. Is het niet een teeken van de verhardste boosheid, en dat men God geheel verlaaten heeft, wanneer iemand, die in andere zae

ken

[ocr errors]

ken zyn zinnen volkomen magtig is, zig zo ver door zyne driften, en beuzelachtige quellingen laat vervoeren, dat hy zyn eige Beul word? Indien zodanig een de minste denk-. beeld had, waar toe hy in de waereld gekomen was; en dat dit leeven hem alleen moet dienen als een oeffenfchool, om, zig tot een zalige Eeuwigheid te bereiden; ja, zo hy overdagt, wat gehoorzaamheid en onderwerpinghy aan zyn Schepper en Heer fchuldig is, zonder nu eens te fpreeken, dat de tegenfpoeden ons van God uit goedheid, en ten onzen beften gegeeven worden, om ons daar door tot oot. moedigheid te brengen, en van alle ydelheid los te maaken, zo zou zodanig een de grootfte affchrik hier van moeten hebben Hoe dwaas is het dan, zodanige te pryzen, die zig hier aan fchuldig maaken, in plaats van haar gedagteniffe met fchande te overlaaden, om andere daar van aftefchrikken: En het komt my voor, dat iemand die God in zyn leeven gevreeft heeft, nooit zo ver zal verlaaten worden.

Om deeze zaak, niet verder als een Godgeleerden of wysgeer, maar eerder als een Na. tuur en ftaatkundige, over dees tyd te befpiegelen, zo komt het my voor, dat dit het uit werkzel van een klein verftand, en van een naare, droevige en verwilderde gefteldheid is, waar door zy zelfs veeltyds niet weeten wat zy willen, en dus ten laaften verleegen met zig zelve worden, of van een gebrek van moed, om de ongemakken van dit leeven te draagen.

Als men het zelve ten opzichte van het ge

meen

[ocr errors]

meen welzyn beschouwt, zo zal men bevinden, dat dit een zeer, schadelyke zaak daar voor is; waarom onze wetten zo veel het mogelyk is, zulks zoeken tegen te gaan; maar in Engeland, is het geenzins ftraf baar. Dat het een schadelyke zaak voor het gemeen welzyn', bequaam om het grootste quaad te weeg te brengen is, zal men moeten toestaan als men overweegt, dat een Menfch niets heeft dat hem kan wederhouden om de grouwelykite misdaden te begaan,indien hy geen vrees voor de dood in deeze waereld, nog fchrik voor de ftraffe hier namaals heeft. Daar zyn maar twee middelen, om de Menfchen van het quaad doen aftefchrikken. Het eerfte is de vreeze Gods, door een zuivre liefde tot de deugd; of om dat men verzeekerd is van Gods rechtvaardigheid, die zo groot is, dat alle misdaaden, en boosheeden, hunne tydelyke en Eeuwige vergelding meede brengen. Het tweede is, de ftraf van de waareldlyke Rechter, waar van de zwaarfte de dood-ftraf is; want indien het waar was, dat een Geeffeling, brandmerk, en zyn geheele leeven in een tuchthuys of op de Galy onder een zwaare arbeid zyn leeven te eindige, zwaarder ftraf was, gelyk men zomtyds voorgeeft, zo zouden alle die daar toe veroordeelt worden, zig zelven om het leeven brengen ten waare het gekken waren. Indien nu beide deeze zaaken zonder nut in de waareld wierden, zo zou alles vol Roof en moord vervult worden; en de Leeraars op den Predikftoel, nog de vorsten op hunne Throonen, zouden niet meer in zeekerheid zyn. Met wat

yoor

« VorigeDoorgaan »